194_03_00_01_00_rev2020_v10_WIBhist_art_194ter

Datum :
25-12-2017
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
52 pagina's
Sectie :
Regelgeving
Type :
Codes and legislation
Subdomein :
Fiscal Discipline

Samenvatting :

TITEL III. - VENNOOTSCHAPSBELASTIN

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Artikel 194ter, WIB 92 (historisch)
Artikel 194ter, WIB 92 (historisch)
Document
Content exists in : nl fr

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Effective date : 01.01.2020
Document type : Codes and legislation
Title : Artikel 194ter, WIB 92 (historisch)
Document date : 25/12/2017
Keywords : vennootschapsbelasting / belastbare grondslag in de Ven.B / vrijgestelde winst / audiovisueel werk / vrijstellingsvoorwaarde
Document language : NL
Name : 194_03_00_01_00_rev2020_v10_WIBhist_art_194ter
Version : 1
Previous document   Next document   Show list of documents

 

Art. 194ter, § 2, § 4, 4°, en § 7, vierde lid, treedt in werking op 01.01.2020 en is van toepassing vanaf aanslagjaar 2021 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 01.01.2020

Het opschrift van de onderafdeling IV van deel I, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, van het WIB 1992, treedt in werking op 17.01.2017 en is van toepassing op de raamovereenkomsten ondertekend vanaf 01.02.2017

Art. 194ter is van toepassing op de raamovereenkomsten getekend vanaf 01.07.2016

Art. 194ter is van toepassing vanaf 01.01.2015

Art. 194ter, § 1, nieuw 2e lid, 4e lid, voorheen 3e lid, § 4, 2e t/m 3e lid, is van toepassing vanaf 08.07.2013

Art. 194ter, § 1, 1e lid, 3°, 2e streepje, § 1, 5e t/m 9e lid, § 4, 1e lid, 5°bis, § 4, 1e lid, 7°, § 5, 5°, 4e streepje, § 5, 8°, 1e streepje, 4e streepje, § 6, 2e lid, is van toepassing op de raamovereenkomsten die vanaf 01.07.2013 zijn getekend

Art. 194ter is van toepassing vanaf 01.01.2010

Art. 194ter, § 1, 1e lid, 3°, 1e streepje, is van toepassing vanaf 16.07.2007 (art. 2, W 03.12.2006 - B.S. 27.12.2006) en (art. 1, KB 14.11.2008 - B.S. 19.11.2008)

Art. 194ter, § 1, 1e lid, 3°, 1e streepje, is van toepassing vanaf 01.01.2006; de Koning kan nochtans, bij besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, bepalen dat dit artikel op een vroegere datum in werking treedt (art. 2, W 17.05.2004 - B.S. 04.06.2004)

Art. 194ter is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2004 (art. 128, W 02.08.2002 - B.S. 29.08.2002 - err. B.S. 04.10.2002 - err. B.S. 13.11.2002 - err. B.S. 07.04.2003); (art. 1, KB 03.05.2003 - B.S. 09.05.2003); (art. 291, W 22.12.2003 - B.S. 31.12.2003 - err. B.S. 16.01.2004) en (art. 2, W 17.05.2004 - B.S. 04.06.2004)

 

 

Art. 194ter, § 2, § 4, 4°, en § 7, vierde lid, treedt in werking op 01.01.2020 en is van toepassing vanaf aanslagjaar 2021 verbonden aan een belastbaar tijdperk dat ten vroegste aanvangt op 01.01.2020 (art. 30, 2°, 4° en 6°, en 86, B2, W 25.12.2017 - B.S. 29.12.2017; Numac: 2017014414)

[Hoofdstuk 1, W 25.12.2017 (B.S. 29.12.2017; Numac: 2017014414) heeft inzonderheid de gedeeltelijke omzetting tot doel van richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt en de omzetting van richtlijn (EU) 2017/952 van de Raad van 29 mei 2017 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2016/1164 wat betreft hybridemismatches met derde landen (art. 2, W 25.12.2017 - B.S. 29/12/2017; Numac: 2017014414)]

[Elke wijziging die vanaf 26 juli 2017 aan de afsluitingsdatum van het boekjaar wordt aangebracht, blijft zonder uitwerking voor de toepassing van de in dit hoofdstuk bedoelde bepalingen (art. 86 D, W 25.12.2017 - B.S. 29/12/2017; Numac: 2017014414)]

 

§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° in aanmerking komende investeerder:

- de binnenlandse vennootschap, of;

- de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°;

andere dan:

- een in aanmerking komende productievennootschap zoals bedoeld in 2°, of een gelijkaardige productievennootschap die niet erkend is; of

- een vennootschap die verbonden is in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen met een in het eerste streepje bedoelde vennootschap die deelneemt aan het desbetreffende in aanmerking komend werk; of

- een televisieomroep,

die een raamovereenkomst ondertekent zoals bedoeld in 5° waarin hij zich verbindt sommen te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest zoals bedoeld in 10°;

2° in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;

Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als een met Belgische of buitenlandse televisieomroepen verbonden onderneming beschouwd, de onderneming die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, maar die zich ertoe verbindt om geen raamovereenkomst af te sluiten in het kader van het Tax Shelter stelsel voor de productie van een in aanmerking komend werk waarvoor deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de in aanmerking komende productievennootschap zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de in aanmerking komende investeerder als ten aanzien van de federale overheid;

3° in aanmerking komende tussenpersoon:

de natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de onderhandelingen en het afsluiten van een raamovereenkomst tussenkomt met het oog op het afleveren van een tax shelter-attest in ruil voor een vergoeding of een voordeel,

die niet zelf een in aanmerking komende productievennootschap of investeerder is

en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend, volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;

4° in aanmerking komend werk:

- een Europees audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een kortfilm met uitzondering van korte reclamefilms, een lange fictiefilm voor televisie, in voorkomend geval opgedeeld in afleveringen, een fictie- of animatieserie bestemd voor televisie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen of een documentaire voor televisie, die door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap is erkend als Europees werk zoals bedoeld in de richtlijn 'Televisie zonder grenzen' van 3 oktober 1989 (89/552/EEG), gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en bekrachtigd door de Franse Gemeenschap op 4 januari 1999, door de Vlaamse Gemeenschap op 25 januari 1995 en door het Brusselse hoofdstedelijk Gewest op 30 maart 1995. Internationale producties in de categorie fictiefilm, documentaire of animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, komen in aanmerking voor zover zij:

  • ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten);
  • ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van een bilaterale overeenkomst inzake coproductie afgesloten door België met een andere Staat. Onder Staat, en dat geldt evenzeer voor België, wordt zowel het federale niveau als alle administratieve onderliggende niveaus bedoeld;

- waarvoor de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in 7°, worden gedaan binnen een periode eindigend ten hoogste 18 maanden na de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 5°. Voor animatiefilms en voor animatieseries bestemd voor televisie wordt deze periode van 18 maanden verlengd met zes maanden;

5° raamovereenkomst: de overeenkomst die binnen de maand volgend op haar ondertekening is aangemeld bij de Federale Overheidsdienst Financiën door de in aanmerking komende productievennootschap (...) waardoor de in aanmerking komende investeerder zich verbindt, ten aanzien van een in aanmerking komende productievennootschap, een som te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest van een in aanmerking komend werk;

6° kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte: de uitgaven die zijn verricht in de Europese Economische Ruimte met betrekking tot de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk, in de mate dat tenminste 70 % van deze uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

7° de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan: de in België gedane uitgaven die betrekking hebben op de productie en exploitatie van een in aanmerking komend werk en waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, aan het gewoon stelsel van aanslag, met uitzondering van de uitgaven bedoeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, van de in artikel 53, 24°, vermelde uitgaven of voordelen, alsmede van alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

8° uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: de uitgaven die verbonden zijn met de creatieve en technische productie van het in aanmerking komend werk, zoals:

- kosten met betrekking tot de artistieke rechten met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode voor de raamovereenkomst. Deze periode voorafgaand aan de raamovereenkomst wordt in voorkomend geval aangepast overeenkomstig het zesde lid;

- lonen en andere vergoedingen van het personeel, vergoedingen van zelfstandige dienstverleners;

- kosten toegerekend aan de betaling van de acteurs, muzikanten en artistieke functies voor zover zij bijdragen aan de interpretatie en realisatie van het in aanmerking komend werk;

- sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten van decors, rekwisieten, kostuums en attributen, die in beeld worden gebracht;

- kosten van vervoer en accommodatie, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25 % van de kosten, bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten toegewezen aan hardware en andere technische middelen;

- kosten van laboratorium en de aanmaak van de master;

- verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;

- kosten van publicatie en van promotie eigen aan de productie: aanmaken van het persdossier, basiswebsite, de montage van een trailer, alsook de première.

- vergoedingen betaald aan de productie-manager, de postproductie-coördinator en de line producer;

9° uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: inzonderheid de volgende uitgaven:

- de uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve en financiële organisatie en begeleiding van de audiovisuele productie;

(...)

- financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die een raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk hebben afgesloten;

- kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komend werk of de sommen die werden gestort op basis van een raamovereenkomst zoals bedoeld in 5°, met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;

(...)

- facturen die zijn opgesteld door de in aanmerking komende investeerder met uitzondering van facturen van facilitaire audiovisuele bedrijven voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;

- distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn.

Wanneer ze betrekking hebben op werkelijke prestaties, worden ook als uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk aangemerkt, de vergoedingen betaald of toegekend aan executive producers, co-producers, associate of andere producers die niet in 8° worden bedoeld, alsmede de algemene kosten en commissielonen van de productie ten bate van de producer, in de mate dat deze vergoedingen, kosten en commissielonen niet meer dan 18 % bedragen van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan;

10° tax shelter-attest: een fiscaal attest, of een deel van dit fiscaal attest, dat (...) op verzoek van de in aanmerking komende productievennootschap wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën (...), volgens de modaliteiten en voorwaarden zoals bepaald in § 7 die kunnen worden aangevuld door de Koning, op basis van de raamovereenkomst zoals bedoeld in 5° en de uitgaven gedaan voor de financiering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals bepaald in 4°. (...) Het tax shelter-attest wordt bijgehouden door de in aanmerking komende investeerder (...).

(...)

In afwijking van het eerste lid, 7°, worden, wanneer de uitgaven, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op één of meerdere onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze uitgaven slechts als in België gedane uitgaven aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10 % van de uitgaven niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.

Voor de berekening van het percentage bepaald in het tweede lid, wordt er geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane uitgaven indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.

Tenminste 70 % van de productie- en exploitatie-uitgaven in België zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie.

De uitgaven gedaan binnen zes maanden voorafgaand aan de ondertekening van de raamovereenkomst voor het in aanmerking komend werk, die betrekking hebben op de productie en de exploitatie van dit in aanmerking komend werk en die beantwoorden aan alle andere in dit artikel bedoelde voorwaarden, worden als in aanmerking komende uitgaven beschouwd voor zover de betrokken Gemeenschap het werk heeft erkend overeenkomstig § 7, eerste lid, 3°, eerste streepje, en voor zover de in aanmerking komende productievennootschap kan verantwoorden waarom het noodzakelijk was dat deze uitgaven moesten gedaan worden vóór en niet na de ondertekening.

(...)

§ 2. Ten name van de in aanmerking komende investeerder wordt de belastbare winst in het belastbaar tijdperk waarin de raamovereenkomst is getekend, binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden voorlopig vrijgesteld ten belope van 421 % van de sommen waartoe de investeerder zich in uitvoering van deze raamovereenkomst verbonden heeft voor zover deze werkelijk door die investeerder gestort zijn binnen de drie maanden na de ondertekening van deze raamovereenkomst.

§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 %, met een maximum van 750.000 euro, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.

Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.

(...)

§ 4. De vrijstelling die is toegekend op basis van de overgemaakte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest wordt slechts verleend en behouden wanneer:

1° de in § 2 bedoelde vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot de investeerder de definitieve vrijstelling opeist overeenkomstig de in § 5 vermelde termijnen en voorwaarden;

2° de vrijgestelde winst bedoeld in § 2 niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het tax shelter-attest door de Federale Overheidsdienst Financiën wordt afgeleverd;

(...)

3° het totaal van de door het geheel van in aanmerking komende investeerders daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2, niet meer bedraagt dan 50 % van het totale budget van de uitgaven voor het in aanmerking komend werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;

4° de in § 2 vrijgestelde winst beperkt is tot 203 % van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in de raamovereenkomst.

(...)

§ 5. De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het Tax Shelter attest uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, daadwerkelijk wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën.

De vrijstelling waarop aanspraak wordt gemaakt uit hoofde van ofwel de sommen die op grond van de raamovereenkomst werkelijk betaald zijn in het in § 2, bedoelde tijdperk ofwel de fiscale waarde van het tax shelter-attest, en van de in § 3, tweede lid, bedoelde overdracht, kan uiterlijk worden toegekend in het aanslagjaar verbonden met het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van de raamovereenkomst.

De definitieve vrijstelling die is toegekend op basis van de gestorte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst en met het oog op het behalen van een tax shelter-attest wordt slechts toegekend indien de investeerder bij de aangifte in de inkomstenbelastingen van het belastbaar tijdperk in de loop van hetwelk hij aanspraak heeft gemaakt op de definitieve vrijstelling, een kopie voegt van het tax shelter-attest dat hij ontvangen heeft in overeenstemming met § 1, eerste lid, 10°, en in de mate waarin per belastbaar tijdperk, de grens en het maximum bedoeld in § 3 nageleefd worden.

§ 6. Voor de periode verstreken tussen de datum van de eerste storting op grond van een raamovereenkomst en het ogenblik waarop het tax shelter-attest (...) wordt afgeleverd, maar met een maximum van 18 maanden, kan de in aanmerking komende productievennootschap aan de in aanmerking komende investeerder een som storten berekend op de in het kader van de raamovereenkomst effectief uitgevoerde betalingen die worden verricht ter verkrijging van het tax shelter-attest, prorata van de verlopende dagen, en waarvan de maximumrente gelijk is aan het gemiddelde van EURIBOR 12 maanden van de laatste dag van elke maand van het kalenderhalfjaar dat voorafgaat aan de door de in aanmerking komende investeerder gedane stortingen, verhoogd met 450 basispunten.

