Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbanen bij de Federale Overheidsdienst Justitie

Date :
11-07-2004
Langue :
Français Néerlandais
Taille :
5 pages
Section :
Législation
Source :
Numac 2004009529
Auteur :
Federale Overheidsdienst Justitie

Texte original :

Ajoutez le document à un dossier () pour commencer à l'annoter.

ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende statuut van het rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 4, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994, 10 april 1995 en 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van sommige administratieve bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst bij het Centraal Bestuur van het Ministerie van Justitie gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en van 20 januari 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van sommige geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst bij het Centraal Bestuur van het Ministerie van Justitie en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en van 20 januari 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 2003;
Gelet op het advies van het Directiecomité, gegeven op 3 december 2003;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 oktober 2003, 4 december 2003 en 16 januari 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 17 december 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 februari 2004;
Gelet op het protocol nr. 266 van 27 mei 2004 van het Sectorcomité III;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de hervormingen voor een beter bestuur tot doel hebben een moderne en efficiënte administratie uit te bouwen die de kwaliteit van de dienstverlening en de efficiënte uitvoering van de taken nastreeft maar ook een betere werkgever te zijn;
Overwegende dat een onontbeerlijke heroriëntatie in het personeelsbeleid één van de peilers is van de genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbaan van de rijksambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;
Overwegende dat in het belang van de goede werking van de Federale Overheidsdienst Justitie de bijzondere loopbanen in de niveaus 4, 3, 2 en 2+ dringend moeten geïntegreerd worden in de hervormde loopbanen van de niveaus D, C en B, zoals voor de gemene loopbanen is geregeld bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Justitie,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
HOOFDSTUK I. - Integratie van sommige ambtenaren van het centraal bestuur in de nieuwe loopbanen
Afdeling 1. - Integratie van de ambtenaren van de bijzondere loopbanen van niveau 4 in niveau D
Artikel 1. § 1. De ambtenaren die op 1 januari 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in de linkerkolom zijn opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomen :
Drukkerijbeambte Technisch medewerker
Geschoold drukkerijbeambte
§ 2. De berekening van de graad- en de niveauanciënniteit gebeurt vanaf de datum van hun benoeming in de nieuwe graad.
Art. 2. § 1. In afwijking van artikel 216, § 2 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch medewerker worden op 1 december 2002 ingeschaald in de weddenschaal DT2 op voorwaarde dat ze een door het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid georganiseerde opleiding gevolgd hebben die gericht is op de essentiële competenties vereist voor de functie.
§ 2. De ambtenaren die de opleiding niet gevolgd hebben behouden de weddenschaal die ze genoten in hun oude graad, opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen of in artikel 4, tweede lid van het huidig besluit.
§ 3. De ambtenaren bekomen in de weddenschaal DT2 de wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in hun oude graad. Wanneer in hun weddenschaal van het niveau 4, de rijksambtenaren aan de maximumwedde van deze schaal worden bezoldigd, worden zij in de weddenschaal DT2 geïntegreerd op de eerste trap van de intermediaire loonopslag die uit de integratie voortvloeit.
De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis van het resultaat van hun inschaling.
In afwijking van de artikels 14, 15, 17 en 18 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige anciënniteit de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in het enig niveau D.
Het verschil tussen de geldelijke en de nuttige anciënniteit verworven in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal en is beperkt tot elf maanden.
§ 4. Onverminderd de voorgeschreven reglementaire voorwaarden, kunnen de ambtenaren slechts de weddenschaal DT3 bekomen mits ze slagen voor een door SELOR - Selectiebureau van de federale overheid georganiseerde competentietest die gelijkwaardig is aan de vergelijkende selectie voor werving in die graad.
In afwijking van het eerste lid, kunnen de ambtenaren van niveau 4 die op datum van hun ambtshalve benoeming in niveau D een anciënniteit tellen van ten minste zes jaar in hun oude graad van niveau 4 aan de in het eerste lid bedoelde selectietest deelnemen.
Art. 3. De geldelijke weerslag van de bepalingen van deze afdeling heeft uitwerking vanaf 1 december 2002.
Tussen 1 januari 2002 en 30 november 2002 behouden de ambtenaren die de hierna vermelde weddenschaal hebben genoten, het voordeel van deze weddenschaal.
12.624,74 - 14.784,34
3 x 1 x 108,72
2 2 x 108,72
10 2 x 161,60
KI. 18 j. - N4 - G.A.
Afdeling 2. - Integratie van de ambtenaren
van de bijzondere loopbanen van niveau 3 in niveau D
Art. 4. § 1. De ambtenaren die op 1 januari 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in de linkerkolom zijn opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomen :
Specialist in de grafische kunsten Technisch medewerker
Werkmeester in de grafische kunsten
Veiligheidsbeambte
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren ambtshalve benoemd krachtens § 1, worden de diensten, gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, in voorkomend geval, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan ze titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in het niveau 3 wordt geacht verkregen te zijn in het niveau D.
