Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 9 December 2003 (België). RG M25152352

Date :
09-12-2003
Language :
Dutch
Size :
3 pages
Section :
Case law
Source :
Justel N-20031209-3
Role number :
M25152352

Summary :

Samenvatting 1 x

Decision :

Add the document to a folder () to start annotating it.
I. Feiten
Uit de stukken blijkt dat de verzoeker op 21 januari 1998 te ... het slachtoffer werd van een opzettelijke gewelddaad. Op voormelde dag werd hij aangevallen door een dronken werknemer.
Omstreeks 18.00 uur op het kantoor waar de verzoeker werkte als bediende-bedrijfsleider is er een vechtpartij geweest met de heer VdL.. De verzoeker werd met zijn das vier tot vijf treden naar beneden gesleurd, waarop er een gevecht volgde dat ruim een kwartier geduurd heeft. Een collega poogde de verzoeker te ontzetten maar is daarin niet geslaagd. De heer VdL. heeft geroepen dat hij de verzoeker zou vermoorden en bracht de verzoeker diverse slagen en stampen toe. Hij zwaaide rond met een brandblusapparaat waarmee hij de verzoeker aan diens hoofd geraakt heeft. Uiteindelijk slaagde de verzoeker erin te ontsnappen.
II. Vervolging
Bij vonnis van de Correctionele rechtbank te ... d.d. 19 december 2001 werd Eduard VdL. bij verstek veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van vier maanden en een geldboete van honderd frank.
Op burgerlijk gebied werd hij veroordeeld tot betaling van de som van 602.748 frank meer de intresten aan de verzoeker.
In zijn conclusie houdende schadevordering voor de Correctionele rechtbank begroot de verzoeker zijn schade als volgt:
x verplaatsingsonkosten (ex aequo et bono) : 5.000 frank
bezoek aan huisarts, orthopeed, oogarts, kinesitherapie
x administratieve onkosten (ex aequo et bono) : 2.500 frank
briefwisseling, kopies, telefax, telefoon, postzegels
x tijdelijke arbeidsongeschiktheid - moreel (à 1.000 frank per dag) : 64.900 frank
100% van 21.01.1998 tot en met 06.02.1998 = 16 dagen x 1.000 frank
40% van 07.02.1998 tot en met 20.02.1998 = 13 dagen x 400 frank
30% van 21.02.1998 tot en met 31.03.1998 = 39 dagen x 300 frank
20% van 01.04.1998 tot en met 30.06.1998 = 91 dagen x 200 frank
15% van 01.07.1998 tot en met 30.09.1998 = 92 dagen x 150 frank
x economisch waardeverlies als huisman en meerinspanningen
(à 245 frank per dag) :15.901 frank
100% van 21.01.1998 tot en met 06.02.1998 = 16 dagen x 245 frank
40% van 07.02.1998 tot en met 20.02.1998 = 13 dagen x 98 frank
30% van 21.02.1998 tot en met 31.03.1998= 39 dagen x 73,5 frank
20% van 01.04.1998 tot en met 30.06.1998 = 91 dagen x 49 frank
15% van 01.07.1998 tot en met 30.09.1998 = 92 dagen x 36,75 frank
x meerinspanning (à 700 frank per dag) : 34.230 frank
40% van 07.02.1998 tot en met 20.02.1998 = 13 dagen x 280 frank
30% van 21.02.1998 tot en met 31.03.1998 = 39 dagen x 210 frank
20% van 01.04.1998 tot en met 30.06.1998 = 91 dagen x 140 frank
15% van 01.07.1998 tot en met 30.09.1998 = 92 dagen x 105 frank
loonverlies = 60.217 frank
De verzoeker was zelfstandig bedrijfsleider. Vanwege zijn opdrachtgever diende hij een creditnota uit te stellen voor de 6 niet gewerkte dagen ten belope van 49.766 frank + 21% BTW = 60.217 frank.
v blijvende arbeidsongeschiktheid (à 35.000 frank per punt) : 420.000 frank
III. Schadeloosstelling en financiële situatie
De verzoeker en diens echtgenote genoten in 1997 van een belastbaar gezinsinkomen van 432.016 frank, in 1998 bedroeg dit 1.286.788 frank en in 1999 252.856 frank.
In het verslag van Dr. Van Noten wordt gemeld "Het was ook een arbeidsongeval met wetsverzekeraar Axa-Royale Belge ... Bij Axa-Royale Belge was er ook een bedrijfsleidersverzekering, patroonsverzekeraar, er werd een voorstel gedaan voor een blijvende arbeidsongeschiktheid van 8% voor sequellen aan de rechter knie en de heer A. heeft dit ondertussen aanvaard."
De raadsman van de verzoeker meldt dat het bedrijf, de n.v. D... , waar beiden tewerkgesteld waren inmiddels failliet is.
De verzoeker beschikt over een rechtsbijstandverzekering 'Top familiale", maar deze kwam niet tussen gezien de feiten zich niet voordeden tijdens het privé-leven van de verzoeker (schrijven van 20 maart 2001).
