Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 27 Juni 2012 (België). RG M11-5-0591/8220

Datum :
27-06-2012
Taal :
Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20120627-3
Rolnummer :
M11-5-0591/8220

Samenvatting :

Samenvatting 1

Beslissing :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

(...)

I. Feiten

Tussen ../../1993 en 30 november 2006 werd verzoeker te ..., ... en ... herhaaldelijk geslagen door zijn vader, de heer Mohamed Z..

De heer Z. ranselde ook geregeld zijn andere kinderen af. Sommigen werden aangerand (zie de verbandhoudende dossiers).

II. Vervolging

Bij beschikking van de raadkamer van de rechtbank van eerste aanleg te ... d.d. 2 maart 2010 werden de sub I vermelde feiten bewezen verklaard lastens de heer Mohamed Z., maar werd zijn internering bevolen.

Op burgerlijk gebied werd hij veroordeeld tot betaling van een morele schadevergoeding van euro 2.500 meer intresten aan mevrouw Marijke Y. q.q. Salim X..

Tegen deze beschikking werd hoger beroep aangetekend door de heer Z., maar bij arrest van de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep te ... d.d. 18 mei 2010 werd de bestreden beschikking bevestigd.

Blijkens een attest van de griffie werd tegen dit arrest geen cassatieberoep aangetekend.

III. Gevolgen van de feiten voor Salim X.

Ter zitting van de Commissie d.d. 31 mei 2012 deelde verzoeker mee dat hij nog psychische gevolgen ondervindt van de feiten en dat hij behoefte heeft aan therapie en psychologische bijstand.

IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

In zijn schrijven d.d. 3 januari 2011 deelt gerechtsdeurwaarder V. mee dat uitvoering lastens de heer Z. "nooit mogelijk zal zijn". Hij verblijft in de gevangenis te ... en is sinds 18 november 2010 van ambtswege afgevoerd.

Luidens het verzoekschrift is er geen rechtsbijstandsverzekering voorhanden.

V. Begroting van de gevraagde hulp

In het initieel verzoekschrift vroeg verzoeker om de toekenning van een hulp van euro 2.500, overeenstemmend met de morele schadevergoeding die hem bij beschikking van de raadkamer (zoals bevestigd bij arrest van de K.I.) werd toegekend.

Ter zitting d.d. 31 mei 2012 vroeg verzoeker aan de Commissie om, behoudens voor morele schade, tevens een tegemoetkoming te verlenen voor therapiekosten en psychologische bijstand.

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen nageleefd te worden.

Bij de beoordeling van het voorliggend hulpverzoek houdt de Commissie rekening met:

- de aard, de ernst, de lange duur en de frequentie van de gepleegde feiten;

- de jeugdige leeftijd van het slachtoffer;

- de omstandigheid dat de feiten gepleegd werden door de eigen vader van het slachtoffer;

- de psychische gevolgen die verzoeker tot op heden ondervindt en welke een therapeutische behandeling noodzakelijk maken (zoals nader toegelicht ter zitting).

In die omstandigheden meent de Commissie in billijkheid een hulp van euro 3.500 te kunnen toekennen: euro 2.500 voor morele schade + euro 1.000 voor therapiekosten.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op:

- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;

- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;

- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006.

Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent een hulp toe van euro 3.500.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 27 juni 2012.

De secretaris, De voorzitter,

G. VAN DEN ABBEELE L. VULSTEKE