§ 7. Het tax shelter-attest wordt slechts uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Financiën (...) indien aan de hieronder bepaalde modaliteiten en voorwaarden evenals aan degene die eventueel door de Koning zijn bepaald, is voldaan:

1° de in aanmerking komende productievennootschap(...) heeft de raamovereenkomst bij de Federale Overheidsdienst Financiën in overeenstemming met § 1, eerste lid, 5°, aangemeld;

2° de in aanmerking komende productievennootschap heeft het tax shelter-attest aangevraagd op basis van de aangemelde raamovereenkomst en de uitgaven die zijn verricht voor de uitvoering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals gedefinieerd in § 1, eerste lid, 6° en 7°;

3° de in aanmerking komende productievennootschap (...) heeft aan de Federale Overheidsdienst Financiën samen met de aanvraag voor een tax shelter-attest voorgelegd:

- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, en dat, in het geval waarbij de productievennootschap verbonden is met een televisieomroep, overeenkomstig § 1, eerste lid, 2°, tweede lid, zij in een eerste analyse inschat of de televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk is voltooid en dat de in toepassing van dit artikel uitgevoerde globale financiering van het werk is uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarde en grens bedoeld in § 4, 3°;

3° bis de televisieomroep zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, verkrijgt geen voordelen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

4° tenminste 70 % van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

4° bis tenminste 70 % van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België zijn gedaan, zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

5° de productievennootschap heeft geen achterstallen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het ogenblik van het afsluiten van de raamovereenkomst;

6° de voorwaarden bedoeld in § 4, 1° tot 3°, worden ononderbroken nageleefd;

7° alle voorwaarden die betrekking hebben op de hoedanigheid, de grens, het maximum, de termijn en territorialiteit bedoeld in dit artikel worden nageleefd.

In het geval dat wordt vastgesteld dat een van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk.

In het geval dat de in aanmerking komende investeerder op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, het tax shelter-attest niet heeft ontvangen wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk het tax shelter-attest rechtsgeldig kon worden afgeleverd.

De definitieve vrijstelling is in ieder geval beperkt tot 203 % van de fiscale waarde van het tax shelter-attest. Het eventuele overschot van de sommen die zijn gestort en die in aanmerking zijn genomen als tijdelijk vrijgestelde winst overeenkomstig §§ 2 en 3 wordt beschouwd als winst van het belastbaar tijdperk tijdens hetwelke het tax shelter-attest is afgeleverd.

In afwijking van artikel 416, in de gevallen bedoeld in de drie voorgaande leden, zijn de nalatigheidsinteresten verschuldigd op de verschuldigde belasting vanaf 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd.

De Koning kan de nadere toepassingsregels bepalen, met name voor de toekenning, de bewaring, de overdracht, de administratie en de aanmelding van het attest.

§ 8. De fiscale waarde van het tax shelter-attest, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 10°, wordt vastgelegd, conform de door de Koning bepaalde modaliteiten, op:

- 70 % van het bedrag van de in aanmerking komende productie- en exploitatie-uitgaven verricht in de Europese Economische Ruimte en uitgevoerd voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk, in de mate dat deze 70 % van het bedrag van de uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- met een maximum van tien negende van het bedrag dat betrekking heeft op de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 7°, binnen een termijn van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk, die eventueel is aangepast overeenkomstig § 1, zesde lid.

Voor animatiefilms en animatieseries bestemd voor televisie wordt deze termijn van 18 maanden verlengd met zes maanden.

Indien evenwel het totaal van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie minder is dan 70 % van het totaal van de in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven, zal de fiscale waarde van het Tax Shelter attest proportioneel worden verminderd a rato van het percentage van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie, in verhouding tot de vereiste 70 %

De som van alle fiscale waarden van de Tax Shelter attesten bedraagt per in aanmerking komend werk maximaal 15.000.000 euro.

§ 9. De stortingen die zijn overeengekomen in het kader van een raamovereenkomst moeten in hun geheel ten laatste drie maand voor de aflevering van het tax shelter-attest zijn uitgevoerd.

§ 10. De raamovereenkomst die tot doel heeft een in aanmerking komend werk te produceren bevat verplicht:

1° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel en de datum van de erkenning van de in aanmerking komende productievennootschap;

2° de benaming, het ondernemingsnummer en het maatschappelijk doel van de in aanmerking komende investeerder;

3° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel of de identiteit en het nationaal nummer, alsook de datum van de erkenning van de in aanmerking komende tussenpersoon;

4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komend werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;

5° de begroting van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:

- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de in aanmerking komende productievennootschap;

- het gedeelte dat gefinancierd wordt door elk van de in aanmerking komende investeerders, dat reeds is vastgelegd;

6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die bestemd zijn voor de uitvoering van de raamovereenkomst;

7° de waarborg dat elke in aanmerking komende investeerder noch een in aanmerking komende productievennootschap, noch een televisieomroep, noch een in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen met een in aanmerking komende productievennootschap verbonden vennootschap is;

8° de verbintenis van de productie-vennootschap:

- dat ze geen onderneming is die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, of dat ze niet als een met een Belgische of buitenlandse televisieomroep verbonden onderneming beschouwd kan worden overeenkomstig § 1, 2°, tweede lid, gezien deze televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

- het definitieve bedrag dat (...) wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst door de vrijstelling van de winst te beperken tot ten hoogste 50 % van de begroting van de totale uitgaven van het in aanmerking komend werk voor het geheel van de in aanmerking komende investeerders, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van deze begroting;

- dat ten minste 70 % van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- dat ten minste 70 % van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- dat ten minste 90 % van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven die in aanmerking genomen worden bij de berekening van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het Tax Shelter attest zoals vermeld in de raamovereenkomst, in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven zijn, zodat deze fiscale waarde kan worden bereikt;

- in de eindgeneriek van het werk de steun te vermelden aangebracht door de Belgische wetgever inzake de tax shelter;

9° de verbintenis van de in aanmerking komende productievennootschap en de in aanmerking komende tussenpersonen om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het tax shelter stelsel en meer in het bijzonder, van § 12 van dit artikel.

De Koning kan de praktische modaliteiten van uitwerking, inhoud en vorm van de raamovereenkomst bepalen.

§ 11. Geen enkel economisch of financieel voordeel kan worden toegekend aan de in aanmerking komende investeerder, met uitzondering van handelsgeschenken van geringe waarde in de zin van artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. De waarborg van het voltooien van het in aanmerking komend werk en de aflevering van het tax shelter-attest wordt niet beschouwd als een economisch of financieel voordeel, voor zover de in aanmerking komende investeerder, in het geval dat deze zich beroept op deze waarborg, niet meer ontvangt dan het bedrag van de belastingen en de nalatigheidsinteresten verschuldigd door deze investeerder in het geval van niet naleving van de vrijstellingsvoorwaarde.

De in aanmerking komende investeerder mag geen rechten, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het in aanmerking komend werk bezitten of in bezit gehad hebben.

De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht van de in aanmerking komende investeerder om aanspraak te maken op een eventuele aftrek als beroepskosten van de andere bedragen dan degene die in het kader van de raamovereenkomst gestort zijn en die evenzeer betrekking hebben op de productie van een in aanmerking komend werk, en dit binnen de voorwaarden bepaald door de artikelen 49 en volgende.

In afwijking van de artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn de kosten en verliezen evenals de minderwaarden, voorzieningen en afschrijvingen die betrekking hebben op de aankoop van een tax shelter-attest, noch aftrekbaar als beroepskost, of -verlies, noch vrijstelbaar.

§ 12. Het aanbod van een tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap of door de in aanmerking komende tussenpersoon en de bemiddeling in raamovereenkomsten worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

top pagina

 

Het opschrift van de onderafdeling IV van deel I, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, van het WIB 1992, treedt in werking op 17.01.2017 en is van toepassing op de raamovereenkomsten ondertekend vanaf 01.02.2017 (art. 3 en 8, W 25.12.2016 - B.S. 17.01.2017; Numac: 2017010078)

 

§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° in aanmerking komende investeerder:

- de binnenlandse vennootschap, of;

- de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°;

andere dan:

- een in aanmerking komende productievennootschap zoals bedoeld in 2°, of een gelijkaardige productievennootschap die niet erkend is; of

- een vennootschap die verbonden is in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen met een in het eerste streepje bedoelde vennootschap die deelneemt aan het desbetreffende in aanmerking komend werk; of

- een televisieomroep,

die een raamovereenkomst ondertekent zoals bedoeld in 5° waarin hij zich verbindt sommen te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest zoals bedoeld in 10°;

2° in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;

Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als een met Belgische of buitenlandse televisieomroepen verbonden onderneming beschouwd, de onderneming die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, maar die zich ertoe verbindt om geen raamovereenkomst af te sluiten in het kader van het Tax Shelter stelsel voor de productie van een in aanmerking komend werk waarvoor deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de in aanmerking komende productievennootschap zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de in aanmerking komende investeerder als ten aanzien van de federale overheid;

3° in aanmerking komende tussenpersoon:

de natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de onderhandelingen en het afsluiten van een raamovereenkomst tussenkomt met het oog op het afleveren van een tax shelter-attest in ruil voor een vergoeding of een voordeel,

die niet zelf een in aanmerking komende productievennootschap of investeerder is

en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend, volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;

4° in aanmerking komend werk:

- een Europees audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een kortfilm met uitzondering van korte reclamefilms, een lange fictiefilm voor televisie, in voorkomend geval opgedeeld in afleveringen, een fictie- of animatieserie bestemd voor televisie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen of een documentaire voor televisie, die door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap is erkend als Europees werk zoals bedoeld in de richtlijn "Televisie zonder grenzen" van 3 oktober 1989 (89/552/EEG), gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en bekrachtigd door de Franse Gemeenschap op 4 januari 1999, door de Vlaamse Gemeenschap op 25 januari 1995 en door het Brusselse hoofdstedelijk Gewest op 30 maart 1995. Internationale producties in de categorie fictiefilm, documentaire of animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, komen in aanmerking voor zover zij:

  • ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten);
  • ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van een bilaterale overeenkomst inzake coproductie afgesloten door België met een andere Staat. Onder Staat, en dat geldt evenzeer voor België, wordt zowel het federale niveau als alle administratieve onderliggende niveaus bedoeld;

- waarvoor de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in 7°, worden gedaan binnen een periode eindigend ten hoogste 18 maanden na de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 5°. Voor animatiefilms en voor animatieseries bestemd voor televisie wordt deze periode van 18 maanden verlengd met zes maanden;

5° raamovereenkomst: de overeenkomst die binnen de maand volgend op haar ondertekening is aangemeld bij de Federale Overheidsdienst Financiën door de in aanmerking komende productievennootschap (...) waardoor de in aanmerking komende investeerder zich verbindt, ten aanzien van een in aanmerking komende productievennootschap, een som te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest van een in aanmerking komend werk;

6° kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte: de uitgaven die zijn verricht in de Europese Economische Ruimte met betrekking tot de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk, in de mate dat tenminste 70 pct. van deze uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

7° de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan: de in België gedane uitgaven die betrekking hebben op de productie en exploitatie van een in aanmerking komend werk en waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, aan het gewoon stelsel van aanslag, met uitzondering van de uitgaven bedoeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, van de in artikel 53, 24°, vermelde uitgaven of voordelen, alsmede van alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

8° uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: de uitgaven die verbonden zijn met de creatieve en technische productie van het in aanmerking komend werk, zoals:

- kosten met betrekking tot de artistieke rechten met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode voor de raamovereenkomst. Deze periode voorafgaand aan de raamovereenkomst wordt in voorkomend geval aangepast overeenkomstig het zesde lid;

- lonen en andere vergoedingen van het personeel, vergoedingen van zelfstandige dienstverleners;

- kosten toegerekend aan de betaling van de acteurs, muzikanten en artistieke functies voor zover zij bijdragen aan de interpretatie en realisatie van het in aanmerking komend werk;

- sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten van decors, rekwisieten, kostuums en attributen, die in beeld worden gebracht;

- kosten van vervoer en accommodatie, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25 pct van de kosten, bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten toegewezen aan hardware en andere technische middelen;

- kosten van laboratorium en de aanmaak van de master;

- verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;

- kosten van publicatie en van promotie eigen aan de productie: aanmaken van het persdossier, basiswebsite, de montage van een trailer, alsook de première.

- vergoedingen betaald aan de productie-manager, de postproductie-coördinator en de line producer;

9° uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: inzonderheid de volgende uitgaven:

- de uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve en financiële organisatie en begeleiding van de audiovisuele productie;

(...)

- financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die een raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk hebben afgesloten;

- kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komend werk of de sommen die werden gestort op basis van een raamovereenkomst zoals bedoeld in 5°, met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;

(...)

- facturen die zijn opgesteld door de in aanmerking komende investeerder met uitzondering van facturen van facilitaire audiovisuele bedrijven voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;

- distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn.

Wanneer ze betrekking hebben op werkelijke prestaties, worden ook als uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk aangemerkt, de vergoedingen betaald of toegekend aan executive producers, co-producers, associate of andere producers die niet in 8° worden bedoeld, alsmede de algemene kosten en commissielonen van de productie ten bate van de producer, in de mate dat deze vergoedingen, kosten en commissielonen niet meer dan 18 pct. bedragen van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan;

10° tax shelter-attest: een fiscaal attest, of een deel van dit fiscaal attest, dat (...) op verzoek van de in aanmerking komende productievennootschap wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën (...), volgens de modaliteiten en voorwaarden zoals bepaald in § 7 die kunnen worden aangevuld door de Koning, op basis van de raamovereenkomst zoals bedoeld in 5° en de uitgaven gedaan voor de financiering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals bepaald in 4°. (...) Het tax shelter-attest wordt bijgehouden door de in aanmerking komende investeerder (...).

(...)

In afwijking van het eerste lid, 7°, worden, wanneer de uitgaven, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op één of meerdere onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze uitgaven slechts als in België gedane uitgaven aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10 pct van de uitgaven niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.

Voor de berekening van het percentage bepaald in het tweede lid, wordt er geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane uitgaven indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.

Tenminste 70 pct. van de productie- en exploitatie-uitgaven in België zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie.

De uitgaven gedaan binnen zes maanden voorafgaand aan de ondertekening van de raamovereenkomst voor het in aanmerking komend werk, die betrekking hebben op de productie en de exploitatie van dit in aanmerking komend werk en die beantwoorden aan alle andere in dit artikel bedoelde voorwaarden, worden als in aanmerking komende uitgaven beschouwd voor zover de betrokken Gemeenschap het werk heeft erkend overeenkomstig § 7, eerste lid, 3°, eerste streepje, en voor zover de in aanmerking komende productievennootschap kan verantwoorden waarom het noodzakelijk was dat deze uitgaven moesten gedaan worden vóór en niet na de ondertekening.

(...)

§ 2. Ten name van de in aanmerking komende investeerder wordt de belastbare winst in het belastbaar tijdperk waarin de raamovereenkomst is getekend, binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden voorlopig vrijgesteld ten belope van 310 pct. van de sommen waartoe de investeerder zich in uitvoering van deze raamovereenkomst verbonden heeft voor zover deze werkelijk door die investeerder gestort zijn binnen de drie maanden na de ondertekening van deze raamovereenkomst.

