Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 27 Februari 2014 (België). RG M12-5-1016

Date :
27-02-2014
Langue :
Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-20140227-39
Numéro de rôle :
M12-5-1016

Résumé :

Samenvatting 1

Decision :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

(...)

I. Feiten

Op 22 juli 2009 werd mevrouw Martine X., de tante van verzoeker, te ... vermoord door haar ex-vriend, de heer Johan Z..

Half juni 2009 zette wijlen mevrouw X. een punt achter haar vijf jaar durende relatie met de heer Z.. Deze laatste kon de liefdesbreuk moeilijk verwerken en begon zijn ex-partner te stalken.

Toen mevrouw X. nog enkele persoonlijke spullen ging ophalen in de woning van Z., werd ze door hem gewurgd.

Onmiddellijk na de feiten pleegde de heer Z., die rechercheur was bij de federale politie, zelfmoord met zijn dienstwapen.

II. Vervolging

Bij beschikking d.d. 22 oktober 2010 van de r aadkamer van de rechtbank van eerste aanleg te ... werd de strafvordering vervallen verklaard ingevolge het overlijden van de inverdenkinggestelde.

III. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

Luidens het verzoekschrift ontving verzoeker geen enkele vergoeding in dekking van de geleden schade. Hij beschikt niet over een verzekering.

IV. Begroting van de gevraagde hulp

Verzoeker vraagt voor de morele schade om de toekenning van een hulp van euro 5.000.

V. Beoordeling door de Commissie

Luidens artikel 31, 2°, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen kan een financiële hulp worden toegekend aan "erfgerechtigden, in de zin van artikel 731 van het Burgerlijk Wetboek, tot en met de tweede graad van een persoon die overleden is als rechtstreeks gevolg van een opzettelijke gewelddaad of personen die in duurzaam gezinsverband samenleefden met de overledene."

Verzoeker vraagt om de toekenning van een financiële hulp ingevolge het gewelddadig overlijden van zijn (niet-inwonende) tante.

Tussen een neef en een tante bestaat er een bloedverwantschap in de derde graad.

Verzoeker woonde niet in een duurzaam gezinsverband samen met de overledene.

In die omstandigheden is het hulpverzoek van verzoeker onontvankelijk.

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op:

- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;

- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;

- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006.

Verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 27 februari 2014.

De secretaris, De voorzitter,

G. VAN DEN ABBEELE L. VULSTEKE