Hof van Cassatie: Arrest van 28 November 2000 (België). RG P990064N

Date :
28-11-2000
Language :
French Dutch
Size :
1 page
Section :
Case law
Source :
Justel N-20001128-1
Role number :
P990064N

Summary :

Nu de uitoefening van de burgerlijke rechtsvordering voor de strafrechter beheerst wordt door de regels van het strafprocesrecht, is het cassatieberoep van de burgerlijke partij niet ontvankelijk wanneer het aan de partij tegen wie het is gericht wordt betekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 38, § 1, GerW., dat de betekeningen in andere dan in strafzaken betreft (1).

Arrêt :

Add the document to a folder () to start annotating it.
Nr. P.99.0064.N.
1. Y. S.,
2. C. F.,
burgerlijke partijen,
eisers tot cassatie van een vonnis, op 5 november 1998 in hoger beroep gewezen door de Correctionele Rechtbank te Gent,
met als raadsman Mr. Jacques Nichels, advocaat bij de balie te Gent,
tegen
D.H. A.,
beklaagde,
HET HOF,
Gehoord het verslag van raadsheer Debruyne en op de conclusie van advocaat-generaal De Swaef;
Gelet op het bestreden vonnis, op 5 november 1998 in hoger beroep gewezen door de Correctionele Rechtbank te Gent;
Gelet op het verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht en daarvan deel uitmaakt;
Overwegende dat de uitoefening van de burgerlijke rechtsvordering voor de strafrechter beheerst wordt door de regels van het strafprocesrecht; dat, wegens de aard van die rechtspleging, de betekening van de voorziening dient te geschieden overeenkomstig de regels van de betekening in strafzaken;
Overwegende dat de voorziening werd betekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 38, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, dat de betekeningen in andere dan in strafzaken betreft; dat de betekening niet regelmatig is;
Dat de voorziening niet ontvankelijk is;
Overwegende dat het Hof geen acht slaat op de door de eisers aangevoerde middelen die niet de ontvankelijkheid van de voorziening betreffen;
OM DIE REDENEN,
Verwerpt de voorziening;
Veroordeelt de eisers in de kosten.
Aldus door het Hof van Cassatie, tweede kamer, te Brussel, in openbare terechtzitting van achtentwintig november tweeduizend uitgesproken, alwaar aanwezig zijn afdelingsvoorzitter Forrier, raadsheren Huybrechts, Frère, Debruyne, Van hoogenbemt, advocaat-generaal De Swaef, griffier Adriaensen.