§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 pct, met een maximum van 750.000 EUR, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.

Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.

(...)

§ 4. De vrijstelling die is toegekend op basis van de overgemaakte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest wordt slechts verleend en behouden wanneer:

1° de in § 2 bedoelde vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot de investeerder de definitieve vrijstelling opeist overeenkomstig de in § 5 vermelde termijnen en voorwaarden;

2° de vrijgestelde winst bedoeld in § 2 niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het tax shelter-attest door de Federale Overheidsdienst Financiën wordt afgeleverd;

(...)

3° het totaal van de door het geheel van in aanmerking komende investeerders daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2, niet meer bedraagt dan 50 pct van het totale budget van de uitgaven voor het in aanmerking komend werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;

4° de in § 2 vrijgestelde winst beperkt is tot 150 pct. van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in de raamovereenkomst.

(...)

§ 5. De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het Tax Shelter attest uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, daadwerkelijk wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën.

De vrijstelling waarop aanspraak wordt gemaakt uit hoofde van ofwel de sommen die op grond van de raamovereenkomst werkelijk betaald zijn in het in § 2, bedoelde tijdperk ofwel de fiscale waarde van het tax shelter-attest, en van de in § 3, tweede lid, bedoelde overdracht, kan uiterlijk worden toegekend in het aanslagjaar verbonden met het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van de raamovereenkomst.

De definitieve vrijstelling die is toegekend op basis van de gestorte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst en met het oog op het behalen van een tax shelter-attest wordt slechts toegekend indien de investeerder bij de aangifte in de inkomstenbelastingen van het belastbaar tijdperk in de loop van hetwelk hij aanspraak heeft gemaakt op de definitieve vrijstelling, een kopie voegt van het tax shelter-attest dat hij ontvangen heeft in overeenstemming met § 1, eerste lid, 10°, en in de mate waarin per belastbaar tijdperk, de grens en het maximum bedoeld in § 3 nageleefd worden.

§ 6. Voor de periode verstreken tussen de datum van de eerste storting op grond van een raamovereenkomst en het ogenblik waarop het tax shelter-attest (...) wordt afgeleverd, maar met een maximum van 18 maanden, kan de in aanmerking komende productievennootschap aan de in aanmerking komende investeerder een som storten berekend op de in het kader van de raamovereenkomst effectief uitgevoerde betalingen die worden verricht ter verkrijging van het tax shelter-attest, prorata van de verlopende dagen, en waarvan de maximumrente gelijk is aan het gemiddelde van EURIBOR 12 maanden van de laatste dag van elke maand van het kalenderhalfjaar dat voorafgaat aan de door de in aanmerking komende investeerder gedane stortingen, verhoogd met 450 basispunten.

§ 7. Het tax shelter-attest wordt slechts uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Financiën (...) indien aan de hieronder bepaalde modaliteiten en voorwaarden evenals aan degene die eventueel door de Koning zijn bepaald, is voldaan:

1° de in aanmerking komende productievennootschap(...) heeft de raamovereenkomst bij de Federale Overheidsdienst Financiën in overeenstemming met § 1, eerste lid, 5°, aangemeld;

2° de in aanmerking komende productievennootschap heeft het tax shelter-attest aangevraagd op basis van de aangemelde raamovereenkomst en de uitgaven die zijn verricht voor de uitvoering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals gedefinieerd in § 1, eerste lid, 6° en 7°;

3° de in aanmerking komende productievennootschap (...) heeft aan de Federale Overheidsdienst Financiën samen met de aanvraag voor een tax shelter-attest voorgelegd:

- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, en dat, in het geval waarbij de productievennootschap verbonden is met een televisieomroep, overeenkomstig § 1, eerste lid, 2°, tweede lid, zij in een eerste analyse inschat of de televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk is voltooid en dat de in toepassing van dit artikel uitgevoerde globale financiering van het werk is uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarde en grens bedoeld in § 4, 3°;

3° bis de televisieomroep zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, verkrijgt geen voordelen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

4° tenminste 70 pct. van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

4° bis tenminste 70 pct. van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België zijn gedaan, zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

5° de productievennootschap heeft geen achterstallen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het ogenblik van het afsluiten van de raamovereenkomst;

6° de voorwaarden bedoeld in § 4, 1° tot 3°, worden ononderbroken nageleefd;

7° alle voorwaarden die betrekking hebben op de hoedanigheid, de grens, het maximum, de termijn en territorialiteit bedoeld in dit artikel worden nageleefd.

In het geval dat wordt vastgesteld dat een van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk.

In het geval dat de in aanmerking komende investeerder op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, het tax shelter-attest niet heeft ontvangen wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk het tax shelter-attest rechtsgeldig kon worden afgeleverd.

De definitieve vrijstelling is in ieder geval beperkt tot 150 pct. van de fiscale waarde van het tax shelter-attest. Het eventuele overschot van de sommen die zijn gestort en die in aanmerking zijn genomen als tijdelijk vrijgestelde winst overeenkomstig §§ 2 en 3 wordt beschouwd als winst van het belastbaar tijdperk tijdens hetwelke het tax shelter-attest is afgeleverd.

In afwijking van artikel 416, in de gevallen bedoeld in de drie voorgaande leden, zijn de nalatigheidsinteresten verschuldigd op de verschuldigde belasting vanaf 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd.

De Koning kan de nadere toepassingsregels bepalen, met name voor de toekenning, de bewaring, de overdracht, de administratie en de aanmelding van het attest.

§ 8. De fiscale waarde van het tax shelter-attest, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 10°, wordt vastgelegd, conform de door de Koning bepaalde modaliteiten, op:

- 70 pct. van het bedrag van de in aanmerking komende productie- en exploitatie-uitgaven verricht in de Europese Economische Ruimte en uitgevoerd voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk, in de mate dat deze 70 pct. van het bedrag van de uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- met een maximum van tien negende van het bedrag dat betrekking heeft op de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 7°, binnen een termijn van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk, die eventueel is aangepast overeenkomstig § 1, zesde lid.

Voor animatiefilms en animatieseries bestemd voor televisie wordt deze termijn van 18 maanden verlengd met zes maanden.

Indien evenwel het totaal van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie minder is dan 70 pct. van het totaal van de in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven, zal de fiscale waarde van het Tax Shelter attest proportioneel worden verminderd a rato van het percentage van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie, in verhouding tot de vereiste 70 pct.

De som van alle fiscale waarden van de Tax Shelter attesten bedraagt per in aanmerking komend werk maximaal 15.000.000 euro.

§ 9. De stortingen die zijn overeengekomen in het kader van een raamovereenkomst moeten in hun geheel ten laatste drie maand voor de aflevering van het tax shelter-attest zijn uitgevoerd.

§ 10. De raamovereenkomst die tot doel heeft een in aanmerking komend werk te produceren bevat verplicht:

1° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel en de datum van de erkenning van de in aanmerking komende productievennootschap;

2° de benaming, het ondernemingsnummer en het maatschappelijk doel van de in aanmerking komende investeerder;

3° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel of de identiteit en het nationaal nummer, alsook de datum van de erkenning van de in aanmerking komende tussenpersoon;

4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komend werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;

5° de begroting van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:

- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de in aanmerking komende productievennootschap;

- het gedeelte dat gefinancierd wordt door elk van de in aanmerking komende investeerders, dat reeds is vastgelegd;

6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die bestemd zijn voor de uitvoering van de raamovereenkomst;

7° de waarborg dat elke in aanmerking komende investeerder noch een in aanmerking komende productievennootschap, noch een televisieomroep, noch een in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen met een in aanmerking komende productievennootschap verbonden vennootschap is;

8° de verbintenis van de productie-vennootschap:

- dat ze geen onderneming is die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, of dat ze niet als een met een Belgische of buitenlandse televisieomroep verbonden onderneming beschouwd kan worden overeenkomstig § 1, 2°, tweede lid, gezien deze televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

- het definitieve bedrag dat (...) wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst door de vrijstelling van de winst te beperken tot ten hoogste 50 pct. van de begroting van de totale uitgaven van het in aanmerking komend werk voor het geheel van de in aanmerking komende investeerders, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van deze begroting;

- dat ten minste 70 pct. van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- dat ten minste 70 pct. van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- dat ten minste 90 pct. van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven die in aanmerking genomen worden bij de berekening van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het Tax Shelter attest zoals vermeld in de raamovereenkomst, in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven zijn, zodat deze fiscale waarde kan worden bereikt;

- in de eindgeneriek van het werk de steun te vermelden aangebracht door de Belgische wetgever inzake de tax shelter;

9° de verbintenis van de in aanmerking komende productievennootschap en de in aanmerking komende tussenpersonen om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het tax shelter stelsel en meer in het bijzonder, van § 12 van dit artikel.

De Koning kan de praktische modaliteiten van uitwerking, inhoud en vorm van de raamovereenkomst bepalen.

§ 11. Geen enkel economisch of financieel voordeel kan worden toegekend aan de in aanmerking komende investeerder, met uitzondering van handelsgeschenken van geringe waarde in de zin van artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. De waarborg van het voltooien van het in aanmerking komend werk en de aflevering van het tax shelter-attest wordt niet beschouwd als een economisch of financieel voordeel, voor zover de in aanmerking komende investeerder, in het geval dat deze zich beroept op deze waarborg, niet meer ontvangt dan het bedrag van de belastingen en de nalatigheidsinteresten verschuldigd door deze investeerder in het geval van niet naleving van de vrijstellingsvoorwaarde.

De in aanmerking komende investeerder mag geen rechten, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het in aanmerking komend werk bezitten of in bezit gehad hebben.

De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht van de in aanmerking komende investeerder om aanspraak te maken op een eventuele aftrek als beroepskosten van de andere bedragen dan degene die in het kader van de raamovereenkomst gestort zijn en die evenzeer betrekking hebben op de productie van een in aanmerking komend werk, en dit binnen de voorwaarden bepaald door de artikelen 49 en volgende.

In afwijking van de artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn de kosten en verliezen evenals de minderwaarden, voorzieningen en afschrijvingen die betrekking hebben op de aankoop van een tax shelter-attest, noch aftrekbaar als beroepskost, of -verlies, noch vrijstelbaar.

§ 12. Het aanbod van een tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap of door de in aanmerking komende tussenpersoon en de bemiddeling in raamovereenkomsten worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

top pagina

 

Art. 194ter is van toepassing op de raamovereenkomsten getekend vanaf 01.07.2016 (art. 2 en 4, W 26.05.2016 - B.S. 07.06.2016)

 

§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° in aanmerking komende investeerder:

- de binnenlandse vennootschap, of;

- de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°;

andere dan:

- een in aanmerking komende productievennootschap zoals bedoeld in 2°, of een gelijkaardige productievennootschap die niet erkend is; of

- een vennootschap die verbonden is in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen met een in het eerste streepje bedoelde vennootschap die deelneemt aan het desbetreffende in aanmerking komend werk; of

- een televisieomroep,

die een raamovereenkomst ondertekent zoals bedoeld in 5° waarin hij zich verbindt sommen te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest zoals bedoeld in 10°;

2° in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;

Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als een met Belgische of buitenlandse televisieomroepen verbonden onderneming beschouwd, de onderneming die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, maar die zich ertoe verbindt om geen raamovereenkomst af te sluiten in het kader van het Tax Shelter stelsel voor de productie van een in aanmerking komend werk waarvoor deze televisieomroep voordelen zou verkrijgen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de in aanmerking komende productievennootschap zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de in aanmerking komende investeerder als ten aanzien van de federale overheid;

3° in aanmerking komende tussenpersoon:

de natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de onderhandelingen en het afsluiten van een raamovereenkomst tussenkomt met het oog op het afleveren van een tax shelter-attest in ruil voor een vergoeding of een voordeel,

die niet zelf een in aanmerking komende productievennootschap of investeerder is

en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend, volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;

4° in aanmerking komend werk:

- een Europees audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een kortfilm met uitzondering van korte reclamefilms, een lange fictiefilm voor televisie, in voorkomend geval opgedeeld in afleveringen, een fictie- of animatieserie bestemd voor televisie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen of een documentaire voor televisie, die door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap is erkend als Europees werk zoals bedoeld in de richtlijn "Televisie zonder grenzen" van 3 oktober 1989 (89/552/EEG), gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en bekrachtigd door de Franse Gemeenschap op 4 januari 1999, door de Vlaamse Gemeenschap op 25 januari 1995 en door het Brusselse hoofdstedelijk Gewest op 30 maart 1995. Internationale producties in de categorie fictiefilm, documentaire of animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, komen in aanmerking voor zover zij:

  • ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten);
  • ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van een bilaterale overeenkomst inzake coproductie afgesloten door België met een andere Staat. Onder Staat, en dat geldt evenzeer voor België, wordt zowel het federale niveau als alle administratieve onderliggende niveaus bedoeld;

- waarvoor de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in 7°, worden gedaan binnen een periode eindigend ten hoogste 18 maanden na de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 5°. Voor animatiefilms en voor animatieseries bestemd voor televisie wordt deze periode van 18 maanden verlengd met zes maanden;

5° raamovereenkomst: de overeenkomst die binnen de maand volgend op haar ondertekening is aangemeld bij de Federale Overheidsdienst Financiën door de in aanmerking komende productievennootschap (...) waardoor de in aanmerking komende investeerder zich verbindt, ten aanzien van een in aanmerking komende productievennootschap, een som te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest van een in aanmerking komend werk;

6° kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte: de uitgaven die zijn verricht in de Europese Economische Ruimte met betrekking tot de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk, in de mate dat tenminste 70 pct. van deze uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan : de in België gedane uitgaven die betrekking hebben op de productie en exploitatie van een in aanmerking komend werk en waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, aan het gewoon stelsel van aanslag, met uitzondering van de uitgaven bedoeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, van de in artikel 53, 24°, vermelde uitgaven of voordelen, alsmede van alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: de uitgaven die verbonden zijn met de creatieve en technische productie van het in aanmerking komend werk, zoals:

- kosten met betrekking tot de artistieke rechten met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode voor de raamovereenkomst. Deze periode voorafgaand aan de raamovereenkomst wordt in voorkomend geval aangepast overeenkomstig het zesde lid;

- lonen en andere vergoedingen van het personeel, vergoedingen van zelfstandige dienstverleners;

- kosten toegerekend aan de betaling van de acteurs, muzikanten en artistieke functies voor zover zij bijdragen aan de interpretatie en realisatie van het in aanmerking komend werk;

- sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten van decors, rekwisieten, kostuums en attributen, die in beeld worden gebracht;

- kosten van vervoer en accommodatie, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25 pct van de kosten, bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten toegewezen aan hardware en andere technische middelen;

- kosten van laboratorium en de aanmaak van de master;

- verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;

- kosten van publicatie en van promotie eigen aan de productie: aanmaken van het persdossier, basiswebsite, de montage van een trailer, alsook de première.

- vergoedingen betaald aan de productie-manager, de postproductie-coördinator en de line producer;

uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie: inzonderheid de volgende uitgaven:

- de uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve en financiële organisatie en begeleiding van de audiovisuele productie;

(...)

- financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die een raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk hebben afgesloten;

- kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komend werk of de sommen die werden gestort op basis van een raamovereenkomst zoals bedoeld in 5°, met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;

(...)

- facturen die zijn opgesteld door de in aanmerking komende investeerder met uitzondering van facturen van facilitaire audiovisuele bedrijven voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;

- distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn.

Wanneer ze betrekking hebben op werkelijke prestaties, worden ook als uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk aangemerkt, de vergoedingen betaald of toegekend aan executive producers, co-producers, associate of andere producers die niet in 8° worden bedoeld, alsmede de algemene kosten en commissielonen van de productie ten bate van de producer, in de mate dat deze vergoedingen, kosten en commissielonen niet meer dan 18 pct. bedragen van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan;

10° tax shelter-attest: een fiscaal attest, of een deel van dit fiscaal attest, dat (...) op verzoek van de in aanmerking komende productievennootschap wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën (...), volgens de modaliteiten en voorwaarden zoals bepaald in § 7 die kunnen worden aangevuld door de Koning, op basis van de raamovereenkomst zoals bedoeld in 5° en de uitgaven gedaan voor de financiering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals bepaald in 4°. (...) Het tax shelter-attest wordt bijgehouden door de in aanmerking komende investeerder (...).

(...)

In afwijking van het eerste lid, 7°, worden, wanneer de uitgaven, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op één of meerdere onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze uitgaven slechts als in België gedane uitgaven aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10 pct van de uitgaven niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.

Voor de berekening van het percentage bepaald in het tweede lid, wordt er geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane uitgaven indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.

Tenminste 70 pct. van de productie- en exploitatie-uitgaven in België zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie.

De uitgaven gedaan binnen zes maanden voorafgaand aan de ondertekening van de raamovereenkomst voor het in aanmerking komend werk, die betrekking hebben op de productie en de exploitatie van dit in aanmerking komend werk en die beantwoorden aan alle andere in dit artikel bedoelde voorwaarden, worden als in aanmerking komende uitgaven beschouwd voor zover de betrokken Gemeenschap het werk heeft erkend overeenkomstig § 7, eerste lid, 3°, eerste streepje, en voor zover de in aanmerking komende productievennootschap kan verantwoorden waarom het noodzakelijk was dat deze uitgaven moesten gedaan worden vóór en niet na de ondertekening.

(...)

§ 2. Ten name van de in aanmerking komende investeerder wordt de belastbare winst in het belastbaar tijdperk waarin de raamovereenkomst is getekend, binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden voorlopig vrijgesteld ten belope van 310 pct. van de sommen waartoe de investeerder zich in uitvoering van deze raamovereenkomst verbonden heeft voor zover deze werkelijk door die investeerder gestort zijn binnen de drie maanden na de ondertekening van deze raamovereenkomst.

§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 pct, met een maximum van 750.000 EUR, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.

Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.

(...)

§ 4. De vrijstelling die is toegekend op basis van de overgemaakte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest wordt slechts verleend en behouden wanneer:

1° de in § 2 bedoelde vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot de investeerder de definitieve vrijstelling opeist overeenkomstig de in § 5 vermelde termijnen en voorwaarden;

2° de vrijgestelde winst bedoeld in § 2 niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het tax shelter-attest door de Federale Overheidsdienst Financiën wordt afgeleverd;

(...)

3° het totaal van de door het geheel van in aanmerking komende investeerders daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2, niet meer bedraagt dan 50 pct van het totale budget van de uitgaven voor het in aanmerking komend werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;

4° de in § 2 vrijgestelde winst beperkt is tot 150 pct. van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in de raamovereenkomst.

(...)

§ 5. De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het Tax Shelter attest uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, daadwerkelijk wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën.

De vrijstelling waarop aanspraak wordt gemaakt uit hoofde van ofwel de sommen die op grond van de raamovereenkomst werkelijk betaald zijn in het in § 2, bedoelde tijdperk ofwel de fiscale waarde van het tax shelter-attest, en van de in § 3, tweede lid, bedoelde overdracht, kan uiterlijk worden toegekend in het aanslagjaar verbonden met het vierde belastbaar tijdperk dat volgt op het jaar van de ondertekening van de raamovereenkomst.

De definitieve vrijstelling die is toegekend op basis van de gestorte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst en met het oog op het behalen van een tax shelter-attest wordt slechts toegekend indien de investeerder bij de aangifte in de inkomstenbelastingen van het belastbaar tijdperk in de loop van hetwelk hij aanspraak heeft gemaakt op de definitieve vrijstelling, een kopie voegt van het tax shelter-attest dat hij ontvangen heeft in overeenstemming met § 1, eerste lid, 10°, en in de mate waarin per belastbaar tijdperk, de grens en het maximum bedoeld in § 3 nageleefd worden.

§ 6. Voor de periode verstreken tussen de datum van de eerste storting op grond van een raamovereenkomst en het ogenblik waarop het tax shelter-attest (...) wordt afgeleverd, maar met een maximum van 18 maanden, kan de in aanmerking komende productievennootschap aan de in aanmerking komende investeerder een som storten berekend op de in het kader van de raamovereenkomst effectief uitgevoerde betalingen die worden verricht ter verkrijging van het tax shelter-attest, prorata van de verlopende dagen, en waarvan de maximumrente gelijk is aan het gemiddelde van EURIBOR 12 maanden van de laatste dag van elke maand van het kalenderhalfjaar dat voorafgaat aan de door de in aanmerking komende investeerder gedane stortingen, verhoogd met 450 basispunten.

§ 7. Het tax shelter-attest wordt slechts uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Financiën (...) indien aan de hieronder bepaalde modaliteiten en voorwaarden evenals aan degene die eventueel door de Koning zijn bepaald, is voldaan:

1° de in aanmerking komende productievennootschap(...) heeft de raamovereenkomst bij de Federale Overheidsdienst Financiën in overeenstemming met § 1, eerste lid, 5°, aangemeld;

2° de in aanmerking komende productievennootschap heeft het tax shelter-attest aangevraagd op basis van de aangemelde raamovereenkomst en de uitgaven die zijn verricht voor de uitvoering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals gedefinieerd in § 1, eerste lid, 6° en 7°;

3° de in aanmerking komende productievennootschap(...) heeft aan de Federale Overheidsdienst Financiën samen met de aanvraag voor een tax shelter-attest voorgelegd:

- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, en dat, in het geval waarbij de productievennootschap verbonden is met een televisieomroep, overeenkomstig § 1, eerste lid, 2°, tweede lid, zij in een eerste analyse inschat of de televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk is voltooid en dat de in toepassing van dit artikel uitgevoerde globale financiering van het werk is uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarde en grens bedoeld in § 4, 3°;

3° bis de televisieomroep zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, verkrijgt geen voordelen die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

4° tenminste 70 pct. van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

4° bis tenminste 70 pct. van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België zijn gedaan, zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

5° de productievennootschap heeft geen achterstallen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het ogenblik van het afsluiten van de raamovereenkomst;

6° de voorwaarden bedoeld in § 4, 1° tot 3°, worden ononderbroken nageleefd;

7° alle voorwaarden die betrekking hebben op de hoedanigheid, de grens, het maximum, de termijn en territorialiteit bedoeld in dit artikel worden nageleefd.

In het geval dat wordt vastgesteld dat een van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk.

In het geval dat de in aanmerking komende investeerder op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, het tax shelter-attest niet heeft ontvangen wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk het tax shelter-attest rechtsgeldig kon worden afgeleverd.

De definitieve vrijstelling is in ieder geval beperkt tot 150 pct. van de fiscale waarde van het tax shelter-attest. Het eventuele overschot van de sommen die zijn gestort en die in aanmerking zijn genomen als tijdelijk vrijgestelde winst overeenkomstig §§ 2 en 3 wordt beschouwd als winst van het belastbaar tijdperk tijdens hetwelke het tax shelter-attest is afgeleverd.

In afwijking van artikel 416, in de gevallen bedoeld in de drie voorgaande leden, zijn de nalatigheidsinteresten verschuldigd op de verschuldigde belasting vanaf 30 juni van het jaar dat volgt op het aanslagjaar waarvoor de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd.

De Koning kan de nadere toepassingsregels bepalen, met name voor de toekenning, de bewaring, de overdracht, de administratie en de aanmelding van het attest.

§ 8. De fiscale waarde van het tax shelter-attest, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 10°, wordt vastgelegd, conform de door de Koning bepaalde modaliteiten, op:

- 70 pct. van het bedrag van de in aanmerking komende productie- en exploitatie-uitgaven verricht in de Europese Economische Ruimte en uitgevoerd voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk, in de mate dat deze 70 pct. van het bedrag van de uitgaven, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- met een maximum van tien negende van het bedrag dat betrekking heeft op de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 7°, binnen een termijn van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk, die eventueel is aangepast overeenkomstig § 1, zesde lid.

Voor animatiefilms en animatieseries bestemd voor televisie wordt deze termijn van 18 maanden verlengd met zes maanden.

Indien evenwel het totaal van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie minder is dan 70 pct. van het totaal van de in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven, zal de fiscale waarde van het Tax Shelter attest proportioneel worden verminderd a rato van het percentage van de in België gedane uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie, in verhouding tot de vereiste 70 pct.

De som van alle fiscale waarden van de Tax Shelter attesten bedraagt per in aanmerking komend werk maximaal 15.000.000 euro.

§ 9. De stortingen die zijn overeengekomen in het kader van een raamovereenkomst moeten in hun geheel ten laatste drie maand voor de aflevering van het tax shelter-attest zijn uitgevoerd.

§ 10. De raamovereenkomst die tot doel heeft een in aanmerking komend werk te produceren bevat verplicht:

1° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel en de datum van de erkenning van de in aanmerking komende productievennootschap;

2° de benaming, het ondernemingsnummer en het maatschappelijk doel van de in aanmerking komende investeerder;

3° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel of de identiteit en het nationaal nummer, alsook de datum van de erkenning van de in aanmerking komende tussenpersoon;

4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komend werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;

5° de begroting van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:

- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de in aanmerking komende productievennootschap;

- het gedeelte dat gefinancierd wordt door elk van de in aanmerking komende investeerders, dat reeds is vastgelegd;

6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die bestemd zijn voor de uitvoering van de raamovereenkomst;

7° de waarborg dat elke in aanmerking komende investeerder noch een in aanmerking komende productievennootschap, noch een televisieomroep, noch een in de zin van artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen met een in aanmerking komende productievennootschap verbonden vennootschap is;

8° de verbintenis van de productie-vennootschap:

- dat ze geen onderneming is die verbonden is met een Belgische of buitenlandse televisieomroep, of dat ze niet als een met een Belgische of buitenlandse televisieomroep verbonden onderneming beschouwd kan worden overeenkomstig § 1, 2°, tweede lid, gezien deze televisieomroep geen voordelen verkrijgt die rechtstreeks verbonden zijn met de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk;

- het definitieve bedrag dat (...) wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst door de vrijstelling van de winst te beperken tot ten hoogste 50 pct. van de begroting van de totale uitgaven van het in aanmerking komend werk voor het geheel van de in aanmerking komende investeerders, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van deze begroting;

- dat ten minste 70 pct. van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven in de Europese Economische Ruimte, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- dat ten minste 70 pct. van de productie- en exploitatie-uitgaven die in België werden gedaan, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie en de exploitatie;

- dat ten minste 90 pct. van de kwalificerende productie- en exploitatie-uitgaven die in aanmerking genomen worden bij de berekening van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het Tax Shelter attest zoals vermeld in de raamovereenkomst, in België gedane productie- en exploitatie-uitgaven zijn, zodat deze fiscale waarde kan worden bereikt;

- in de eindgeneriek van het werk de steun te vermelden aangebracht door de Belgische wetgever inzake de tax shelter;

9° de verbintenis van de in aanmerking komende productievennootschap en de in aanmerking komende tussenpersonen om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het tax shelter stelsel en meer in het bijzonder, van § 12 van dit artikel.

De Koning kan de praktische modaliteiten van uitwerking, inhoud en vorm van de raamovereenkomst bepalen.

§ 11. Geen enkel economisch of financieel voordeel kan worden toegekend aan de in aanmerking komende investeerder, met uitzondering van handelsgeschenken van geringe waarde in de zin van artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. De waarborg van het voltooien van het in aanmerking komend werk en de aflevering van het tax shelter-attest wordt niet beschouwd als een economisch of financieel voordeel, voor zover de in aanmerking komende investeerder, in het geval dat deze zich beroept op deze waarborg, niet meer ontvangt dan het bedrag van de belastingen en de nalatigheidsinteresten verschuldigd door deze investeerder in het geval van niet naleving van de vrijstellingsvoorwaarde.

De in aanmerking komende investeerder mag geen rechten, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het in aanmerking komend werk bezitten of in bezit gehad hebben.

De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht van de in aanmerking komende investeerder om aanspraak te maken op een eventuele aftrek als beroepskosten van de andere bedragen dan degene die in het kader van de raamovereenkomst gestort zijn en die evenzeer betrekking hebben op de productie van een in aanmerking komend werk, en dit binnen de voorwaarden bepaald door de artikelen 49 en volgende.

In afwijking van de artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn de kosten en verliezen evenals de minderwaarden, voorzieningen en afschrijvingen die betrekking hebben op de aankoop van een tax shelter-attest, noch aftrekbaar als beroepskost, of -verlies, noch vrijstelbaar.

§ 12. Het aanbod van een tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap of door de in aanmerking komende tussenpersoon en de bemiddeling in raamovereenkomsten worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

top pagina

 

Art. 194ter is van toepassing vanaf 01.01.2015 (art. 2 tot 10, W 12.05.2014 - B.S. 27.05.2014; inwerkingtreding: art. 1, KB 19.12.2014 - B.S. 31.12.2014) [De inwerkingtreding van deze wet wordt bepaald door de Koning op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de voorafgaande goedkeuring door de Europese Commissie, en is van toepassing op de raamovereenkomsten getekend vanaf die datum. De raamovereenkomsten die vóór die datum werden getekend kunnen nog genieten van de toepassing van artikel 194ter van het Wetboek op de inkomstenbelasting 1992, zoals dit bestond vóór de wijziging door deze wet.]

