Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 11 Februari 2009 (België). RG M71150/5793

Date :
11-02-2009
Langue :
Néerlandais
Taille :
2 pages
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-20090211-1
Numéro de rôle :
M71150/5793

Résumé :

Samenvatting 1

Decision :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

(...)

I. Feiten

In de nacht van 12 april 2003 werd verzoekster in haar woning te ... het slachtoffer van een brutale homejacking. Ze werd met een revolver van zwaar kaliber in het aangezicht geschoten, met ernstige verwondingen tot gevolg (zie verder punt III).

II. Vervolging

Bij definitief vonnis van de Correctionele rechtbank te ... d.d. 28 maart 2007 werden de genaamden Müslim A., Muzaffer G. en Omer K., wegens het plegen van onder meer de sub I vermelde feiten, veroordeeld tot effectieve gevangenisstraffen van respectievelijk zeven jaar, vier jaar en zes jaar.

Op burgerlijk gebied werden voornoemde beklaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van volgende bedragen aan mevrouw X.:

euro 3.407,70 (materiële schade);

euro 476 provisioneel (morele schade en economisch verlies huishouding);

euro 18.000 (blijvende psychische en fysische schade),

vermeerderd met de intresten.

III. Medische gevolgen

Verzoekster werd na de feiten overgebracht naar het Sint-Jansziekenhuis te ..., alwaar ze verbleef van 13 april 2003 tot en met 28 april 2003.

Verzoekster liep ernstige verwondingen op: een breuk van het linker jukbeen, van de linker bovenkaak en van het harde verhemelte, een doorboring van de tong en een breuk van de rechter onderkaakhoek met verlies van 1 onderste maaltand.

Blijkens het attest van tandarts A. Schreurs d.d. 27 juni 2003 belopen de tandartskosten euro 1.200 (twee kronen + één brugelement).

In haar attest d.d. 19 december 2003 deelt psychotherapeute G. Hendriks mee dat verzoekster op regelmatige basis (gemiddeld 1 x per maand, sinds 27 mei 2003) bij haar in therapie komt.

Verzoekster volgde tussen augustus 2003 en december 2003 een zestal osteopathische behandelingen.

IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

Verzoekster ontving vanwege haar rechtsbijstandsverzekeraar (Commercial Union Belgium) een tussenkomst van euro 7.436,81 in dekking van de kosten van verdediging. De polis bevat geen waarborg "onvermogen van derden".

Luidens het verzoekschrift betaalde dader A. het schamele bedrag van euro 25 af.

Uit het dossier met algemeen rolnummer M70685 bij de Commissie blijkt dat de schuldvordering lastens Müslim A. oninvorderbaar is (zie het "fiscaal attest" d.d. 13 juni 2007 van gerechtsdeurwaarder B. Heines).

V. Begroting van de schade

Verzoekster begroot de geleden schade als volgt:

- hoofdsom, toegekend bij vonnis d.d. 28 maart 2007: euro 21.883,70

- materiële schade: euro 3.407,77

- opleg medische kosten: euro 517,77

- kosten tandarts Schreurs: euro 1.200,00

- administratiekosten: euro 250,00

- verplaatsingskosten (forfait): euro 440,00

- kledijschade (forfait): euro 400,00

- schade aan interieur + opruimingskosten: euro 600,00

- morele schade + economisch verlies huisvrouw: euro 476,00

- blijvende psychische en fysische schade: euro 18.000,00

- psychisch: 10 % x euro 1.500 = euro 15.000

- fysisch: 2 % x euro 1.500 = euro 3.000

- intresten: euro 5.325,40

Totaal: euro 27.209,10

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden is voldaan.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd.

Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.

De Commissie verzekert geen integrale schadeloosstelling. Ze kan, naar billijkheid, een financiële hulp toekennen voor de schadeposten die limitatief zijn opgesomd in artikel 32, § 1, van de wet van 1 augustus 1985. ‘Economisch verlies huisvrouw' is daarbij niet opgenomen en komt dus niet in aanmerking voor vergoeding.

Hetzelfde geldt met betrekking tot de intresten.

Het behoort overigens tot de constante rechtspraak van de Commissie - en deze vloeit voort uit de bedoeling van de wet - dat intresten niet voor vergoeding in aanmerking komen. Het principe dat de bijzaak de hoofdzaak volgt is hier niet van toepassing; immers de schuldenaar van de toegekende hulp, zijnde de Belgische Staat, is niet de veroorzaker van de schade.

De zienswijze van de Commissie ten aanzien van de intresten werd bevestigd bij arrest nr. 165.787 van de Raad van State d.d. 12 december 2006 (G. Bijnens t./ Belgische Staat).

Luidens de vaste rechtspraak van de Commissie dient de materiële schade verband te houden met het opgelopen letsel. De Commissie kan immers enkel een financiële hulp toekennen om "ernstige lichamelijke of psychische schade" te lenigen. In het licht van die rechtspraak komt de post ‘schade aan interieur + opruimingskosten' (euro 600) niet voor vergoeding in aanmerking.

Rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, zoals hierboven uiteengezet, meent de Commissie dat aan verzoekster een hulp kan worden toegekend zoals hierna bepaald.

VII. Begroting van de hulp door de Commissie

De hulp kan in billijkheid begroot worden op euro 20.800.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en 27 december 2004, en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986,

Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent de verzoekster een hulp toe van euro 20.800.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 11 februari 2009.

De secretaris, De voorzitter,

G. VAN DEN ABBEELE D. DESMET