Art. 5. § 1. De in artikel 5, § 1 bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage.
§ 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 6. § 1. De ambtenaren ambtshalve geïntegreerd in de graad van technisch medewerker en overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage ingeschaald in de weddenschaal DT2, die voorheen begunstigde waren van de weddenschaal 30E, bekomen, na vier jaar graadanciënniteit, de weddenschaal DT3.
§ 2. De ambtenaren voorheen titularis van de geschrapte graad van werkmeester in de grafische kunsten en die de weddenschaal 32B genieten, behouden het voordeel van deze weddenschaal.
Afdeling 3. - Integratie van de ambtenaren
van de bijzondere loopbaan van niveau 2 in niveau C
Art. 7. § 1. De ambtenaren die op 1 juni 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna in de linkerkolom zijn opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt :
Adjunct-technicus in de grafische kunsten Technisch assistent
Technicus in de grafische kunsten
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren ambtshalve benoemd krachtens § 1, worden de diensten, gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren, in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in het niveau 2 wordt geacht verkregen te zijn in het niveau C.
Art. 8. § 1. De in artikel 9, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage.
§ 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.
§ 3. De ambtenaren die, overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage, ingeschaald zijn in de weddenschaal CT1 kunnen deelnemen aan competentiemeting 1.
§ 4. De ambtenaren voorheen titularis van de weddenschaal 20B, bekomen, na afloop van de periode van acht jaar gedurende dewelke zij de jaarlijkse competentietoelage verbonden aan competentiemeting 1 ontvangen hebben, de weddenschaal CT2. Ze kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.
§ 5. De ambtenaren voorheen titularis van de geschrapte graad van technicus in de grafische kunsten en die de hierna vermelde weddenschaal genieten, behouden het voordeel van deze weddenschaal.
18.868,11 - 28.044,10
3 x 1 x 267,31
2 2 x 356,34
2 2 x 712,64
10 2 x 623,61
KI. 20 j. - N2 - G.A.
§ 6. De ambtenaren voorheen titularis van de geschrapte graad van technicus in de grafische kunsten die een anciënniteit van zes jaar hebben in de weddenschaal CT3 bekomen de hierna vermelde weddenschaal voor zover er betrekkingen vacant zijn in deze schaal.
18.868,11 - 28.044,10
3 x 1 x 267,31
2 2 x 356,34
2 2 x 712,64
10 2 x 623,61
KI. 20 j. - N2 - G.A.
Voor de berekening van deze zes jaar, wordt de anciënniteit in aanmerking genomen verworven in de hierna vermelde weddenschaal.
17.990,45 - 27.166,44
3 x 1 x 267,31
2 2 x 356,34
2 2 x 712,64
10 2 x 623,61
KI. 20 j. - N2 - G.A.
Afdeling 4. - Integratie van de ambtenaren
van de bijzondere loopbanen van niveau 2+ in niveau B
Art. 9. § 1. De ambtenaren die op 1 oktober 2002 titularis zijn van de geschrapte graad die hierna in de linkerkolom is opgenomen, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt :
bibliothecaris technisch deskundige
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten, gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren, in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.
Art. 10. § 1. De in artikel 9, § 1 bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschaal BT1.
§ 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.
§ 3. De ambtenaren die ingeschaald zijn in de weddenschaal BT1 kunnen deelnemen aan de competentiemeting 1.
§ 4. De ambtenaren voorheen titularis van de weddenschaal 26E, bekomen automatisch, wanneer zij negen jaar graadanciënniteit tellen, de hierna vermelde weddenschaal.
17.728,11 - 26.802,64
3 x 1 x 252,18
1 2 x 292,59
1 2 x 390,04
3 2 x 672,31
9 2 x 624,27
KI. 23 a. - N 2+ - G.A.
De ambtenaren, bedoeld in het vorige lid, die geslaagd zijn voor een competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden gesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden.
HOOFDSTUK II. - Slot- en opheffingsbepalingen
Art. 11. Het artikel 226 alsook de artikelen 229 tot 240 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen zijn van toepassing op de ambtenaren geïntegreerd in de niveaus B en C.
Art. 12. De volgende graden worden geschrapt bij de FOD Justitie :
1° in niveau 4 :
- drukkerijbeambte
- geschoold drukkerijbeambte
2° in niveau 3 :
- specialist in de grafische kunsten
- werkmeester in de grafische kunsten
- veiligheidsbeambte
- sectiechef
3° in niveau 2 :
- adjunct-technicus in de grafische kunsten
- technicus in de grafische kunsten
4° in niveau 2+ :
- bibliothecaris
- eerstaanwezend bibliothecaris
- communicatieassistent
- eerstaanwezend communicatieassistent
- technisch assistent
- eerstaanwezend technisch assistent
Art. 13. Worden opgeheven :
1° het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van sommige administratieve bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst bij het Centraal Bestuur van het Ministerie van Justitie;
2° het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van sommige geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst bij het Centraal Bestuur van het Ministerie van Justitie.
Art. 14. Onverminderd andersluidende bepalingen, treedt dit besluit in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van :
1° de bepalingen die de transitie van de niveaus 3 en 4 naar niveau D verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002.
2° de bepalingen die de transitie van de niveau 2 naar niveau C verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002.
3° de bepalingen die de transitie van de niveau 2+ naar niveau B verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002.
Art. 15. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juli 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX.