Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 17 April 2012 (België). RG M11-7-0871/8384

Datum :
17-04-2012
Taal :
Nederlands
Grootte :
4 pagina's
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20120417-3
Rolnummer :
M11-7-0871/8384

Samenvatting :

Samenvatting 1

Beslissing :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

(...)

I. Feiten

In de periode 1999 - 2004 was verzoekster het slachtoffer van incest gepleegd door haar vader.

Verzoekster is de oudste dochter van 4 kinderen (2 meisjes, 2 jongens) van het gezin.

De eerste feiten deden zich op 9-jarige leeftijd voor toen haar vader oneerbare aanrakingen stelde. Dit werd aan het licht gebracht door zus Melissa die getuige was. Er werd klacht neergelegd bij de politie in ....

Tijdens het verhoor werd verzoekster rechtstreeks geconfronteerd met haar vader. Door de druk die zij onder die omstandigheden ervoer, verklaarde ze dat Melissa's verhaal gelogen was.

In het najaar van 1999 heeft moeder het gezin in de steek gelaten en vertrok voor een halfjaar naar het buitenland. Moeder zou vertrokken zijn door de slagen en verwondingen die vader haar toebracht. Vanaf het vertrek van moeder is het misbruik van Verzoekster verergerd en vermeerderd: van aanrakingen naar verkrachting. Dit gebeurde zeer frequent (meermaals per week) en bleef duren tot haar uiteindelijke vertrek.

Ook toen vader een nieuwe relatie kreeg met Christine bleef het misbruik duren. Christine ging samenwonen met vader en ze kregen een dochter, Lucy, geboren in 2004. Christine had reeds een dochter, Britt, uit een vorige relatie en geboren in 1995.

Vader was een agressief persoon naar moeder, stiefmoeder en ook naar de kinderen, en hij nam geen zorg op in zijn gezin, zelfs niet bij vertrek van de moeder.

Verzoekster nam de huishoudelijke karweien op zich en zorgde voor haar broers en zus.

Vader had verzoekster in zijn macht. Ze werd door hem fysiek en mentaal bedreigd en onderdrukt.

Verzoekster werd slachtoffer van aanrandingen van de eerbaarheid en van verkrachting met geweld of bedreiging. Op haar 18de verjaardag is ze samen met haar huidige vriend gevlucht uit het huis en nooit meer terug gekeerd. Verzoekster heeft erg geleden onder het feit dat ze haar broers, zus en stiefzus moest achterlaten.

Vader zou ook pogingen hebben gedaan naar Melissa, die zonder gevolg bleven doordat zij zich verweerde. Melissa is ook snel verhuisd naar moeder, die intussen uit het buitenland was teruggekeerd.

Op een gegeven moment heeft Britt aan Melissa toevertrouwd dat hetzelfde misbruik ook bij haar gebeurde. Hierdoor raakte verzoekster gealarmeerd en is ze samen met Britt klacht gaan neerleggen bij de politie (P.V. van 13/04/2008).

Stiefmoeder van verzoekster, tevens moeder van Britt, Christine was niet aanwezig bij de klacht. Volgens verzoekster was zij goed op de hoogte van het misbruik omdat ze ooit haar partner en verzoekster heeft betrapt.

II. Vervolging

II-1. Bij vonnis dd. 7 november 2008 van de rechtbank van eerste aanleg te ... werden de volgende tenlasteleggingen bewezen verklaard in hoofde van Peter X. (° 1967) en waarvoor deze veroordeeld werd tot 4 jaar gevangenisstraf waarvan de helft met uitstel:

"Verdacht van te ...- ...

meermaals op niet nader te bepalen data tussen ../../1999 en 27 maart 2001

A) Het misdrijf dat beschouwd wordt als verkrachting met behulp van geweld, zijnde elke daad van seksuele penetratie, van welke aard en met welk middel ook, gepleegd te hebben op de persoon van het kind X. Marie-José, dat geboren te ... op ../../1987 de volle leeftijd van veertien jaar niet had bereikt, doch volle tien jaar was op het ogenblik der feiten, met de omstandigheid dat de schuldige een bloedverwant in opgaande lijn is, namelijk de vader.

meermaals op niet nader te bepalen data tussen 26 maart 2001 en ../../2001

B) De misdaad beschouwd als verkrachting met behulp van geweld te hebben gepleegd, zijnde elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, die gepleegd werd op de persoon van een kind dat de volle leeftijd van veertien jaar niet had bereikt maar volle tien jaar oud was, met name op X. Marie-José, geboren te ... op ../../1987,

met de omstandigheid dat de schuldige een bloedverwant in opgaande lijn of adoptant is, te weten de vader.

meermaals op niet nader te bepalen data tussen ../../ 2001en ../../ 2003

C) De misdaad van verkrachting gepleegd te hebben, zijnde elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt, wanneer met name de daad is opgedrongen door middel van geweld, dwang of list of mogelijk is gemaakt door een onvolwaardigheid of een lichamelijk of een geestelijk gebrek van het slachtoffer, de misdaad gepleegd zijnde op de persoon van een kind boven de volle leeftijd van veertien jaar en beneden die van zestien jaar, met name op X. Marie-José, geboren te ... op ../../1987, met de omstandigheid dat de schuldige een bloedverwant in opgaande lijn of adoptant is, te weten de vader.

