BTW, KB nr. 22, artikel 4 - historiek

Datum :
01-01-2002
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
4 pagina's
Sectie :
Regelgeving
Type :
Royal decrees
Subdomein :
Fiscal Discipline

Samenvatting :

Koninklijk besluit nr. 22, van 15 september 1970, met betrekking tot de biezondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > BTW, KB nr. 22, artikel 4 - historiek
BTW, KB nr. 22, artikel 4 - historiek
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Effective date : 01.01.2002
Document type : Royal decrees
Title : BTW, KB nr. 22, artikel 4 - historiek
Tax year : 2002
Document date : 01/01/2002
Keywords : landbouwondernemer
Document language : NL
Name : BTW, KB nr. 22, artikel 4 - historiek
Version : 1

BTW, KB nr. 22, artikel 4 - historiek





Actuele versie



Artikel 4

(De tekst van KB nr. 22, artikel 4, § 4, is opgeheven met ingang van 01.01.2002. (Art.8, 2°, KB 13.07.2001))


§ 1. Voor iedere handeling bedoeld in artikel 3, tweede lid, moet de belastingplichtige koper of ontvanger die gehouden is in België een periodieke aangifte in te dienen of die in België onderworpen is aan de vrijstellingsregeling van artikel 56, § 2, van het Wetboek, aan de landbouwondernemer een stuk in tweevoud uitreiken dat de volgende vermeldingen bevat :

1° de datum waarop het stuk wordt uitgereikt en het volgnummer waaronder het is ingeschreven in het boek voor inkomende facturen;

2° de naam en het adres van de koper of ontvanger en van de landbouwondernemer en de vermelding dat deze laatste onderworpen is aan de forfaitaire regeling voor landbouwproducenten;

3° de datum van de levering van het goed of van de voltooiing van de dienst, of de datum waarop zich een ander belastbaar feit heeft voorgedaan;

4° de gewone benaming en de hoeveelheid van de geleverde goederen of de aard van de dienst, in voorkomend geval met vermelding van alle gegevens die voor het bepalen van het toe te passen tarief nodig zijn;

5° de prijs zonder belasting en de andere elementen van de maatstaf van heffing;

6° het forfaitaire compensatiepercentage en het bedrag van de forfaitaire compensatie dat aan de landbouwondernemer is betaald overeenkomstig artikel 3;

7° alle andere bijzondere of afwijkende vermeldingen die worden voorgeschreven door de besluiten genomen ter uitvoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.

Het stuk moet worden uitgereikt uiterlijk de vijfde werkdag na de maand waarin het belastbaar feit zich heeft voorgedaan. De landbouwondernemer ondertekent voor akkoord één der exemplaren van dat stuk en geeft het af of stuurt het terug aan de belastingplichtige koper of ontvanger. De belastingplichtige gehouden tot het indienen van een periodieke aangifte vermeldt op dat stuk het tarief en het bedrag van de op de handeling verschuldigde belasting.


§ 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer binnen de aldaar bedoelde termijn de landbouwondernemer een factuur uitreikt waarin de door 2° tot 7° voorgeschreven vermeldingen van deze paragraaf zijn opgenomen, evenals de datum waarop het stuk wordt uitgereikt en het volgnummer ervan.

In dat geval moet de belastingplichtige koper of ontvanger, gehouden tot het indienen van een periodieke aangifte, de factuur bij haar ontvangst aanvullen met het tarief en het bedrag van de verschuldigde belasting.


§ 3. De belastingplichtige koper of ontvanger schrijft het uitgereikte stuk of de ontvangen factuur in in zijn boek voor inkomende facturen met aantekening van de door artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde voorgeschreven vermeldingen, alsmede, wat de belastingplichtige betreft gehouden tot het indienen van een periodieke aangifte, het bedrag van de belasting waarvan hij schuldenaar is tegenover de Staat, overeenkomstig artikel 5 van dit besluit.