 

§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° in aanmerking komende investeerder:

- de binnenlandse vennootschap, of;

- de Belgische inrichting van een belastingplichtig bedoeld in artikel 227, 2°;

andere dan:

- een in aanmerking komende productievennootschap zoals bedoeld in 2°; of

- een overeenkomstig artikel 11 van het Wetboek van Vennootschappen hiermee verbonden vennootschap; of

- een televisieomroep,

die een raamovereenkomst ondertekent zoals bedoeld in 5° waarin hij zich verbindt sommen te storten met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest zoals bedoeld in 10°;

in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;

3° in aanmerking komende tussenpersoon:

de natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de onderhandelingen en het afsluiten van een raamovereenkomst tussenkomt met het oog op het afleveren van een tax shelter-attest in ruil voor een vergoeding of een voordeel,

die niet zelf een in aanmerking komende productievennootschap of investeerder is

en die door de minister bevoegd voor Financiën als dusdanig is erkend, volgens een eenvoudige procedure waarvan de Koning de modaliteiten en voorwaarden bepaalt;

in aanmerking komend werk:

- een Europees audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een kortfilm met uitzondering van korte reclamefilms, een lange fictiefilm voor televisie, in voorkomend geval opgedeeld in afleveringen, een fictie- of animatieserie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen of een documentaire voor televisie, dat door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap is erkend als Europees werk zoals bedoeld in de richtlijn "Televisie zonder grenzen" van 3 oktober 1989 (89/552/EEG), gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en bekrachtigd door de Franse Gemeenschap op 4 januari 1999, door de Vlaamse Gemeenschap op 25 januari 1995 en door het Brusselse hoofdstedelijk Gewest op 30 maart 1995. Internationale producties in de categorie fictiefilm, documentaire of animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, komen in aanmerking voor zover zij:

  • ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van de Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten);
  • ofwel vallen binnen het toepassingsgebied van een bilaterale overeenkomst inzake coproductie afgesloten door België met een andere Staat. Onder Staat, en dat geldt evenzeer voor België, wordt zowel het federale niveau als alle administratieve onderliggende niveaus bedoeld;

- waarvoor de fiscale waarde van het tax shelter-attest dat wordt uitgereikt voor de betrokken productie is bepaald op maximum tien negende van de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan zoals bedoeld in 7° binnen een periode van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie van dit werk zoals bedoeld in 5°. Voor animatiefilms wordt deze periode van 18 maanden verlengd met zes maanden;

5° raamovereenkomst: de overeenkomst die binnen de maand volgend op haar ondertekening is aangemeld bij de Federale Overheidsdienst Financiën door de in aanmerking komende productievennootschap, of door de in aanmerking komende tussenpersoon, waardoor de in aanmerking komende investeerder zich verbindt, ten aanzien van een in aanmerking komende productievennootschap, een som over te maken met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest van een in aanmerking komend werk;

6° kwalificerende productie- en exploitatiekosten in de Europese Economische Ruimte : de uitgaven die verbonden zijn met de productie verricht in de Europese Economische Ruimte die betrekking hebben op de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk;

de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan: de exploitatiekosten en de financiële kosten waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, aan het gewoon stelsel van aanslag, met uitzondering van de kosten vermeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, van de in artikel 53, 24°, vermelde uitgaven of voordelen, alsmede alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

8° uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie: de uitgaven die verbonden zijn met de creatieve en technische productie van het audiovisuele werk, zoals:

- kosten met betrekking tot de artistieke rechten met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode voor de raamovereenkomst;

- lonen en andere vergoedingen van het personeel, vergoedingen van zelfstandige dienstverleners;

- kosten toegerekend aan de betaling van de acteurs, muzikanten en artistieke functies voor zover zij bijdragen aan de interpretatie en realisatie van het in aanmerking komend werk;

- sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten van decors, rekwisieten, kostuums en attributen, die in beeld worden gebracht;

- kosten van vervoer en accommodatie, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25 pct van de kosten, bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten toegewezen aan hardware en andere technische middelen;

- kosten van laboratorium en de aanmaak van de master;

- verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;

- kosten van publicatie en van promotie eigen aan het werk van de producent: aanmaken van het persdossier, basiswebsite, de montage van een trailer, alsook de première.

9° uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie: namelijk de volgende uitgaven:

- de uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve en financiële organisatie en begeleiding van de audiovisuele productie;

- algemene kosten en commissielonen van de productie ten bate van de producent;

- financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk hebben afgesloten;

- kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komend werk of de sommen die werden gestort op basis van een raamovereenkomst zoals bedoeld in 5°, met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;

- vergoedingen voor executive producers, co-producers, associate of andere producers, met uitzondering van de vergoedingen betaald aan de productie-manager en postproductiecoördinator;

- facturen die zijn opgesteld door de in § 2, eerste lid bedoelde vennootschappen met uitzondering van facturen van facilitaire audiovisuele bedrijven voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;

- distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn.

10° tax shelter-attest: een fiscaal attest, of een deel van dit fiscaal attest, dat uitsluitend op verzoek van de in aanmerking komende productievennootschap wordt afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Financiën aan deze vennootschap, volgens de modaliteiten en voorwaarden zoals bepaald in § 7 die worden aangevuld door de Koning, op basis van de raamovereenkomst zoals bedoeld in 5° en de uitgaven gedaan voor de financiering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals bepaald in 4°. De overdracht van het tax shelter-attest moet door de in aanmerking komende productievennootschap of de in aanmerking komende tussenpersoon in de maand van overdracht, gemeld worden aan de Federale Overheidsdienst Financiën, alsook aan de in aanmerking komende investeerder, of aan alle in aanmerking komende investeerders indien het attest is uitgegeven in delen. Het tax shelter-attest wordt bijgehouden door de in aanmerking komende investeerder en een kopie ervan wordt bijgehouden op de zetel van de productievennootschap.

(...)

In afwijking van het eerste lid, 7°, worden, wanneer de kosten, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op één of meerdere onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze kosten slechts als in België gedane kosten aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10 pct van de kosten niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.

Voor de berekening van het percentage bepaald in het tweede lid, wordt er geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane kosten indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.

Tenminste 70 pct van de bedoelde uitgaven in het eerste lid, 7°, moeten uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie zoals ze worden bepaald in het eerste lid, 8°.

(...)

(...)

§ 2. Ten name van de in aanmerking komende investeerder wordt de belastbare winst in het belastbaar tijdperk waarin de raamovereenkomst is getekend, binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden voorlopig vrijgesteld ten belope van 310 pct. van de sommen waartoe de investeerder zich in de loop van het belastbaar tijdperk in uitvoering van een raamovereenkomst verbonden heeft voor zover deze werkelijk door die investeerder gestort zijn binnen de drie maanden na de ondertekening van deze raamovereenkomst.

§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 pct, met een maximum van 750.000 EUR, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.

Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.

(...)

§ 4. De vrijstelling die is toegekend op basis van de overgemaakte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst met het oog op het bekomen van een tax shelter-attest wordt slechts verleend en behouden wanneer:

1° de in § 2 bedoelde vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot op de datum waarop het tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap, of door de in aanmerking komende tussenpersoon, aan de in aanmerking komende investeerder wordt afgeleverd;

2° de vrijgestelde winst bedoeld in § 2 niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap, of door de in aanmerking komende tussenpersoon, aan de in aanmerking komende investeerder wordt afgeleverd;

(...)

het totaal van de door het geheel van in aanmerking komende investeerders daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2, niet meer bedraagt dan 50 pct van het totale budget van de kosten voor het in aanmerking komend werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;

4° de in § 2 vrijgestelde winst beperkt is tot 150 pct. van de uiteindelijk verwachte fiscale waarde van het tax shelter-attest zoals vermeld in de raamovereenkomst.

(...)

§ 5. De vrijstelling wordt slechts definitief toegekend indien het tax shelter-attest bedoeld in § 1, eerste lid, 10° daadwerkelijk wordt afgeleverd en dit uiterlijk op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend.

De vrijstelling waarop aanspraak wordt gemaakt uit hoofde van ofwel de sommen die op grond van de raamovereenkomst werkelijk betaald zijn in het in § 2, bedoelde tijdperk ofwel de fiscale waarde van het tax shelter-attest, en van de in § 3, tweede lid, bedoelde overdracht, kan uiterlijk worden toegekend in het aanslagjaar dat verband houdt met het derde belastbaar tijdperk dat volgt op het kalenderjaar tijdens hetwelk het tax shelter-attest aan de in aanmerking komende productievennootschap werd afgeleverd.

De definitieve vrijstelling die is toegekend op basis van de gestorte sommen in uitvoering van een raamovereenkomst en met oog op het behalen van een tax shelter-attest wordt slecht toegekend indien de investeerder bij de aangifte op de inkomstenbelastingen van het belastbaar tijdperk in de loop van hetwelk hij aanspraak heeft gemaakt op de definitieve vrijstelling, een kopie voegt van het tax shelter-attest dat hij ontvangen heeft in overeenstemming met § 1, eerste lid, 10°, en in de mate waarin per belastbaar tijdperk, de grens en het maximum bedoeld in § 3 nageleefd worden.

§ 6. Voor de periode verstreken tussen de datum van de eerste betaling op grond van een raamovereenkomst en het ogenblik waarop het tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap aan de in aanmerking komende investeerder wordt afgeleverd, maar met een maximum van 18 maanden, kan de in aanmerking komende productievennootschap aan de in aanmerking komende investeerder een som betalen berekend op de in het kader van de raamovereenkomst effectief uitgevoerde betalingen die worden verricht ter verkrijging van het tax shelter-attest, prorata van de verlopende dagen, en waarvan de maximumrente gelijk is aan het gemiddelde van EURIBOR 12 maanden van de laatste dag van elke maand van het kalenderhalfjaar dat voorafgaat aan de betaling, verhoogd met 450 basispunten.

§ 7. Het tax shelter-attest wordt slechts uitgereikt door de Federale Overheidsdienst Financiën en verzonden naar de in aanmerking komende productievennootschap indien aan de hieronder bepaalde modaliteiten en voorwaarden evenals de modaliteiten bepaald door de Koning is voldaan:

1° de in aanmerking komende productievennootschap, of de in aanmerking komende tussenpersoon, heeft de raamovereenkomst bij de Federale Overheidsdienst Financiën in overeenstemming met § 1, eerste lid, 4° aangemeld;

2° de in aanmerking komende productievennootschap heeft het tax shelter-attest aangevraagd op basis van de bekendgemaakte raamovereenkomst en de uitgaven die zijn verricht voor de uitvoering van de productie en de exploitatie van een in aanmerking komend werk zoals gedefinieerd in § 1, eerste lid, 6° en 7°;

3° de in aanmerking komende productievennootschap, of de in aanmerking komende tussenpersoon heeft aan de Federale Overheidsdienst Financiën samen met de aanvraag voor een tax shelter-attest overlegd:

- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 4°;

- een document waarin de betrokken gemeenschap bevestigt dat het werk is voltooid en dat de in toepassing van dit artikel uitgevoerde globale financiering van het werk is uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarde en grens bedoeld in § 4, 3°;

4° tenminste 70 pct. van de uitgaven bedoeld in § 1, eerste lid, 6°, zijn uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie in de zin van § 1, eerste lid, 8°;

5° de productievennootschap heeft geen achterstallen bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het ogenblik van het afsluiten van de raamovereenkomst;

6° de voorwaarden bedoeld in § 4, 1° tot 3°, worden ononderbroken nageleefd;

7° alle voorwaarden die betrekking hebben op de hoedanigheid, de grens, het maximum, de termijn en territorialiteit bedoeld in dit artikel worden nageleefd.

In het geval dat wordt vastgesteld dat een of andere van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk.

In het geval dat de in aanmerking komende investeerder op 31 december van het vierde jaar volgend op het jaar waarin de raamovereenkomst wordt getekend, het tax shelter-attest niet heeft ontvangen wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk het tax shelter-attest rechtsgeldig kon worden afgeleverd.

De definitieve vrijstelling is in ieder geval beperkt tot 150 pct. van de fiscale waarde van het tax shelter-attest. Het eventuele overschot van de sommen die zijn gestort en die in aanmerking zijn genomen als tijdelijk vrijgestelde winst overeenkomstig §§ 2 en 3 wordt beschouwd als winst van het belastbaar tijdperk tijdens hetwelke het tax shelter-attest is afgeleverd.

In afwijking van artikel 416, in de gevallen bedoeld in de drie voorgaande leden, zijn de nalatigheidsinteresten verschuldigd op de verschuldigde belasting vanaf 30 juni van het jaar dat volgt op het jaar van de belasting voor hetwelke de vrijstelling voor de eerste keer werd gevraagd.

§ 8. De fiscale waarde van het tax shelter-attest, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 10°, wordt vastgelegd, conform de door de Koning bepaalde modaliteiten, op:

- 70 pct. van het bedrag van de in aanmerking komende productie- en exploitatie-uitgaven verricht in de Europese Economische Ruimte, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 6°, die zijn uitgevoerd voor de productie van het werk bedoeld in § 1, eerste lid, 5°, en die uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie in de zin van § 1, eerste lid, 8°;

- met een maximum van tien negende van het bedrag dat betrekking heeft op de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 7°, binnen een termijn van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van de ondertekening van de raamovereenkomst voor het bekomen van het tax shelter-attest voor de productie van het werk bedoeld in § 1, eerste lid, 5°.

Voor animatiefilms wordt deze termijn van 18 maanden verlengd met zes maanden.

Indien evenwel het totaal van de uitgaven verricht in België die rechtstreeks verbonden zijn met de productie zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 8°, minder is dan 70 pct. van de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 7°, zal de fiscale waarde van het tax shelter-attest proportioneel worden verminderd a rato van het percentage van de uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie in verhouding tot de vereiste 70 pct.

De totale fiscale waarde van de tax shelter-attesten bedragen per in aanmerking komend werk 15 miljoen euro.

Een tax shelter-attest kan slechts één maal worden overgedragen door een in aanmerking komende productievennootschap aan een in aanmerking komende investeerder, of aan meerdere in aanmerking komende investeerders wanneer het attest tax shelter in delen is opgemaakt.

§ 9. De stortingen die zijn overeengekomen in het kader van een raamovereenkomst moeten in hun geheel ten laatste drie maand voor de aflevering van het tax shelter-attest zijn uitgevoerd.