meermaals op niet nader te bepalen data tussen ../../2003 en ../../2004

D) De misdaad van verkrachting gepleegd te hebben, zijnde elke daad van seksuele penetratie van welke aard en met welk middel ook, gepleegd op een persoon die daar niet in toestemt, wanneer met name de daad is opgedrongen door middel van geweld, dwang of list of mogelijk is gemaakt door een onvolwaardigheid of een lichamelijk of een geestelijk gebrek van het slachtoffer, de misdaad gepleegd zijnde op de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar, met name op X. Marie-José, geboren te ... op ../../1987, met de omstandigheid dat de schuldige een bloedverwant in opgaande lijn of adoptant is, te weten de vader.

meermaals op niet nader te bepalen data tussen ../../1999 en 27 maart 2001

E) Aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging gepleegd te hebben op de persoon van een minderjarige, geen volle zestien jaar oud op het ogenblik van de feiten, met name op X. Marie-José, geboren te ... op ../../1987, met de omstandigheid dat de schuldige een bloedverwant in opgaande lijn is, te weten de vader.

meermaals op niet nader te bepalen data tussen 26 maart 2001 en ../../2003

F) Aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging gepleegd te hebben op de persoon van een minderjarige, geen volle zestien jaar oud, met name op X. Marie-José, geboren te ... op ../../1987, met de omstandigheid dat de schuldige een bloedverwant in opgaande lijn is, te weten de vader.

meermaals op niet nader te bepalen data tussen ../../2003 en ../../2004

G) Aanranding van de eerbaarheid met geweld of bedreiging gepleegd te hebben op de persoon van een minderjarige boven de volle leeftijd van zestien jaar, met name op X. Marie-José, geboren te ... op ../../1987, met de omstandigheid dat de schuldige een bloedverwant in opgaande lijn of adoptant is, te weten de vader.

H. en I. [...]

II-2. Op burgerlijk vlak werd X. veroordeeld tot betaling van de som van euro 1 meer de intresten en een RPV van euro 150.

Verzoekster stelt: "Op het moment van het verzoek tot schadevergoeding vond verzoekster het heel moeilijk om de schade financieel te begroten. Bovendien wou ze niet het verwijt krijgen van familie en omgeving dat ze munt wou slaan uit de situatie. De familie van vader had haar reeds verweten 'op geld uit te zijn'. Op aanraden van de advocaat vorderde zij 1 euro provisioneel."

En :

" Verzoekster acht zich in de onmogelijkheid om verdere stappen te zetten om op burgerrechtelijk gebied een definitieve uitspraak te bekomen.

Verzoekster voelt zich nog steeds onderdrukt door vader en diens familie.

Vader is na een effectieve straf van 2 jaar reeds vrij.

De familie van vader heeft in de aanloop naar het proces meermaals bedreigingen geuit via GSM.

Na het proces heeft verzoekster zelfs tegen haar eigen moeder een klacht wegens laster en eerroof

ingediend omdat ze uitbazuinde dat verzoekster zelf aanleiding heeft gegeven tot het misbruik.

Moeder gelooft vader, dat verzoekster verliefd op hem was. (zie PV bijlage)

Een geding opnieuw aanhangig maken bij de rechtbank zou een zware psychologische confrontatie zijn.

Zowel de confrontatie met vader als de familie die haar niet steunt, zelfs haar bedreigd en afstand van haar neemt, zou opnieuw zeer traumatisch zijn. "

III. Gevolgen van de feiten

Verzoekster liet zich niet onderzoeken. Er ligt geen medisch of psychiatrisch deskundigenverslag voor, evenmin in het strafdossier.

IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

Er is geen verzekering afgesloten die kan tussenkomen in de opgelopen schade. Dader en verzoekster maakten deel uit van het gezin.

De dader werd veroordeeld tot een provisionele schadevergoeding van euro 1.

V. Begroting van de gevraagde hulp

Verzoekster vraagt om de toekenning van een niet nader begrote financiële hulp.

Ter zitting van 29 maart 2012 verklaarde verzoekster uitdrukkelijk zich te gedragen naar de wijsheid van de Commissie wat de begroting van de morele schade betreft.

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.

Rekening houdend met:

- de aard, de ernst en de lange periode waarbinnen de feiten zich hebben afgespeeld;

- de jeugdige leeftijd van verzoekster;

- de omstandigheid dat de feiten gepleegd werden door een bloedverwante in opgaande lijn;

- de emotionele en traumatiserende weerslag van de feiten op verzoekster die hiervoor nog steeds therapeutisch begeleid wordt;

- de gebruikelijke tarieven gehanteerd door de Commissie in analoge dossiers inzake morele schade,

meent de Commissie aan verzoekster in billijkheid een globale hulp te kunnen toekennen begroot op

euro 25.000.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op:

- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;

- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;

- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006,

Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent verzoekster een hulp toe van euro 25.000.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 17 april 2012.

De plv. secretaris, De voorzitter,

B. VAN BEURDEN C. DELESIE