§ 4. (opgeheven))


§ 5. In de gevallen en onder de voorwaarden te bepalen door of vanwege de Minister van Financiën, kan worden afgeweken van het bepaalde in de §§ 1 tot 4.


----------------------------------------



Vorige versie(s)



Artikel 4

(De tekst van KB nr. 22, artikel 4 is van toepassing met ingang van 01.01.1993. (Art.3, KB 14.04.1993))


§ 1. Voor iedere handeling bedoeld in artikel 3, tweede lid, moet de belastingplichtige koper of ontvanger die gehouden is in België een periodieke aangifte in te dienen of die in België onderworpen is aan de vrijstellingsregeling van artikel 56, § 2, van het Wetboek, aan de landbouwondernemer een stuk in tweevoud uitreiken dat de volgende vermeldingen bevat :

1° de datum waarop het stuk wordt uitgereikt en het volgnummer waaronder het is ingeschreven in het boek voor inkomende facturen;

2° de naam en het adres van de koper of ontvanger en van de landbouwondernemer en de vermelding dat deze laatste onderworpen is aan de forfaitaire regeling voor landbouwproducenten;

3° de datum van de levering van het goed of van de voltooiing van de dienst, of de datum waarop zich een ander belastbaar feit heeft voorgedaan;

4° de gewone benaming en de hoeveelheid van de geleverde goederen of de aard van de dienst, in voorkomend geval met vermelding van alle gegevens die voor het bepalen van het toe te passen tarief nodig zijn;

5° de prijs zonder belasting en de andere elementen van de maatstaf van heffing;

6° het forfaitaire compensatiepercentage en het bedrag van de forfaitaire compensatie dat aan de landbouwondernemer is betaald overeenkomstig artikel 3;

7° alle andere bijzondere of afwijkende vermeldingen die worden voorgeschreven door de besluiten genomen ter uitvoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.

Het stuk moet worden uitgereikt uiterlijk de vijfde werkdag na de maand waarin het belastbaar feit zich heeft voorgedaan. De landbouwondernemer ondertekent voor akkoord één der exemplaren van dat stuk en geeft het af of stuurt het terug aan de belastingplichtige koper of ontvanger. De belastingsplichtige gehouden tot het indienen van een periodieke aangifte vermeldt op dat stuk het tarief en het bedrag van de op de handeling verschuldigde belasting.


§ 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer binnen de aldaar bedoelde termijn de landbouwondernemer een factuur uitreikt waarin de door 2° tot 7° voorgeschreven vermeldingen van deze paragraaf zijn opgenomen, evenals de datum waarop het stuk wordt uitgereikt en het volgnummer ervan.

In dat geval moet de belastingplichtige koper of ontvanger, gehouden tot het indienen van een perodieke aangifte, de factuur bij haar ontvangst aanvullen met het tarief en het bedrag van de verschuldigde belasting.


§ 3. De belastingplichtige koper of ontvanger schrijft het uitgereikte stuk of de ontvangen factuur in in zijn boek voor inkomende facturen met aantekening van de door artikel 15 van het koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde voorgeschreven vermeldingen, alsmede, wat de belastingplichtige betreft gehouden tot het indienen van een periodieke aangifte, het bedrag van de belasting waarvan hij schuldenaar is tegenover de Staat, overeenkomstig artikel 5 van dit besluit.


§ 4. Bij de levering van een automobiel of van een ander in artikel 1, § 2, tweede lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde bedoeld goed, dat van zijn onderneming voortkomt, is de landbouwondernemer die onderworpen is aan de regeling ingesteld bij artikel 57 van het Wetboek, ertoe gehouden aan zijn medecontractant een stuk uit te reiken met de vermeldingen voorgeschreven door artikel 5, § 1, 2° tot 12°, van het genoemde koninklijk besluit nr. 1. Vooraleer het wordt uitgereikt, wordt dat stuk met fiscale zegels bekleed tot beloop van de verschuldigde belasting op de wijze aangegeven in artikel 14, § 2, van het koninklijk besluit nr. 24 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde.


