Nummer R 210/03-17

Datum :
04-11-1999
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Regelgeving
Type :
Comments
Subdomein :
Fiscal Discipline

Samenvatting :

Begrip "vernietiging"

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Nummer R 210/03-17
Nummer R 210/03-17
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Comments
Title : Nummer R 210/03-17
Document date : 04/11/1999
Document language : NL
Name : R 210/03-17
Version : 1
Previous document   Next document   Show list of documents

Nummer R 210/03-17

03. - Begrip "vernietiging".

17. - Vonnis van de Rechtbank van koophandel van Brussel van 8 juli 1987 houdende hoofdelijke veroordeling van de eiser samen met anderen tot betaling aan de N.V. "X" en aan een aantal van zijn aandeelhouders van de som van 35.860.065,- F. Het registratierecht van 2,5 % beoogd door artikel 142 W. Reg. (905.120F) werd betaald op dit vonnis.

In zijn arrest van 20 februari 1992, vernietigt het Hof van Beroep van Brussel voornoemd vonnis en beslist dat - alvorens uitspraak te doen over de gegrondheid van de hoofdeis - het aan de deskundigen is om hun verslag betreffende de schatting van de overgedragen aandelen te herzien, teneinde rekening te houden met meerwaarden van de lichamelijke activa.

Bedoeld arrest mag in geen geval als vernietiging van het vonnis a quo worden beschouwd en als recht gevend op de teruggave van de betaalde registratierechten tengevolge van deze uitspraak;de verjaring van de vraag om teruggave heeft zeker geen aanvang kunnen nemen vanaf de uitspraak.

Een tweede arrest wordt door dezelfde rechtsmacht geveld op 3januari 1996 waarbij aan de partijen akte worden verleend van hun akkoord met de ongegrondheid van de hoofdeis en is gemotiveerd als volgt : "overwegende dat tengevolge het arrest van het Hof van 20 Februari 1992, de appellanten bij conclusie stellen dat gebleken is dat de oorspronkelijke eisen niet meer gegrond waren zodat de partijen de deskundigen hebben verzocht om hun opdracht niet verder te zetten; dat de geïntimeerden vragen dat van hun akkoord met de conclusies van appellanten akte wordt verleend".

Overeenkomstig de ratio legis, is de op een vonnis geheven belasting te beschouwen als de vergoeding van een door het gerecht aan de rechtszoekende geleverde dienst en dienen de aldus geheven rechten niet te worden teruggegeven dan wanneer later door een hogere rechtsmacht, die uitspraak doet in beroep of voorziening in Cassatie, of door dezelfde rechtsmacht bij verzet, wordt vastgesteld dat de dienst van het gerecht slechts schijn was aangezien de eerste beslissing nietig wordt verklaard wegens grond- of vormvereisten. Dit rechtvaardigt de bewering volgens dewelke een arrest dat akte geeft van het akkoord van de partijen betreffende de ongegrondheid van de eis, niet als een arrest houdende vernietiging van de eerste beslissing mag worden beschouwd.

In casu heeft het Hof van beroep het vonnis a quo niet vernietigd om grond- of vormredenen, hieraan inherent, en met name door de vaststelling van een beoordelingsfout in feite en/of in rechte, zodat het recht op teruggave van de op grond van voornoemd vonnis betaalde registratierechten niet is ontstaan.

(Vonnis van de Vierde kamer van de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel, dd. 4 november 1999, Rec. gén., nr. 25.033, bevestigd door Arrest van het Hof van beroep te Brussel, dd. 30 juni 2006, bl. nr. E.E./95.621.)

----------

APRIL 2007 - 1210/11