Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering.

Date :
23-12-2005
Language :
French Dutch
Size :
2 pages
Section :
Legislation
Source :
Numac 2006035092

Original text :

Add the document to a folder () to start annotating it.
Artikel 1 In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1, tweede lid, wordt punt 2° vervangen door wat volgt :
  " 2° het algemeen communicatiebeleid, zowel intern als extern, met inbegrip van het informatiemanagement, met uitzondering van het personeelsblad, de centrale bibliotheek en de elektronische knipselkrant; ";
  2° in § 6 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt :
  " Hij oefent het budgettair, financieel en boekhoudkundig toezicht uit op de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest. ";
  3° in § 8, eerste lid, wordt een 10° toegevoegd, die luidt als volgt :
  " 10° het personeelsblad, de centrale bibliotheek en de elektronische knipselkrant; ".

Artikel 2 Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 4. Het bestuur van of het toezicht op de hieronder vermelde diensten, instellingen of rechtspersonen wordt als volgt verdeeld :
  1° de minister-president van de Vlaamse Regering is bevoegd voor :
  a) Studiedienst van de Vlaamse Regering;
  b) Interne Audit van de Vlaamse Administratie;
  2° de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid is bevoegd voor :
  a) Agentschap voor Landbouw en Visserij;
  b) Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek;
  c) v.z.w. Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing;
  3° de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel is bevoegd voor :
  a) Vlaams Agentschap voor Internationaal ondernemen;
  b) Agentschap Economie;
  c) Vlaams Agentschap Ondernemen;
  d) het Hermesfonds;
  e) Instituut voor Innovatie door Wetenschap en Technologie;
  f) Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek;
  g) Fonds Wetenschappelijk Onderzoek;
  4° de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming is bevoegd voor :
  a) Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister bevoegd voor de sociale economie;
  b) Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;
  c) Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen;
  d) Agentschap voor Onderwijscommunicatie;
  e) Onderwijsdienstencentrum leerplichtonderwijs;
  f) Onderwijsdienstencentrum Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs;
  g) Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs;
  h) v.z.w. De Rand;
  i) het Gemeenschapsonderwijs;
  j) Universitair Ziekenhuis Gent;
  5° de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is bevoegd voor :
  a) Zorg en Gezondheid;
  b) Jongerenwelzijn;
  c) Inspectie Welzijn en Volksgezondheid;
  d) Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel;
  e) Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem;
  f) Kind en Gezin;
  g) Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap;
  h) Vlaams Zorgfonds;
  i) Fonds Jongerenwelzijn;
  j) Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden;
  6° de Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening is bevoegd voor :
  a) Vlaamse Belastingdienst;
  b) Centrale Accounting;
  c) N.V. Participatiemaatschappij Vlaanderen;
  d) N.V. Limburgse Reconversiemaatschappij;
  e) N.V. Vlaamse Participatiemaatschappij;
  f) het Vlaams Fonds voor de Lastendelging;
  g) het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven;
  h) Gimvindus;
  i) Het Rubiconfonds;
  j) RO-Vlaanderen;
  k) Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed;
  l) Inspectie RWO, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister bevoegd voor de huisvesting;
  7° de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel is bevoegd voor :
  a) Kunsten en Erfgoed;
  b) Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen;
  c) BLOSO;
  d) Vlaamse Opera;
  8° de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme is bevoegd voor :
  a) Agentschap voor Overheidspersoneel;
  b) Agentschap voor Facilitair Management;
  c) Vlaams Agentschap voor Rekrutering en Selectie;
  d) Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking;
  e) Toerisme Vlaanderen;
  f) Vlaamse Regulator voor de Media;
  g) Vlaamse Radio- en Televisieomroep;
  9° de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur is bevoegd voor :
  a) Vlaams Energieagentschap;
  b) Agentschap voor Natuur en Bos;
  c) Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek;
  d) Vlaamse Milieumaatschappij;
  e) Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij;
  f) Vlaamse Landmaatschappij;
  g) Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt;
  h) Agentschap Infrastructuur;
  i) Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust;
  j) De Scheepvaart;
  k) Waterwegen en Zeekanaal;
  l) Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen;
  m) Vlaamse Milieuholding;
  n) Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening;
  o) het Grindfonds;
  10° de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering is bevoegd voor :
  a) Agentschap voor Binnenlands Bestuur;
  b) Wonen-Vlaanderen;
  c) Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen;
  d) Inspectie RWO, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening;
  11° de Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen is bevoegd voor :
  a) Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn;
  b) Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie, met dien verstande dat deze bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, de beroepsomscholing en -bijscholing en de sociale promotie;
  c)
  n.
  v. met sociaal oogmerk Werkholding. "

Artikel 3 In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 6° wordt vervangen door wat volgt :
  " 6° het toezicht op de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest; ";
  2° punt 7° wordt vervangen door wat volgt :
  " 7° het specifiek beleid inzake personeel, organisatieontwikkeling, facilitaire dienstverlening, middelenbeheer, vastgoedbeheer en informatie- en communicatietechnologie; ".

Artikel 4 In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° punt 4° wordt vervangen door wat volgt :
  " 4° de uitoefening van het bestuur van of het toezicht op de diensten, instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, met uitzondering van het sluiten van beheersovereenkomsten of samenwerkingsovereenkomsten met agentschappen; ";
  2° er wordt een punt 11° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 11° de oprichting van basis- en tussenoverlegcomités. ".

Artikel 5 De verdeling van de bevoegdheden inzake bestuur van of toezicht op de bestaande instellingen of rechtspersonen, vermeld in artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, blijft geregeld zoals voor de inwerkingtreding van dit besluit, tot de instellingen of rechtspersonen in voorkomend geval ingepast zijn in de nieuwe organisatiestructuur. Bovendien blijft die bevoegdheidsverdeling gelden voor wat betreft de vereffening of het goedkeuren van de jaarrekeningen van de ontbonden instellingen of rechtspersonen.

Artikel 6 Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Artikel 7 De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 23 december 2005.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid,
  Y. LETERME
  De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel,
  F. MOERMAN
  De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming,
  F. VANDENBROUCKE
  De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
  I. VERVOTTE
  De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening,
  D. VAN MECHELEN
  De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel,
  B. ANCIAUX
  De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme,
  G. BOURGEOIS
  Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,
  K. PEETERS
  De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering,
  M. KEULEN
  De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen,
  K. VAN BREMPT.