§ 10. De raamovereenkomst die tot doel heeft een in aanmerking komend werk te produceren bevat verplicht:

1° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel en de datum van de erkenning van de in aanmerking komende productievennootschap;

2° de benaming, het ondernemingsnummer en het maatschappelijk doel van de in aanmerking komende investeerder;

3° de benaming, het ondernemingsnummer, het maatschappelijk doel of de identiteit en het nationaal nummer, alsook de datum van de erkenning van de in aanmerking komende tussenpersoon;

4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komend werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;

5° de begroting van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:

- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de productievennootschap;

- het gedeelte dat gefinancierd wordt door elk van de in aanmerking komende investeerders, dat reeds is vastgelegd;

6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die bestemd zijn voor de uitvoering van de raamovereenkomst;

7° de waarborg dat elke in aanmerking komende investeerder noch een productievennootschap, noch een televisieomroep is;

8° de productievennootschap verbindt zich ertoe:

- overeenkomstig § 1, eerste lid, 7° in België uitgaven te doen ten belope van 90 pct.;

- het definitieve bedrag dat in beginsel wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst door de vrijstelling van de winst te beperken tot ten hoogste 50 pct. van de begroting van de totale uitgaven van het in aanmerking komend werk voor het geheel van de in aanmerking komende investeerders, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van deze begroting;

- ten minste 70 pct. van de uitgaven bedoeld in § 1, eerste lid, 7°, te besteden aan uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie zoals bedoeld in § 1, eerste lid, 8°;

- in de eindgeneriek van het werk de steun te vermelden aangebracht door de Belgische wetgever inzake de tax shelter;

9° de verbintenis van de productievennootschap en de tussenpersonen om de wetgeving na te leven die betrekking heeft op het tax shelter stelsel en meer in het bijzonder, van § 12 van dit artikel.

De Koning bepaalt de praktische modaliteiten van uitwerking, inhoud en vorm van de raamovereenkomst.

§ 11. Geen enkel economisch of financieel voordeel kan worden toegekend aan de in aanmerking komende investeerder, met uitzondering van handelsgeschenken van geringe waarde in de zin van artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. De waarborg van het voltooien van het in aanmerking komend werk en de aflevering van het tax shelter-attest wordt niet beschouwd als een economisch of financieel voordeel, voor zover de in aanmerking komende investeerder, in het geval dat deze zich beroept op deze waarborg, niet meer ontvangt dan het bedrag van de belastingen en de moratoire interesten verschuldigd door deze investeerder in het geval van niet naleving van de vrijstellingsvoorwaarde.

De in aanmerking komende investeerder mag geen rechten, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het in aanmerking komend werk bezitten of in bezit gehad hebben.

De voorgaande bepalingen doen geen afbreuk aan het recht van de in aanmerking komende investeerder om aanspraak te maken op een eventuele aftrek als beroepskosten van de andere bedragen dan degene die in het kader van de raamovereenkomst gestort zijn en die evenzeer betrekking hebben op de productie van een in aanmerking komend werk, en dit binnen de voorwaarden bepaald door artikelen 49 en volgende.

In afwijking van artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn de kosten en verliezen evenals de minderwaarden, voorzieningen en afschrijvingen die betrekking hebben op de aankoop van een tax shelter-attest, noch aftrekbaar als beroepskost, of -verlies, noch vrijstelbaar.

§ 12 Het aanbod van een tax shelter-attest door de in aanmerking komende productievennootschap of door de in aanmerking komende tussenpersoon en de bemiddeling in raamovereenkomsten worden uitgevoerd in overeenstemming met de wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt.

top pagina

 

Art. 194ter, § 1, nieuw 2e lid, 4e lid, voorheen 3e lid, § 4, 2e t/m 3e lid, is van toepassing vanaf 08.07.2013 (art. 12, b, c, g, W 17.06.2013 - B.S. 28.06.2013)

 

§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft;

2° raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk: de basisovereenkomst gesloten, naargelang het geval, tussen een in aanmerking komende productievennootschap, enerzijds, en één of meerdere binnenlandse vennootschappen en/of één of meerdere belastingplichtigen als bedoeld in artikel 227, 2°, anderzijds, voor de financiering van de productie van een in aanmerking komend werk met vrijstelling van de belastbare winst;

3° in aanmerking komend werk:

- een Belgisch audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een lange fictiefilm voor televisie, een animatieserie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen of een documentaire voor televisie, dat door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap is erkend als Europees werk zoals bedoeld in de richtlijn "Televisie zonder grenzen" van 3 oktober 1989 (89/552/EEG), gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en bekrachtigd door de Franse Gemeenschap op 4 januari 1999, door de Vlaamse Gemeenschap op 25 januari 1995 en door het Brusselse hoofdstedelijk Gewest op 30 maart 1995;

- waarvoor de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan binnen een periode van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van afsluiting van de raamovereenkomst voor de productie van dat werk, ten minste 90 pct belopen van de totale sommen die zullen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig paragraaf 2;

4° de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan: de exploitatiekosten en de financiële kosten waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, met uitzondering van de kosten vermeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, alsmede alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

In afwijking van het eerste lid, 3°, tweede streepje, wordt, wanneer het in aanmerking komend werk een animatiefilm is, de maximale periode om productie- en exploitatiekosten te maken, verhoogd tot 24 maanden.

In afwijking van het eerste lid, 4°, worden, wanneer de kosten, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op één of meerdere onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze kosten slechts als in België gedane kosten aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10 pct van de kosten niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.

Voor de berekening van het percentage bepaald in het derde lid, wordt er geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane kosten indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.

Tenminste 70 pct van de bedoelde uitgaven in het eerste lid, 4°, moeten uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie.

Onder uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie worden begrepen uitgaven die verbonden zijn aan de creatieve en technische productie van het audiovisuele werk, zoals:

- kosten met betrekking tot de artistieke rechten met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode voor de raamovereenkomst;

- lonen en andere vergoedingen van het personeel, vergoedingen van zelfstandige dienstverleners;

- kosten toegerekend aan de betaling van de acteurs, muzikanten en artistieke functies voor zover zij bijdragen aan de interpretatie en realisatie van het in aanmerking komend werk;

- sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten van decors, rekwisieten, kostuums en attributen, die in beeld worden gebracht;

- kosten van vervoer en accommodatie, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25 pct van de kosten, bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten toegewezen aan hardware en andere technische middelen;

- kosten van laboratorium en de aanmaak van de master;

- verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;

- kosten van publicatie en van promotie eigen aan het werk van de producent: aanmaken van het persdossier, basiswebsite, de montage van een trailer, alsook de première.

Daarentegen zijn uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve en financiële organisatie en begeleiding van de audiovisuele productie, uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie.

De volgende uitgaven zijn te beschouwen als uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn aan de productie:

- algemene kosten en commissielonen van de productie ten bate van de producent;

- financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk;

- kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komend werk, de interest op leningen niet inbegrepen, maar met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;

- vergoedingen voor executive producers, co-producers, associate of andere producers, met uitzondering van de vergoedingen betaald aan de productie-manager en postproductiecoördinator;

- facturen die zijn opgesteld door de in § 2, eerste lid bedoelde vennootschappen met uitzondering van facturen van facilitaire audiovisuele bedrijven voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;

- distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn.

Het rendement tegen een vast gegarandeerd minimumtarief van de aanschaffingswaarde van eigendomsrechten die werden verkregen bij het afsluiten of de uitvoering van de raamovereenkomst, dat rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is met die rechten, al dan niet inbegrepen in die raamovereenkomst, eventueel in het kader van een terugkoopclausule, mag niet hoger zijn dan het gemiddelde van het interesttarief Euribor op 12 maanden van de laatste werkdag van de maanden van januari tot december van het jaar die voorafgaat aan de ondertekening van deze raamovereenkomst, verhoogd met driehonderd basispunten.

§ 2. Ten name van de vennootschap, die geen in aanmerking komende productievennootschap of televisieomroep is, die in België een raamovereenkomst sluit voor de productie van een in aanmerking komend werk, wordt de belastbare winst binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden vrijgesteld ten belope van 150 pct, hetzij van de sommen die werkelijk door die vennootschap betaald zijn ter uitvoering van de raamovereenkomst, hetzij van de sommen waarvoor de vennootschap zich heeft verbonden deze te storten ter uitvoering van de raamovereenkomst.

De in het eerste lid bedoelde sommen kunnen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst, hetzij door de toekenning van leningen, voor zover de vennootschap geen kredietinstelling is, hetzij door het verwerven van rechten verbonden aan de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 pct, met een maximum van 750.000 EUR, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.

Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.

De vrijstelling waarop aanspraak gemaakt wordt uit hoofde van de sommen die met toepassing van § 2, eerste lid, werkelijk betaald zijn en van de in het tweede lid bedoelde overdracht wordt uiterlijk toegekend voor het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk dat het belastbaar tijdperk voorafgaat tijdens hetwelk het laatste van de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, bedoelde attesten door de binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 227, 2° die aanspraak maakt op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2, aan haar aanslagdienst wordt toegezonden op voorwaarde dat deze toezending plaatsvindt binnen de vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst.

§ 4. De vrijstelling wordt slechts verleend en behouden wanneer:

1° de vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot op de datum waarop het laatste van de in 7° en 7°bis bedoelde attesten wordt toegezonden;

2° de vrijgestelde winst niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het laatste van de in 7° en 7°bis bedoelde attesten wordt toegezonden;

3° de schuldvorderingen en de eigendomsrechten die werden verkregen bij het afsluiten of de uitvoering van de raamovereenkomst blijven behouden, zonder terugbetaling of retrocessie, in volle eigendom door de oorspronkelijke houder van deze rechten tot de verwezenlijking van het gereed product welke het afgewerkte in aanmerking komend werk is; de maximale duur van de onoverdraagbaarheid van de rechten welke voortvloeit uit hetgeen voorafgaat is evenwel beperkt tot een periode van 18 maanden vanaf de datum van het afsluiten van de raamovereenkomst bestemd voor de productie van een in aanmerking komend werk;

4° het totaal van de door het geheel van de binnenlandse vennootschappen of de Belgische inrichtingen van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de overeenkomst hebben afgesloten daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2, niet meer bedraagt dan 50 pct van het totale budget van de kosten voor het in aanmerking komend werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;

5° het totaal van de sommen die ter uitvoering van de raamovereenkomst, in de vorm van leningen, zijn aangewend door het geheel van de binnenlandse vennootschappen of Belgische inrichtingen van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de overeenkomst hebben gesloten, niet meer bedraagt dan 40 pct van de sommen die ter uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2 zijn aangewend;

5°bis tenminste 70 pct van de uitgaven bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie in de zin van § 1, zesde lid;

6° de vennootschap die aanspraak maakt op de vrijstelling een afschrift van de raamovereenkomst, alsmede een document waarin de betrokken Gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk als bedoeld in § 1, eerste lid, 3°, overlegt binnen de termijn die bepaald is voor het indienen van de aangifte in de inkomstenbelasting voor het belastbaar tijdperk, en deze documenten bij de aangifte voegt;

7° de vennootschap die aanspraak maakt op het behoud van de vrijstelling een document overlegt waarin de aanslagdienst waarvan de productievennootschap van het in aanmerking komend werk afhangt uiterlijk binnen de vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst enerzijds, verklaart dat de voorwaarden inzake de kosten in België overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 3° en 4°, voor de in de raamovereenkomst bepaalde doeleinden door de productievennootschap, alsmede de bij de bepalingen onder 4°, 5° en 5°bis bepaalde voorwaarden en grenzen zijn nageleefd en, anderzijds, dat de vennootschap die aanspraak maakt op de toekenning en het behoud van de vrijstelling de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde sommen werkelijk heeft betaald aan de productievennootschap binnen een termijn van achttien maanden die aanvangt op de datum waarop de raamovereenkomst is gesloten;

7° bis de vennootschap die aanspraak maakt op het behoud van de vrijstelling een document overlegt waarin de betrokken Gemeenschap uiterlijk binnen vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst bevestigt dat de productie van het werk is voltooid en dat de globale financiering van het werk overeenkomstig dit artikel met naleving van de in 4° bepaalde voorwaarden en grenzen is uitgevoerd;

8° de productievennootschap geen achterstallen heeft bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het moment van het afsluiten van de raamovereenkomst;

9° de in 1° tot 5° van deze paragraaf bedoelde voorwaarden op een ononderbroken wijze worden nageleefd.

Wanneer het in aanmerking komend werk een animatiefilm is, wordt in afwijking van het eerste lid, 3°, de maximale duur van de niet overdraagbaarheid van de rechten beperkt tot een periode van 24 maanden.

Wanneer het in aanmerking komend werk een animatiefilm is, wordt in afwijking van het eerste lid, 7°, de termijn om de in § 2, eerste lid, bedoelde sommen werkelijk te betalen verhoogd tot 24 maanden.

Ingeval een of andere van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk. Ingeval de onder 7° en 7°bis vermelde attesten niet binnen vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk worden verkregen door de vennootschap die aanspraak maakt op de vrijstelling, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk de termijn van vier jaar verstrijkt.

§ 4bis. In afwijking van § 4 en voor zover de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, vermelde attesten worden toegezonden binnen de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, vermelde periode van vier jaar, worden de sommen die overeenkomstig de §§ 2 tot 4 tijdelijk zijn vrijgesteld, definitief vrijgesteld vanaf het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk het laatste van deze attesten door de binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2° die aanspraak maakt op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2, aan haar aanslagdienst wordt toegezonden.

§ 5. De raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk bevat de volgende verplichte vermeldingen:

1° de benaming en het maatschappelijk doel van de productievennootschap;

2° de benaming en het maatschappelijk doel van de binnenlandse vennootschappen of de Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de raamovereenkomst hebben gesloten met de in 1° bedoelde vennootschap;

3° het totaal van de met toepassing van § 2 aangewende sommen evenals de juridische vorm, met een gedetailleerde opgave per bedrag, van die aangewende sommen ten name van elke deelnemende vennootschap vermeld onder 2°;

4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komend werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;

5° het budget van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:

- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de productievennootschap;

- het gedeelte gefinancierd door de binnenlandse vennootschappen of Belgische inrichtingen van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 227, 2°, die samen deelnemers aan de raamovereenkomst zijn en die aanspraak maken op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2;

- het gedeelte gefinancierd door de andere deelnemers aan de raamovereenkomst die aanspraak maken of niet op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2;

- het gedeelte gefinancierd door elke andere, eerder getekende raamovereenkomst betreffende hetzelfde in aanmerking komende werk;

6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die, naar gelang van hun aard, worden aangewend bij de uitvoering van de raamovereenkomst;

7° de waarborg dat elke binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een in artikel 227, 2°, bedoelde belastingplichtige die overeenkomstig 2° geïdentificeerd is noch een productievennootschap, noch een televisieomroep is, evenals dat de geldschieters geen kredietinstellingen zijn;

8° de verbintenis van de productievennootschap:

- overeenkomstig § 1 in België uitgaven te doen ten belope van 90 pct van het geïnvesteerde bedrag anders dan in de vorm van leningen;

- het definitieve bedrag dat in beginsel wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst te beperken tot ten hoogste 50 pct van het budget van de totale uitgaven van het in aanmerking komend werk voor alle betrokken binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van dit budget;

- het totaal van de sommen die in de vorm van leningen zullen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst te beperken tot ten hoogste 40 pct van de sommen die in beginsel zijn bestemd voor de uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van de winst voor alle betrokken binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°.

