Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 6 Juni 2012 (België). RG M11-5-0201/8011

Date :
06-06-2012
Langue :
Néerlandais
Taille :
2 pages
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-20120606-4
Numéro de rôle :
M11-5-0201/8011

Résumé :

Samenvatting 1

Decision :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

(...)

I. Feiten

Op 17 april 2010 ging de heer William X., de broer van verzoekster, te ... op vermaakuitstap met Christof Z., Rocky W. en diens vriendin Hazel B.. Nadien keerden ze met de bus terug naar de studio van W.. Aldaar begonnen X., W. en Z. te bekvechten. De discussie ontaardde, waarbij W. en Z. rake klappen toedienden aan X.. De vechtpartij nam een aanvang in de studio op de achtste verdieping, werd verdergezet in de gang en de trappenhal en kwam tot een einde op het grasperk vóór het appartementsgebouw, waar William X. voor dood werd achtergelaten. Het slachtoffer overleed aan een ernstig schedel-hersentrauma.

II. Vervolging

Bij vonnis van de Correctionele rechtbank te ... d.d. 16 februari 2011 werden Rocky W. en Christof Z., beiden in staat van wettelijke herhaling verkerend, wegens het plegen van de sub I vermelde feiten (gekwalificeerd als toebrengen van opzettelijke slagen en verwondingen zonder het oogmerk om te doden, maar met de dood tot gevolg) elk veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van 7 jaar.

Op burgerlijk gebied werden ze hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een morele schadevergoeding van euro 2.500 meer intresten aan verzoekster.

Tegen alle beschikkingen van dit vonnis werd hoger beroep ingesteld door beide beklaagden, alsook door het Openbaar Ministerie tegen hen.

Bij arrest van het Hof van Beroep te ... d.d. 15 november 2011 werd het bestreden vonnis zowel op strafgebied als op burgerlijk gebied bevestigd.

III. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

De raadsman van verzoekster deelt mee dat beide veroordeelden insolvabel zijn en een gevangenisstraf uitzitten.

Luidens het verzoekschrift beschikt verzoekster niet over enige verzekering in dekking van de geleden schade.

IV. Begroting van de gevraagde hulp

Verzoekster vraagt om de toekenning van een hulp van euro 2.500, overeenstemmend met de morele schadevergoeding die haar bij vonnis d.d. 16 februari 2011 (zoals bevestigd bij arrest d.d. 15 november 2011) werd toegekend.

Terzake vinden we in het vonnis de volgende motivering: "Gelet op het bijzonder gruwelijk karakter van de feiten heeft het overlijden van William X. aan zijn ouders, broer en zus ongetwijfeld veel moreel leed bezorgd. Anderzijds blijkt uit het dossier en uit de gegevens verstrekt op de terechtzitting dat William X. niet zo'n nauwe contacten met zijn familie onderhield. Hij verbleef immers reeds geruime tijd in het opvangtehuis K. ."

V. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen nageleefd te worden.

Verzoekster vraagt om de toekenning van een hulp van euro 2.500, overeenstemmend met de morele schadevergoeding die haar door de rechbank werd toegekend.

Met betrekking tot de morele schade wenst de Commissie op te merken dat dergelijke schade onmogelijk kan goedgemaakt worden door een geldelijke tegemoetkoming. Het moreel leed dat een verzoek(st)er ondervindt is niet in geld uit te drukken en valt niet te vergelijken met de waarde van welk tastbaar goed ook. Als men dan toch een vergoeding wenst toe te kennen, kan dat hooguit een vorm van troost zijn, een compensatie die tot doel heeft de pijn, de smart, het moreel leed te lenigen. Het gaat daarbij om een abstracte begroting van het leed.

Bij de beoordeling van het voorliggend hulpverzoek houdt de Commissie enerzijds rekening met het gruwelijk karakter van de op wijlen de heer William X. gepleegde gewelddaden, maar anderzijds ook met het feit dat verzoekster niet zo'n nauw contact onderhield met haar broer.

Gelet op die omstandigheden acht de Commissie de toekenning van een hulpbedrag van euro 1.500 redelijk en gepast.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op:

- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;

- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;

- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006.

Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent een hulp toe van euro 1.500.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 6 juni 2012.

De secretaris, De voorzitter,

G. VAN DEN ABBEELE D. DESMET