Hof van Cassatie: Arrest van 12 Augustus 2003 (België). RG C030269N

Date :
12-08-2003
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
1 page
Section :
Jurisprudence
Source :
Justel N-20030812-3
Numéro de rôle :
C030269N

Résumé :

Verwantschap tussen een partij en een lid van een rechtbank heeft niet noodzakelijk tot gevolg dat de zaak moet onttrokken worden aan het gerecht dat volgens de wet wordt bepaald.

Arrêt :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.
Nr. C.03.0269.N
PROCUREUR DES KONINGS BIJ DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE TURNHOUT,
verzoeker tot onttrekking van de zaak aan de rechter,
in de zaak
N. I.,
vertegenwoordigd door mr. Jef Peeters, advocaat bij de balie te Turnhout, kantoor houdende te 2300 Turnhout, Gemeentestraat 4,
tegen
L. L., vertegenwoordigd door mr. Frank Van Der Schueren, advocaat bij de balie te Brussel, kantoor houdende te 1853 Grimbergen, Sint-Amandsplein 5.
I. Geding in cassatie
Het Hof heeft op 20 juni 2003 beslist dat het verzoek niet kennelijk onontvankelijk is.
De Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout heeft de verklaring bedoeld bij artikel 656, vierde lid, 1°, b, Gerechtelijk Wetboek gedaan, na overleg met de leden van het gerecht.
I. N. heeft geconcludeerd.
L. L. heeft geconcludeerd.
Voorzitter Ivan Verougstraete heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Marc Timperman heeft geconcludeerd.
II. Beslissing van het Hof
Overwegende dat het verzoekschrift gegrond is op de omstandigheid dat een zaak aanhangig is voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout tussen L. L. en I. N., deze laatste moeder van P. E., ondervoorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout;
Overwegende dat verwantschap tussen een partij en een lid van een rechtbank nog niet tot noodzakelijk gevolg heeft dat de zaak moet onttrokken worden aan het gerecht dat volgens de wet wordt bepaald;
Dat het louter verlangen van leden van de rechtbank geen zitting te hebben in de zaak niet van aard is deze magistraten te ontslaan van hun verplichting de zaak te behandelen, tenzij zou blijken dat precieze omstandigheden hen zouden verhinderen van de zaak kennis te nemen; dat dergelijke omstandigheden niet worden vermeld noch in het verzoekschrift noch in de verklaring afgelegd door de leden van de rechtbank ;
Dat het verzoek moet worden verworpen;
OM DIE REDENEN,
HET HOF,
Verwerpt het verzoek;
Veroordeelt de Staat in de kosten.
De kosten begroot op de som van nul euro.
Aldus geoordeeld door het Hof van Cassatie, vakantiekamer, te Brussel, door voorzitter Ivan Verougstraete, de raadsheren Ernest Waûters, Frédéric Close, Paul Mathieu en Dirk Debruyne, en in openbare terechtzitting van twaalf augustus tweeduizend en drie uitgesproken door voorzitter Ivan Verougstraete, in aanwezigheid van advocaat-generaal Marc Timperman, met bijstand van eerstaanwezend adjunct-griffier Paul Van den Abbeel.