- het besteden van tenminste 70 pct van de uitgaven bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, aan uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie.

§ 6. De voorgaande bepalingen laten onverlet het recht van de vennootschap aanspraak te maken op de eventuele aftrek als beroepskosten van andere bedragen dan die vermeld in § 2 die eveneens besteed werden aan de productie van in aanmerking komende werken en dat binnen de voorwaarden vermeld in de artikelen 49 en volgende.

In afwijking van de artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn, ten name van elke belastingplichtige, kosten en verliezen, en ook waardeverminderingen, voorzieningen en afschrijvingen met betrekking tot, naargelang van het geval, de schuldvorderingen en de eigendoms- en exploitatierechten op het in aanmerking komend werk, die voortvloeien uit leningen of verrichtingen vermeld in § 2, niet aftrekbaar als beroepskosten of -verliezen, noch vrijgesteld met uitzondering van de eigendoms- en exploitatierechten in de mate waarin ze worden teruggekocht door de in aanmerking komende productievennootschap die deze vorderingen of rechten heeft uitgegeven bij het afsluiten van de raamovereenkomst aan een waarde die de aanschaffingswaarde van deze rechten door de vennootschap die heeft geïnvesteerd in het kader van deze raamovereenkomst, niet overschrijdt. Wanneer meerdere vennootschappen deelnemende partij zijn als in aanmerking komende productievennootschappen bij het afsluiten van de raamovereenkomst, wordt deze uitzondering pro rata beperkt voor elk van hen tot haar deel van de uitgegeven rechten.

top pagina

 

Art. 194ter, § 1, 1e lid, 3°, 2e streepje, § 1, 5e t/m 9e lid, § 4, 1e lid, 5°bis, § 4, 1e lid, 7°, § 5, 5°, 4e streepje, § 5, 8°, 1e streepje, 4e streepje, § 6, 2e lid, is van toepassing op de raamovereenkomsten die vanaf 01.07.2013 zijn getekend (art. 12, a, d t/m f en h t/m l en art. 23, 4e lid, W 17.06.2013 - B.S. 28.06.2013)

 

§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft;

2° raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk: de basisovereenkomst gesloten, naargelang het geval, tussen een in aanmerking komende productievennootschap, enerzijds, en één of meerdere binnenlandse vennootschappen en/of één of meerdere belastingplichtigen als bedoeld in artikel 227, 2°, anderzijds, voor de financiering van de productie van een in aanmerking komend werk met vrijstelling van de belastbare winst;

3° in aanmerking komend werk:

- een Belgisch audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een lange fictiefilm voor televisie, een animatieserie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen of een documentaire voor televisie, dat door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap is erkend als Europees werk zoals bedoeld in de richtlijn "Televisie zonder grenzen" van 3 oktober 1989 (89/552/EEG), gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en bekrachtigd door de Franse Gemeenschap op 4 januari 1999, door de Vlaamse Gemeenschap op 25 januari 1995 en door het Brusselse hoofdstedelijk Gewest op 30 maart 1995;

- waarvoor de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan binnen een periode van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van afsluiting van de raamovereenkomst voor de productie van dat werk, ten minste 90 pct. belopen van de totale sommen die(...) zullen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig paragraaf 2;

4° de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan: de exploitatiekosten en de financiële kosten waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, met uitzondering van de kosten vermeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, alsmede alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

In afwijking van het eerste lid, 4°, worden, wanneer de kosten, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op één of meerdere onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze kosten slechts als in België gedane kosten aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10 pct van de kosten niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.

Voor de berekening van het percentage bepaald in het tweede lid, wordt er geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane kosten indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.

Tenminste 70 pct. van de bedoelde uitgaven in het eerste lid, 4°, moeten uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie.

Onder uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie worden begrepen uitgaven die verbonden zijn aan de creatieve en technische productie van het audiovisuele werk, zoals:

- kosten met betrekking tot de artistieke rechten met uitzondering van de ontwikkelingskosten van het scenario die dateren van de periode voor de raamovereenkomst;

- lonen en andere vergoedingen van het personeel, vergoedingen van zelfstandige dienstverleners;

- kosten toegerekend aan de betaling van de acteurs, muzikanten en artistieke functies voor zover zij bijdragen aan de interpretatie en realisatie van het in aanmerking komend werk;

- sociale lasten in verband met lonen en kosten bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten van decors, rekwisieten, kostuums en attributen, die in beeld worden gebracht;

- kosten van vervoer en accommodatie, beperkt tot een bedrag dat gelijk is aan 25 pct. van de kosten, bedoeld in het tweede en derde streepje;

- kosten toegewezen aan hardware en andere technische middelen;

- kosten van laboratorium en de aanmaak van de master;

- verzekeringskosten die rechtstreeks verbonden zijn met de productie;

- kosten van publicatie en van promotie eigen aan het werk van de producent : aanmaken van het persdossier, basiswebsite, de montage van een trailer, alsook de première.

Daarentegen zijn uitgaven die gerelateerd zijn aan de administratieve en financiële organisatie en begeleiding van de audiovisuele productie, uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn met de productie.

De volgende uitgaven zijn te beschouwen als uitgaven die niet rechtstreeks verbonden zijn aan de productie:

- algemene kosten en commissielonen van de productie ten bate van de producent;

- financiële vergoedingen en commissielonen betaald in verband met de werving van ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk;

- kosten inherent aan de financiering van het in aanmerking komend werk, de interest op leningen niet inbegrepen, maar met inbegrip van kosten voor juridische bijstand, advocatenkosten, garantiekosten, administratieve kosten, commissielonen en representatiekosten;

- vergoedingen voor executive producers, co-producers, associate of andere producers, met uitzondering van de vergoedingen betaald aan de productie-manager en postproductie-coördinator;

- facturen die zijn opgesteld door de in § 2, eerste lid bedoelde vennootschappen met uitzondering van facturen van facilitaire audiovisuele bedrijven voor zover de aangerekende goederen of diensten tot de directe productiekosten kunnen gerekend worden en voor zover de gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijs die zou worden betaald als de tussenkomende vennootschappen totaal onafhankelijk van elkaar zouden zijn;

- distributiekosten die voor rekening van de productievennootschap zijn.

Het rendement tegen een vast gegarandeerd minimumtarief van de aanschaffingswaarde van eigendomsrechten die werden verkregen bij het afsluiten of de uitvoering van de raamovereenkomst, dat rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden is met die rechten, al dan niet inbegrepen in die raamovereenkomst, eventueel in het kader van een terugkoopclausule, mag niet hoger zijn dan het gemiddelde van het interesttarief Euribor op 12 maanden van de laatste werkdag van de maanden van januari tot december van het jaar die voorafgaat aan de ondertekening van deze raamovereenkomst, verhoogd met driehonderd basispunten.

§ 2. Ten name van de vennootschap, die geen in aanmerking komende productievennootschap of televisieomroep is, die in België een raamovereenkomst sluit voor de productie van een in aanmerking komend werk, wordt de belastbare winst binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden vrijgesteld ten belope van 150 pct, hetzij van de sommen die werkelijk door die vennootschap betaald zijn ter uitvoering van de raamovereenkomst, hetzij van de sommen waarvoor de vennootschap zich heeft verbonden deze te storten ter uitvoering van de raamovereenkomst.

De in het eerste lid bedoelde sommen kunnen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst, hetzij door de toekenning van leningen, voor zover de vennootschap geen kredietinstelling is, hetzij door het verwerven van rechten verbonden aan de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 pct, met een maximum van 750.000 EUR, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.

Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.

De vrijstelling waarop aanspraak gemaakt wordt uit hoofde van de sommen die met toepassing van § 2, eerste lid, werkelijk betaald zijn en van de in het tweede lid bedoelde overdracht wordt uiterlijk toegekend voor het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk dat het belastbaar tijdperk voorafgaat tijdens hetwelk het laatste van de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, bedoelde attesten door de binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 227, 2° die aanspraak maakt op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2, aan haar aanslagdienst wordt toegezonden op voorwaarde dat deze toezending plaatsvindt binnen de vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst.

§ 4. De vrijstelling wordt slechts verleend en behouden wanneer:

1° de vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot op de datum waarop het laatste van de in 7° en 7°bis bedoelde attesten wordt toegezonden;

2° de vrijgestelde winst niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het laatste van de in 7° en 7°bis bedoelde attesten wordt toegezonden;

3° de schuldvorderingen en de eigendomsrechten die werden verkregen bij het afsluiten of de uitvoering van de raamovereenkomst blijven behouden, zonder terugbetaling of retrocessie, in volle eigendom door de oorspronkelijke houder van deze rechten tot de verwezenlijking van het gereed product welke het afgewerkte in aanmerking komend werk is; de maximale duur van de onoverdraagbaarheid van de rechten welke voortvloeit uit hetgeen voorafgaat is evenwel beperkt tot een periode van 18 maanden vanaf de datum van het afsluiten van de raamovereenkomst bestemd voor de productie van een in aanmerking komend werk;

4° het totaal van de door het geheel van de binnenlandse vennootschappen of de Belgische inrichtingen van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de overeenkomst hebben afgesloten daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2, niet meer bedraagt dan 50 pct van het totale budget van de kosten voor het in aanmerking komend werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;

5° het totaal van de sommen die ter uitvoering van de raamovereenkomst, in de vorm van leningen, zijn aangewend door het geheel van de binnenlandse vennootschappen of Belgische inrichtingen van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de overeenkomst hebben gesloten, niet meer bedraagt dan 40 pct van de sommen die ter uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2 zijn aangewend;

5° bis tenminste 70 pct. van de uitgaven bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, uitgaven zijn die rechtstreeks verbonden zijn met de productie in de zin van § 1, zesde lid;

6° de vennootschap die aanspraak maakt op de vrijstelling een afschrift van de raamovereenkomst, alsmede een document waarin de betrokken Gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk als bedoeld in § 1, eerste lid, 3°, overlegt binnen de termijn die bepaald is voor het indienen van de aangifte in de inkomstenbelasting voor het belastbaar tijdperk, en deze documenten bij de aangifte voegt;

7° de vennootschap die aanspraak maakt op het behoud van de vrijstelling een document overlegt waarin de aanslagdienst waarvan de productievennootschap van het in aanmerking komend werk afhangt uiterlijk binnen de vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst enerzijds, verklaart dat de voorwaarden inzake de kosten in België overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 3° en 4°, voor de in de raamovereenkomst bepaalde doeleinden door de productievennootschap, alsmede de bij de bepalingen onder 4°, 5° en 5° bis bepaalde voorwaarden en grenzen zijn nageleefd en, anderzijds, dat de vennootschap die aanspraak maakt op de toekenning en het behoud van de vrijstelling de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde sommen werkelijk heeft betaald aan de productievennootschap binnen een termijn van achttien maanden die aanvangt op de datum waarop de raamovereenkomst is gesloten;

7° bis de vennootschap die aanspraak maakt op het behoud van de vrijstelling een document overlegt waarin de betrokken Gemeenschap uiterlijk binnen vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst bevestigt dat de productie van het werk is voltooid en dat de globale financiering van het werk overeenkomstig dit artikel met naleving van de in 4° bepaalde voorwaarden en grenzen is uitgevoerd;

8° de productievennootschap geen achter stallen heeft bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het moment van het afsluiten van de raamovereenkomst;

9° de in 1° tot 5° van deze paragraaf bedoelde voorwaarden op een ononderbroken wijze worden nageleefd.

Ingeval een of andere van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk. Ingeval de onder 7° en 7°bis vermelde attesten niet binnen vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk worden verkregen door de vennootschap die aanspraak maakt op de vrijstelling, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk de termijn van vier jaar verstrijkt.

§ 4bis. In afwijking van § 4 en voor zover de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, vermelde attesten worden toegezonden binnen de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, vermelde periode van vier jaar, worden de sommen die overeenkomstig de §§ 2 tot 4 tijdelijk zijn vrijgesteld, definitief vrijgesteld vanaf het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk het laatste van deze attesten door de binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2° die aanspraak maakt op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2, aan haar aanslagdienst wordt toegezonden.

§ 5. De raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk bevat de volgende verplichte vermeldingen:

1° de benaming en het maatschappelijk doel van de productievennootschap;

2° de benaming en het maatschappelijk doel van de binnenlandse vennootschappen of de Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de raamovereenkomst hebben gesloten met de in 1° bedoelde vennootschap;

3° het totaal van de met toepassing van § 2 aangewende sommen evenals de juridische vorm, met een gedetailleerde opgave per bedrag, van die aangewende sommen ten name van elke deelnemende vennootschap vermeld onder 2°;

4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komend werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;

5° het budget van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:

- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de productievennootschap;

- het gedeelte gefinancierd door de binnenlandse vennootschappen of Belgische inrichtingen van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 227, 2°, die samen deelnemers aan de raamovereenkomst zijn en die aanspraak maken op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2;

- het gedeelte gefinancierd door de andere deelnemers aan de raamovereenkomst die aanspraak maken of niet op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2;

- het gedeelte gefinancierd door elke andere, eerder getekende raamovereenkomst betreffende hetzelfde in aanmerking komende werk;

6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die, naar gelang van hun aard, worden aangewend bij de uitvoering van de raamovereenkomst;

7° de waarborg dat elke binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een in artikel 227, 2°, bedoelde belastingplichtige die overeenkomstig 2° geïdentificeerd is noch een productievennootschap, noch een televisieomroep is, evenals dat de geldschieters geen kredietinstellingen zijn;

8° de verbintenis van de productievennootschap:

- overeenkomstig § 1 in België uitgaven te doen ten belope van 90 pct. van het geïnvesteerde bedrag (...);

- het definitieve bedrag dat in beginsel wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst te beperken tot ten hoogste 50 pct van het budget van de totale uitgaven van het in aanmerking komend werk voor alle betrokken binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van dit budget;

- het totaal van de sommen die in de vorm van leningen zullen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst te beperken tot ten hoogste 40 pct van de sommen die in beginsel zijn bestemd voor de uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van de winst voor alle betrokken binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°.

- het besteden van tenminste 70 pct. van de uitgaven bedoeld in § 1, eerste lid, 4°, aan uitgaven die rechtstreeks verbonden zijn met de productie.

§ 6. De voorgaande bepalingen laten onverlet het recht van de vennootschap aanspraak te maken op de eventuele aftrek als beroepskosten van andere bedragen dan die vermeld in § 2 die eveneens besteed werden aan de productie van in aanmerking komende werken en dat binnen de voorwaarden vermeld in de artikelen 49 en volgende.