§ 5. In de gevallen en onder de voorwaarden te bepalen door of vanwege de Minister van Financiën, kan worden afgeweken van het bepaalde in de §§ 1 tot 4.


----------------------------------------



Artikel 4

(De tekst van KB nr. 22, artikel 4 is gewijzigd bij Art.14, KB 30.12.1986)


§ 1. Voor iedere handeling bedoeld in artikel 3, tweede lid, moet de medecontractant die gehouden is een periodieke aangifte in te dienen, aan de landbouwondernemer een stuk in tweevoud uitreiken dat de volgende vermeldingen bevat :

1° de datum waarop het stuk wordt uitgereikt en het volgnummer waaronder het is ingeschreven in het boek voor inkomende facturen ;

2° de naam en het adres van de medecontractant en van de landbouwondernemer ;

3° de datum van de levering van het goed of van de voltooiing van de dienst, of de datum waarop zich een ander belastbaar feit heeft voorgedaan ;

4° de gewonde benaming en de hoeveelheid van de geleverde goederen, of de aard van de dienst, in voorkomend geval met vermelding van alle gegevens die voor het bepalen van het toe te passen tarief nodig zijn ;

5° de prijs zonder belasting, en de andere elementen van de maatstaf van heffing ;

6° het tarief van de forfaitaire terugbetaling en het bedrag van de belasting dat aan de landbouwondernemer is terugbetaald overeenkomstig artikel 3.

Het stuk moet uitgereikt worden uiterlijk de vijfde werkdag na de maand waarin het belastbaar feit zich heeft voorgedaan. Evenwel moet het stuk uitgereikt worden op het tijdstip waarop het belastbaar feit zich voordoet, wat betreft de leveringen van vers fruit, van verse groenten en moeskruiden, van sierplanten en van natuurlijke bloemen, afgesneden of in poten. De landbouwondernemer ondertekent voor akkoord een der exemplaren van dat stuk en geeft het af of stuurt het terug aan de medecontractant. Deze laatste vermeldt op dat exemplaar het tarief en het bedrag van de op de handeling verschuldigde belasting.


§ 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer binnen de aldaar bedoelde termijn, de landbouwondernemer een factuur uitreikt waarin de door 1° tot 6° voorgeschreven vermeldingen zijn opgenomen.


§ 3. De medecontractant schrijft het uitgereikte stuk of de ontvangen factuur in zijn boek voor inkomende facturen met aantekening van de door artikel 12 van het koninklijk besluit nr. 1, van 23 juli 1969, voorgeschreven vermeldingen, alsmede het bedrag van de belasting waarvan hij schuldenaar is tegenover de Staat overeenkomstig artikel 5 van dit besluit.


§ 4. Bij de levering van een automobiel of van een ander in artikel 8, tweede lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 1, van 23 juli 1969, bedoeld goed, dat van zijn onderneming voortkomt, is de landbouwondernemer die onderworpen is aan de regeling ingesteld bij artikel 57, § 1, van het Wetboek, ertoe gehouden aan zijn medecontractant een stuk uit te reiken met de vermeldingen voorgeschreven door artikel 2, 2° tot 7°, van het koninklijk besluit nr. 1, van 23 juli 1969, en, voor de personenauto's, door artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit nr. 17 van 20 december 1984. Vooraleer het wordt uitgereikt, wordt dat stuk met fiscale zegels bekleed tot beloop van de verschuldigde belasting op de wijze aangegeven in artikel 9, § 3, van het koninklijk besluit nr. 24, van 23 oktober 1970.


§ 5. In de gevallen en onder voorwaarden te bepalen door of vanwege de Minister van Financiën, kan worden afgeweken van het bepaalde in de §§ 1 tot 4 van dit artikel.