De deurwaarder meldt op 29 augustus 2002 dat de heer VdL. op gemeubelde kamers woont en dat een roerende uitvoering van het vonnis onmogelijk lijkt.
IV. Medische gevolgen
De door de rechtbank aangestelde deskundige Dr. Van N. komt tot de volgende bevindingen:
" Werd langdurig geagresseerd, geslagen, getrokken, gestampt.
Hij liep hierbij een wonde op ter hoogte van het achterhoofd gehecht met vier hechtingen, kneuzingen, kneuzing op de rechterknie met bloeduitstorting in het gewricht.
Er is volledige werkonbekwaamheid gewest tot en met 06.02.1998, geen buitendienst tot en met 20.02.1998.
Er is discussie over de letsels aan de rechterknie, ontwikkelingsafwijking of fractuur van de knieschijf ... , de heer A. heeft dus bij de geweldpleging wel degelijk een ernstige fractuur van zijn knieschijf opgelopen.
Er kan geconsolideerd worden.
Voor de restproblematiek aan de rechterknie, duidelijke radiologische restletsels aan de rechterknieschijf met toch belangrijke dysfunctie van de rechterknie kan er een blijvende arbeidsongeschiktheid van 12% toegekend worden rekeninghoudend met een zekere toename van arthrose patello-femoraal.
Besluiten
Tijdelijke arbeidsongeschiktheid
100% van 21.01.1998 tot en met 06.02.1998
40% van 07.02.1998 tot en met 20.02.1998
30% van 21.02.1998 tot en met 31.03.1998
20% van 01.04.1998 tot en met 30.06.1998
15% van 01.07.1998 tot en met 30.09.1998
Consolidatiedatum 01.10.1998
Blijvende arbeidsongeschiktheid 12%
Esthetische schade geen"
V. Begroting van de schade door de verzoeker
De verzoeker raamt zijn schade als volgt
toegekend in verstekvonnis : € 14.941,73
vervallen intresten op deze som : € 4.314,22
kosten burgerlijke partijstelling en juridische bijstand : € 1.595,00
betekening vonnis : € 163,70
expeditie : € 11,40
registratierechten (€ 448,27) : p.m.
totaal : € 21.026,05
meer de intresten
VI. Opmerkingen
De afgevaardigde van de minister wijst erop dat de feiten een arbeidsongeval uitmaken en dat medische kosten en inkomstenverlies overeenkomstig de arbeidsongevallenwet ten laste zijn van de arbeidsongevallenverzekeraar.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op de vaste rechtspraak van de Commissie waaruit blijkt dat intresten niet voor vergoeding in aanmerking komen.
Daarnaast wordt gewezen op de limitatieve opsomming van artikel 32, § 1, van de wet van 1 augustus 1985:
de posten 'economische waarde huisman' en 'meerinspanningen' zijn hierin niet opgenomen en komen dan ook niet in aanmerking voor vergoeding.
De afgevaardigde vraagt zich af waaruit de post 'kosten burgerlijke partijstelling en juridische bijstand' is samengesteld. De in artikel 32, § 1, van de wet van 1 augustus 1985 voorziene procedurekosten omvatten niet de erelonen en kostenstaten van de advocaat.
Vervolgens wijst de afgevaardigde op de appreciatiebevoegdheid van de Commissie en op het feit dat een integrale schadevergoeding niet verzekerd is.
VII. Beoordeling door de Commissie
Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn quasi onbestaande.
De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 32 en 33 van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.
Gelet op de limitatieve opsomming zoals vermeld in artikel 32 § 1 van de wet ziet de Commissie zich verplicht de hulp gevraagd voor de volgende schadeposten af te wijzen: de vervallen intresten en het bedrag gevraagd voor kosten burgerlijke partijstelling en juridische bijstand, dat zoals uit de ter zitting nader verstrekte toelichting blijkt betrekking te hebben op het ereloon van de advocaat; daarenboven dient overeenkomstig de constante rechtspraak van de Commissie eveneens de hulp gevraagd wegens "economisch waardeverlies als huisman en meerinspanningen" afgewezen te worden.
De Commissie is van oordeel voor de overige schadeposten in billijkheid een financiële hulp te moeten toekennen zoals hierna bepaald.
OP DIE GRONDEN,
De Commissie,
Gelet op de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37 van de wet van 1 augus-tus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 17 en 18 februari 1997 en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986,
Verklaart het verzoek ontvankelijk,
Kent de verzoeker een hulp toe van € 8.668.
Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 9 december 2003.