Hof van Cassatie: Arrest van 16 Maart 2005 (België). RG P041592F

Date :
16-03-2005
Language :
French Dutch
Size :
1 page
Section :
Case law
Source :
Justel N-20050316-9
Role number :
P041592F

Summary :

De veroordelende beslissing van het appèlgerecht is regelmatig met redenen omkleed wanneer zij, bij gebrek aan conclusie van de beklaagde, verwijst naar het beroepen vonnis dat de bewoordingen overneemt van de dagvaarding zelf, die de misdrijven in de bewoordingen van de wet omschrijft, en die aldus naar de voormelde dagvaarding verwijst en, bijgevolg, naar de samenstellende bestanddelen van de misdrijven die zij overneemt (1). (1) Zie Cass., 10 mei 2000, AR P.99.1888.F, nr 282; R. DECLERCQ, R.P.D.B., Procédure pénale, compl. T. IX, Bruylant, 2004, p. 649, nr 1385.

Arrêt :

Add the document to a folder () to start annotating it.
Nr. P.04.1592.F.-
G. J.,
Mrs. Olivier Bastyns en Pierre Chomé, advocaten bij de balie te Brussel.
I. Bestreden beslissing
Het cassatieberoep is gericht tegen een vonnis, dat op 2 november 2004 in hoger beroep is gewezen door de Correctionele Rechtbank te Brussel.
II. Rechtspleging voor het Hof
Raadsheer Frédéric Close heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Raymond Loop heeft geconcludeerd.
III. Cassatiemiddelen
Eiser voert een middel aan in een memorie, waarvan een voor eensluidend verklaard afschrift aan dit arrest is gehecht.
IV. Beslissing van het Hof
Overwegende dat de appèlrechters, enerzijds, door aan te voeren dat "het eenzijdig deskundigenverslag dat door (eiser) is neergelegd de rechtbank geen voldoende waarborg van betrouwbaarheid biedt en bijgevolg niet toelaat de stelling (van eiser) te staven" , in feite en, bijgevolg, op onaantastbare wijze de bewijswaarde van voormeld verslag beoordelen, zonder miskenning van het vermoeden van onschuld noch door de bewijslast om te keren ;
Overwegende dat, anderzijds, de beslissing van de eerste rechter de bewoordingen zelf overneemt van de dagvaarding, die de misdrijven in de bewoordingen van de wet omschrijft ;
Overwegende dat het vonnis vermeldt dat de feiten omschreven in de telastleggingen die door de eerste rechter tegen eiser zijn weerhouden bewezen zijn gebleven en dat de tegen hem uitgesproken straffen volgens de in het beroepen vonnis weerhouden kwalificaties, wettig zijn, in verhouding staan tot het ernstig karakter van de feiten alsook tot de persoonlijkheid van eiser ;
Overwegende dat de appèlrechters aldus naar de dagvaarding verwijzen en, bijgevolg, naar de samenstellende bestanddelen van de misdrijven die daarin worden overgenomen ; dat de appèlrechters, bij gebrek aan een conclusie, eisers schuldigverklaring bijgevolg regelmatig met redenen omkleden en naar recht verantwoorden ;
Dat het middel niet kan worden aangenomen ;
En overwegende dat de substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen in acht zijn genomen en de beslissing overeenkomstig de wet is gewezen ;
OM DIE REDENEN,
HET HOF
Verwerpt het cassatieberoep ;
Veroordeelt eiser in de kosten.
Aldus geoordeeld door het Hof van Cassatie, tweede kamer, te Brussel, door afdelingsvoorzitter Francis Fischer, de raadsheren Jean de Codt, Frédéric Close, Sylviane Velu en Benoît Dejemeppe, en in openbare terechtzitting van zestien maart tweeduizend en vijf uitgesproken door afdelingsvoorzitter Francis Fischer, in aanwezigheid van advocaat-generaal Raymond Loop, met bijstand van eerstaanwezend adjunct-griffier Fabienne Gobert.
Vertaling opgemaakt onder toezicht van raadsheer Etienne Goethals en overgeschreven met assistentie van griffier Philippe Van Geem.
De griffier, De raadsheer,