Hof van Cassatie: Arrest van 16 Maart 2005 (België). RG P050120F

Date :
16-03-2005
Language :
French Dutch
Size :
1 page
Section :
Case law
Source :
Justel N-20050316-6
Role number :
P050120F

Summary :

Art. 240 Sw., zowel vóór (1) als na de wijziging bij Wet 10 februari 1999 betreffende de bestraffing van corruptie (2), is niet van toepassing op de ambtenaren van internationale organisaties. (1) A. MARCHAL, "Crimes et délits contre l'ordre public commis par des fonctionnaires", Les Novelles, Droit pénal, t. III, Brussel, Larcier, 1972, nrs 3252 tot 3332 en 4384; A. MARCHAL en J.-P. JASPAR, Droit criminel, Traité théorique et pratique, t. I, "Les infractions du Code pénal", 3de uitg., Brussel, Larcier, nrs 1073 en 1105 tot 1112; R.P.D.B., 1935, V° "Forfaiture", nrs 18 tot 20; Fr. TULKENS, "La corruption en droit pénal. Approche de droit belge et de droit comparé dans les pays de l'Union européenne", in Corruption de fonctionnaires et fraude européenne, Handelingen van het colloquium van Brussel (21 en 22 november 1996), Brussel/Antwerpen-Apeldoorn, Bruylant/Maklu, 1998, pp. 120 en 113; G. BELTJENS, Encyclopédie du droit criminel belge. Le code pénal et les lois pénales spéciales, Brussel/Parijs, Bruylant/Maresq, 1901, p. 314 e.v.; J. CONSTANT, Manuel de droit pénal, Tweede deel, t. I - Les infractions, Luik, 1953, nr. 491; M. RIGAUX en P.-E. TROUSSE, Les crimes et les délits du Code pénal, Brussel/Parijs, Bruylant/LGDJ, 1963, p. 219 tot 222. (2) Wetsvoorstel betreffende de bestraffing van corruptie, Gedr.st., Sen., gew.z. 1997-1998, nr 107/4 en nr. 107/5; Gedr.st., Kamer, gew.z. 1998-1999, nr 1664/3; R. DEZEURE, "Détournements commis par des fonctionnaires publics", in Qualifications et jurisprudence pénales, suppl. 2000, p. 4; A. DE NAUW, Inleiding tot het Bijzonder strafrecht, 4de herwerkte uitgave, Mechelen, Kluwer, 2002, p. 39 en 40; D. DEWANDELEER, "Corruption publique", in Droit pénal et procédure pénale, suppl. 1, Kluwer, 2001, p. 9 tot 11.

Arrêt :

Add the document to a folder () to start annotating it.
Nr. P.05.0120.F.-
DE PROCUREUR DES KONINGS TE BRUSSEL,
in zake
P. M.,
I. Aangehaalde beslissingen
Eiser verzoekt om een regeling van rechtsgebied ingevolge :
- een beschikking die op 14 oktober 2003 is gewezen door de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel,
- een vonnis dat op 19 februari 2004 is gewezen door de correctionele rechtbank van dat arrondissement.
II. Rechtspleging voor het Hof
Raadsheer Sylviane Velu heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Raymond Loop heeft geconcludeerd.
III. Cassatiemiddelen
Eiser voert de gronden van zijn vordering aan in een verzoekschrift waarvan een voor eensluidend verklaard afschrift aan dit arrest is gehecht.
IV. Beslissing van het Hof
Overwegende dat de raadkamer van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, bij beschikking van 14 oktober 2003, M.P. naar de correctionele rechtbank heeft verwezen uit hoofde van, als ambtenaar of openbaar officier, valsheid in geschriften en gebruik van valse stukken gepleegd in de uitoefening van haar bediening (telastlegging A), verduistering in de uitoefening van een openbaar ambt (telastlegging B, 1 tot 3) en poging tot verduistering in de uitoefening van een dergelijk ambt (telastlegging C) ;
Overwegende dat de Correctionele Rechtbank te Brussel zich bij vonnis van 19 februari 2004, onbevoegd heeft verklaard om van de zaak kennis te nemen op grond dat de raadkamer geen enkele verzachtende omstandigheid heeft aangenomen voor wat de feiten bedoeld in de telastlegging B, 1 tot 3 betreft, terwijl deze met een criminele straf bestraft worden, en dat de feiten bedoeld in de telastleggingen A en C samenhangend zijn met de feiten in voormelde telastlegging ;
Overwegende dat tegen de beschikking van de raadkamer van 14 oktober 2003 vooralsnog geen rechtsmiddel openstaat en het vonnis van 19 februari 2004 in kracht van gewijsde is gegaan ;
Dat uit de strijdigheid tussen die beslissingen een bevoegdheidsgeschil is ontstaan dat de procesgang belemmert ; dat er grond bestaat tot regeling van rechtsgebied ;
Overwegende dat artikel 240 van het Strafwetboek, zowel vóór als na de wijziging bij de Wet van 10 februari 1999 betreffende de bestraffing van corruptie, niet van toepassing is op de ambtenaren van internationale organisaties ;
Dat, bijgevolg, het vonnis niet naar recht beslist dat "personen die gewoonlijk met de term 'Europese ambtenaren' worden aangeduid, ten aanzien van (voormelde bepaling) ambtenaren waren en zijn" ;
En overwegende dat de correctionele rechtbank bevoegd was om kennis te nemen van de gezamenlijke aan beklaagde tenlastegelegde feiten ;
OM DIE REDENEN,
HET HOF,
Beslissende tot regeling van rechtsgebied,
Vernietigt het vonnis van de Correctionele Rechtbank te Brussel van 19 februari 2004 ;
Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van de vernietigde beslissing ;
Verwijst de zaak naar de Correctionele Rechtbank te Brussel, anders samengesteld.
Aldus geoordeeld door het Hof van Cassatie, tweede kamer, te Brussel, door afdelingsvoorzitter Francis Fischer, de raadsheren Jean de Codt, Frédéric Close, Sylviane Velu en Benoît Dejemeppe, en in openbare terechtzitting van zestien maart tweeduizend en vijf uitgesproken door afdelingsvoorzitter Francis Fischer, in aanwezigheid van advocaat-generaal Raymond Loop, met bijstand van eerstaanwezend adjunct-griffier Fabienne Gobert.
Vertaling opgemaakt onder toezicht van raadsheer Ghislain Londers en overgeschreven met assistentie van griffier Frank Adriaensen.
De griffier, De raadsheer,