Arrest van het Hof van cassatie dd. 03.03.2017

Date :
03-03-2017
Language :
French Dutch
Size :
2 pages
Section :
Regulation
Type :
Belgian justice
Sub-domain :
Fiscal Discipline

Summary :

Cassatievoorziening - voorafgaande betekening - Memorie van toelichting

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Arrest van het Hof van cassatie dd. 03.03.2017
Arrest van het Hof van cassatie dd. 03.03.2017
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Belgian justice
Title : Arrest van het Hof van cassatie dd. 03.03.2017
Tax year : 2017
Document date : 03/03/2017
Decision : gunstig
Document language : NL
Name : Arrest van het Hof van cassatie dd. 03.03.2017
Version : 1
Court : cassation/All_cassation

Arrest van het Hof van cassatie dd. 03.03.2017

 

Cassatievoorziening - voorafgaande betekening - Memorie van toelichting

 

Samenvatting

Een voorziening in cassatie moet overeenkomstig artikel 1079 Ger.W vooraf worden betekend aan de partij tegen wie de voorziening is gericht.  Het cassatieberoep is niet ontvankelijk wanneer er geen betekening is gebeurd (zelfs wanneer een ontwerp van de voorziening aan de andere partij werd medegedeeld). In geval van een onontvankelijke cassatievoorziening kan niet op een ontvankelijke wijze een memorie van toelichting laten betekenen en ter griffie van het Hof neerleggen (art. 1087 Ger.W).

 

Volledige tekst

 

Hof van Cassatie

 

03.03.2017

 

F.16.0065.N

 

 

 

KM. H. bvba, met zetel te …,

 

eiseres,

 

bijgestaan door mr. J. D. , advocaat bij de balie te Leuven, met kantoor te …,

 

tegen

 

BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, voor wie optreedt de gewestelijke directeur der directe belastingen te Leuven, met kantoor te 3001 Leuven, Philips site 3A, bus 1,

 

verweerder,

 

vertegenwoordigd door mr. G. d. F., advocaat bij het Hof van Cassatie, en bijgestaan mr. S. D. V., advocaat bij de balie te Brussel, beiden met kantoor te …, waar de verweerder woonplaats kiest.

 

 

I.         RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

 

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Brussel van 2 december 2015.

 

Procureur-generaal D. T. heeft op 15 november 2016 een schriftelijke conclusie neergelegd.

 

Raadsheer G. J. heeft verslag uitgebracht.

 

Procureur-generaal D. T. heeft geconcludeerd.

 

 

II.       CASSATIEMIDDELEN

 

De eiseres voert in haar verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, drie middelen aan.

 

 

III.      BESLISSING VAN HET HOF

 

Beoordeling

 

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep

 

 

1. De verweerder voert een middel van niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep aan: het verzoekschrift werd voor de neerlegging ter griffie van het Hof niet betekend aan de verweerder.

 

2. Artikel 1079 Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat het verzoekschrift waarbij een cassatieberoep wordt ingesteld, in voorkomend geval vooraf wordt betekend aan de partij tegen wie de voorziening is gericht.

 

3. Uit de stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt niet dat het verzoekschrift voorafgaandelijk aan de neerlegging ter griffie op het Hof op 6 mei 2016 werd betekend aan de verweerder.

 

4. Deze grond van niet-ontvankelijkheid is niet onderworpen aan artikel 861 Gerechtelijk Wetboek.

 

5. De omstandigheid dat de eiseres aan de raadsman van de verweerder het ontwerp van haar cassatieberoep had meegedeeld, voorafgaandelijk aan de neerlegging van het verzoekschrift ter griffie van het Hof, kan niet tot gevolg hebben dat het cassatieberoep ontvankelijk is.

 

6. Het middel van niet-ontvankelijkheid is gegrond.

 

Ontvankelijkheid van de memorie van toelichting

 

7. Overeenkomstig artikel 1087 Gerechtelijk Wetboek kan de eiser, samen met zijn verzoekschrift, of, op straffe van verval, binnen vijftien dagen na de betekening ervan, een memorie van toelichting overleggen, die vooraf aan de verweerder is betekend en waarin de feiten worden uiteengezet en de cassatiemiddelen ontwikkeld.

 

De eiser die zijn verzoekschrift niet voor de neerlegging ter griffie van het Hof betekent aan de verweerder, kan niet op ontvankelijke wijze een memorie van toelichting laten betekenen aan de verweerder en ter griffie van het Hof neerleggen.

 

8. De memorie van toelichting die de eiseres op 1 augustus 2016 heeft betekend aan de verweerder, is niet ontvankelijk.

 

 

Dictum

 

Het Hof,

 

eenparig beslissend,

 

Verwerpt het cassatieberoep.

 

Veroordeelt de eiseres tot de kosten.

 

Bepaalt de kosten voor de eiseres op … euro en voor de verweerder op … euro.

 

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samengesteld uit …, en in openbare rechtszitting van 3 maart 2017 uitgesproken door …

 

 

Nota aan de administratie

 

Verband met voorgaand vonnis/arrest

 

Opmerkingen of commentaar

 

Referentie WF

712-04-11/005299