In afwijking van de artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn, ten name van elke belastingplichtige, kosten en verliezen, en ook waardeverminderingen, voorzieningen en afschrijvingen met betrekking tot, naargelang van het geval, de schuldvorderingen en de eigendoms- en exploitatierechten op het in aanmerking komend werk, die voortvloeien uit leningen of verrichtingen vermeld in § 2, niet aftrekbaar als beroepskosten of -verliezen, noch vrijgesteld met uitzondering van de eigendoms- en exploitatierechten in de mate waarin ze worden teruggekocht door de in aanmerking komende productievennootschap die deze vorderingen of rechten heeft uitgegeven bij het afsluiten van de raamovereenkomst aan een waarde die de aanschaffingswaarde van deze rechten door de vennootschap die heeft geïnvesteerd in het kader van deze raamovereenkomst, niet overschrijdt. Wanneer meerdere vennootschappen deelnemende partij zijn als in aanmerking komende productievennootschappen bij het afsluiten van de raamovereenkomst, wordt deze uitzondering pro rata beperkt voor elk van hen tot haar deel van de uitgegeven rechten.

top pagina

 

Art. 194ter is van toepassing vanaf 01.01.2010 (art. 7, W 21.12.2009 - B.S. 31.12.2009)

 

§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

1° in aanmerking komende productievennootschap: de binnenlandse vennootschap of de Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2°, die geen televisieomroep is of geen onderneming die verbonden is met Belgische of buitenlandse televisieomroepen en die als voornaamste doel de ontwikkeling en de productie van audiovisuele werken heeft;

2° raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk: de basisovereenkomst gesloten, naargelang het geval, tussen een in aanmerking komende productievennootschap, enerzijds, en één of meerdere binnenlandse vennootschappen en/of één of meerdere belastingplichtigen als bedoeld in artikel 227, 2°, anderzijds, voor de financiering van de productie van een in aanmerking komend werk met vrijstelling van de belastbare winst;

3° in aanmerking komend werk:

- een Belgisch audiovisueel werk zoals een fictiefilm, een documentaire of een animatiefilm bestemd om in de bioscoop te worden vertoond, een lange fictiefilm voor televisie, een animatieserie, kinder- en jeugdreeksen, zijnde fictiereeksen met een educatieve, culturele en informatieve inhoud voor een doelgroep van 0 tot 16-jarigen of een documentaire voor televisie, dat door de bevoegde diensten van de betrokken gemeenschap is erkend als Europees werk zoals bedoeld in de richtlijn "Televisie zonder grenzen" van 3 oktober 1989 (89/552/EEG), gewijzigd bij richtlijn 97/36/EG van 30 juni 1997 en bekrachtigd door de Franse Gemeenschap op 4 januari 1999, door de Vlaamse Gemeenschap op 25 januari 1995 en door het Brusselse hoofdstedelijk Gewest op 30 maart 1995;

- waarvoor de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan binnen een periode van ten hoogste 18 maanden vanaf de datum van afsluiting van de raamovereenkomst voor de productie van dat werk, ten minste 150 pct belopen van de totale sommen die, anders dan in de vorm van leningen, zullen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig paragraaf 2;

4° de productie- en exploitatiekosten die in België werden gedaan: de exploitatiekosten en de financiële kosten waaruit beroepsinkomsten voortvloeien welke, ten name van de begunstigde, belastbaar zijn in de personenbelasting, in de vennootschapsbelasting of in de belasting van niet-inwoners, met uitzondering van de kosten vermeld in artikel 57 die niet worden verantwoord door individuele fiches en een samenvattende opgave, van de kosten vermeld in artikel 53, 9° en 10°, alsmede alle andere kosten die niet werden gedaan voor de productie of de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

In afwijking van het eerste lid, 4°, worden, wanneer de kosten, voor de begunstigde, de vergoeding van dienstverrichtingen vertegenwoordigen en wanneer de begunstigde een beroep doet op één of meerdere onderaannemers voor de verwezenlijking van deze dienstverrichtingen, deze kosten slechts als in België gedane kosten aangemerkt indien de vergoeding van de dienstverrichtingen van de onderaannemer of onderaannemers 10 pct van de kosten niet overschrijdt. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld wanneer de begunstigde zich hiertoe schriftelijk heeft verbonden, zowel ten aanzien van de productievennootschap als ten aanzien van de federale overheid.

Voor de berekening van het percentage bepaald in het tweede lid, wordt er geen rekening gehouden met de vergoedingen van de onderaannemers welke hadden kunnen worden beschouwd als in België gedane kosten indien deze onderaannemers rechtstreeks een contract zouden hebben aangegaan met de productievennotschap.

§ 2. Ten name van de vennootschap, die geen in aanmerking komende productievennootschap of televisieomroep is, die in België een raamovereenkomst sluit voor de productie van een in aanmerking komend werk, wordt de belastbare winst binnen de grenzen en onder de hierna gestelde voorwaarden vrijgesteld ten belope van 150 pct, hetzij van de sommen die werkelijk door die vennootschap betaald zijn ter uitvoering van de raamovereenkomst, hetzij van de sommen waarvoor de vennootschap zich heeft verbonden deze te storten ter uitvoering van de raamovereenkomst.

De in het eerste lid bedoelde sommen kunnen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst, hetzij door de toekenning van leningen, voor zover de vennootschap geen kredietinstelling is, hetzij door het verwerven van rechten verbonden aan de productie en de exploitatie van het in aanmerking komend werk.

§ 3. Per belastbaar tijdperk wordt de vrijstelling als bedoeld in § 2 verleend ten belope van een bedrag beperkt tot 50 pct, met een maximum van 750.000 EUR, van de belastbare gereserveerde winst van het belastbaar tijdperk vastgesteld vóór de samenstelling van de vrijgestelde reserve bedoeld in § 4.

Indien een belastbaar tijdperk geen of onvoldoende winst oplevert om de sommen ter uitvoering van de raamovereenkomst te kunnen aanwenden, wordt de voor dat belastbaar tijdperk niet verleende vrijstelling achtereenvolgens overgedragen op de winst van de volgende belastbare tijdperken, waarbij de vrijstelling per belastbaar tijdperk nooit hoger mag zijn dan de in het eerste lid gestelde grenzen.

De vrijstelling waarop aanspraak gemaakt wordt uit hoofde van de sommen die met toepassing van § 2, eerste lid, werkelijk betaald zijn en van de in het tweede lid bedoelde overdracht wordt uiterlijk toegekend voor het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk dat het belastbaar tijdperk voorafgaat tijdens hetwelk het laatste van de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, bedoelde attesten door de binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 227, 2° die aanspraak maakt op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2, aan haar aanslagdienst wordt toegezonden op voorwaarde dat deze toezending plaatsvindt binnen de vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst.

§ 4. De vrijstelling wordt slechts verleend en behouden wanneer:

1° de vrijgestelde winst op een afzonderlijke rekening van het passief van de balans geboekt is en blijft tot op de datum waarop het laatste van de in 7° en 7°bis bedoelde attesten wordt toegezonden;

2° de vrijgestelde winst niet tot grondslag dient voor de berekening van enige beloning of toekenning tot op de datum waarop het laatste van de in 7° en 7°bis bedoelde attesten wordt toegezonden;

3° de schuldvorderingen en de eigendomsrechten die werden verkregen bij het afsluiten of de uitvoering van de raamovereenkomst blijven behouden, zonder terugbetaling of retrocessie, in volle eigendom door de oorspronkelijke houder van deze rechten tot de verwezenlijking van het gereed product welke het afgewerkte in aanmerking komend werk is; de maximale duur van de onoverdraagbaarheid van de rechten welke voortvloeit uit hetgeen voorafgaat is evenwel beperkt tot een periode van 18 maanden vanaf de datum van het afsluiten van de raamovereenkomst bestemd voor de productie van een in aanmerking komend werk;

4° het totaal van de door het geheel van de binnenlandse vennootschappen of de Belgische inrichtingen van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de overeenkomst hebben afgesloten daadwerkelijk gestorte sommen in uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2, niet meer bedraagt dan 50 pct van het totale budget van de kosten voor het in aanmerking komend werk en het daadwerkelijk voor de uitvoering van dat budget werd aangewend;

5° het totaal van de sommen die ter uitvoering van de raamovereenkomst, in de vorm van leningen, zijn aangewend door het geheel van de binnenlandse vennootschappen of Belgische inrichtingen van de belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de overeenkomst hebben gesloten, niet meer bedraagt dan 40 pct van de sommen die ter uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst overeenkomstig § 2 zijn aangewend;

6° de vennootschap die aanspraak maakt op de vrijstelling een afschrift van de raamovereenkomst, alsmede een document waarin de betrokken Gemeenschap bevestigt dat het werk beantwoordt aan de definitie van een in aanmerking komend werk als bedoeld in § 1, eerste lid, 3°, overlegt binnen de termijn die bepaald is voor het indienen van de aangifte in de inkomstenbelasting voor het belastbaar tijdperk, en deze documenten bij de aangifte voegt;

7° de vennootschap die aanspraak maakt op het behoud van de vrijstelling een document overlegt waarin de aanslagdienst waarvan de productievennootschap van het in aanmerking komend werk afhangt uiterlijk binnen de vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst enerzijds, verklaart dat de voorwaarden inzake de kosten in België overeenkomstig paragraaf 1, eerste lid, 3° en 4°, voor de in de raamovereenkomst bepaalde doeleinden door de productievennootschap, alsmede de bij de bepalingen onder 4° en 5° bepaalde voorwaarden en grenzen zijn nageleefd en, anderzijds, dat de vennootschap die aanspraak maakt op de toekenning en het behoud van de vrijstelling de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde sommen werkelijk heeft betaald aan de productievennootschap binnen een termijn van achttien maanden die aanvangt op de datum waarop de raamovereenkomst is gesloten;

7° bis de vennootschap die aanspraak maakt op het behoud van de vrijstelling een document overlegt waarin de betrokken Gemeenschap uiterlijk binnen vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst bevestigt dat de productie van het werk is voltooid en dat de globale financiering van het werk overeenkomstig dit artikel met naleving van de in 4° bepaalde voorwaarden en grenzen is uitgevoerd;

8° de productievennootschap geen achter stallen heeft bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid op het moment van het afsluiten van de raamovereenkomst;

9° de in 1° tot 5° van deze paragraaf bedoelde voorwaarden op een ononderbroken wijze worden nageleefd.

Ingeval een of andere van deze voorwaarden gedurende enig belastbaar tijdperk niet langer wordt nageleefd of ontbreekt, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van dat belastbare tijdperk. Ingeval de onder 7° en 7°bis vermelde attesten niet binnen vier jaar na het sluiten van de raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk worden verkregen door de vennootschap die aanspraak maakt op de vrijstelling, wordt de voorheen vrijgestelde winst aangemerkt als winst van het belastbare tijdperk tijdens hetwelk de termijn van vier jaar verstrijkt.

§ 4bis. In afwijking van § 4 en voor zover de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, vermelde attesten worden toegezonden binnen de in § 4, eerste lid, 7° en 7°bis, vermelde periode van vier jaar, worden de sommen die overeenkomstig de §§ 2 tot 4 tijdelijk zijn vrijgesteld, definitief vrijgesteld vanaf het aanslagjaar dat verband houdt met het belastbaar tijdperk tijdens hetwelk het laatste van deze attesten door de binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een belastingplichtige bedoeld in artikel 227, 2° die aanspraak maakt op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2, aan haar aanslagdienst wordt toegezonden.

§ 5. De raamovereenkomst voor de productie van een in aanmerking komend werk bevat de volgende verplichte vermeldingen:

1° de benaming en het maatschappelijk doel van de productievennootschap;

2° de benaming en het maatschappelijk doel van de binnenlandse vennootschappen of de Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, die de raamovereenkomst hebben gesloten met de in 1° bedoelde vennootschap;

3° het totaal van de met toepassing van § 2 aangewende sommen evenals de juridische vorm, met een gedetailleerde opgave per bedrag, van die aangewende sommen ten name van elke deelnemende vennootschap vermeld onder 2°;

4° de identificatie en de beschrijving van het in aanmerking komend werk dat het voorwerp uitmaakt van de raamovereenkomst;

5° het budget van de uitgaven die nodig zijn voor het werk in kwestie, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen:

- het gedeelte dat ten laste wordt genomen door de productievennootschap;

- het gedeelte gefinancierd door de binnenlandse vennootschappen of Belgische inrichtingen van een belastingplichtige als bedoeld in artikel 227, 2°, die samen deelnemers aan de raamovereenkomst zijn en die aanspraak maken op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2;

- het gedeelte gefinancierd door de andere deelnemers aan de raamovereenkomst die aanspraak maken of niet op de vrijstelling bedoeld in paragraaf 2;

6° de overeengekomen wijze waarop de bedragen worden vergoed die, naar gelang van hun aard, worden aangewend bij de uitvoering van de raamovereenkomst;

7° de waarborg dat elke binnenlandse vennootschap of Belgische inrichting van een in artikel 227, 2°, bedoelde belastingplichtige die overeenkomstig 2° geïdentificeerd is noch een productievennootschap, noch een televisieomroep is, evenals dat de geldschieters geen kredietinstellingen zijn;

8° de verbintenis van de productievennootschap:

- overeenkomstig § 1 in België uitgaven te doen ten belope van 150 pct van het geïnvesteerde bedrag anders dan in de vorm van leningen;

- het definitieve bedrag dat in beginsel wordt aangewend tot uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van winst te beperken tot ten hoogste 50 pct van het budget van de totale uitgaven van het in aanmerking komend werk voor alle betrokken binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°, en om alle overeenkomstig § 2 gestorte bedragen daadwerkelijk aan te wenden voor de uitvoering van dit budget;

- het totaal van de sommen die in de vorm van leningen zullen worden aangewend voor de uitvoering van de raamovereenkomst te beperken tot ten hoogste 40 pct van de sommen die in beginsel zijn bestemd voor de uitvoering van de raamovereenkomst met vrijstelling van de winst voor alle betrokken binnenlandse vennootschappen en Belgische inrichtingen van belastingplichtigen bedoeld in artikel 227, 2°.

§ 6. De voorgaande bepalingen laten onverlet het recht van de vennootschap aanspraak te maken op de eventuele aftrek als beroepskosten van andere bedragen dan die vermeld in § 2 die eveneens besteed werden aan de productie van in aanmerking komende werken en dat binnen de voorwaarden vermeld in de artikelen 49 en volgende.

In afwijking van de artikelen 23, 48, 49 en 61, zijn kosten en verliezen, en ook waardeverminderingen, voorzieningen en afschrijvingen met betrekking tot, naargelang van het geval, de schuldvorderingen en de eigendoms- en exploitatierechten op het in aanmerking komend werk, die voortvloeien uit leningen of verrichtingen vermeld in § 2, niet aftrekbaar als beroepskosten of -verliezen, noch vrijgesteld.