Circulaire 2017/C/42 betreffende het binnenbrengen en de tijdelijke opslag van goederen
- Sectie :
- Regelgeving
- Type :
- Circular letters
- Subdomein :
- Fiscal Discipline
Samenvatting :
Douane - Binnenbrengen van goederen - Summiere aangifte, kennisgeving van aankomst, tijdelijke opslag
Originele tekst :
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Home >
Advanced search >
Search results > Circulaire 2017/C/42 betreffende het binnenbrengen en de tijdelijke opslag van goederen
Circulaire 2017/C/42 betreffende het binnenbrengen en de tijdelijke opslag van goederen
Document
Search in text:
Properties
Document type : Circular letters Title : Circulaire 2017/C/42 betreffende het binnenbrengen en de tijdelijke opslag van goederen Document date : 01/07/2017 Keywords : binnenbrengen van goederen / aanbrengen van goederen / summiere aangifte bij binnenbrengen / kennisgeving van aankomst / tijdelijke opslag van goederen Document language : NL Name : Circulaire 2017/C/42 betreffende het binnenbrengen en de tijdelijke opslag van goederen Version : 1
Circulaire 2017/C/42 betreffende het binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Unie – Tijdelijke opslag van goederensummiere aangifte; binnenbrengen; aankomst; kennisgeving; tijdelijke opslag; overbrenging; opslagruimte voor tijdelijke opslag
FOD Financiën, 01.07.2017 Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen
InhoudstafelI. Algemeen II. Binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Unie
III. Tijdelijke opslag van goederen
I. Algemeen
I.1. Wettelijke bepalingen§ 1. Het binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Unie (1) en het gebruik van de tijdelijke opslag zijn geregeld door de volgende Uniebepalingen of nationale bepalingen: a) artikelen 127 t/m 152 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 269 van 10 oktober 2013); b) artikelen 104 t/m 118 en bijlagen A en B van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 343 van 29 december 2015); c) artikelen 182 t/m 193 en bijlagen A en B van de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 343 van 29 december 2015); d) artikelen 9 t/m 11 van de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/2446 (PBEU L 69 van 15 maart 2016); e) het gewijzigde ministerieel besluit van 22 juli 1998 betreffende de aangiften inzake douane en accijnzen (B.S. van 5 november 1998, eerste editie); f) de gewijzigde Algemene Wet inzake Douane en Accijnzen (AWDA) (B.S. van 21 september 1977).
I.2. Gebruikte initiaalwoorden§ 2. Voor de toepassing van deze circulaire worden de volgende letterwoorden gebruikt: a) DWU: douanewetboek van de Unie, gepubliceerd in Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 269 van 10 oktober 2013); b) DWU DA: gedelegeerde handelingen van het douanewetboek van de Unie, opgenomen in de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 343 van 29 december 2015); c) DWU IA: uitvoeringshandelingen van het douanewetboek van de Unie, opgenomen in de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PBEU L 343 van 29 december 2015); d) DWU TDA: gedelegeerde handelingen tijdens de overgangsperiode van het DWU, opgenomen in de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2016/341 van de Commissie van 17 december 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 2015/2446 (PBEU L 69 van 15 maart 2016);
I.3. Definities§ 3. Voor de toepassing van deze circulaire verstaat men onder: a) douaneautoriteiten: de douanediensten van de lidstaten die bevoegd zijn voor de toepassing van de douanewetgeving, en alle overige autoriteiten die krachtens het nationale recht belast zijn met de toepassing van bepaalde onderdelen van de douanewetgeving; b) douanewetgeving: het geheel van wetgeving bestaande uit de volgende elementen: - het DWU en de op niveau van de Unie of op nationaal niveau vastgestelde bepalingen ter aanvulling of uitvoering ervan, - het gemeenschappelijk douanetarief, - de wetgeving betreffende de instelling van een Unieregeling inzake douanevrijstellingen, - internationale overeenkomsten houdende douanevoorschriften, voor zover deze van toepassing zijn in de Unie; c) douanecontroles: door de douaneautoriteiten verrichte specifieke handelingen voor het waarborgen van de naleving van de douanewetgeving en andere wetgeving betreffende het binnenbrengen, het uitgaan, de doorvoer, het overbrengen, de opslag en de bijzondere bestemming van goederen die tussen het douanegebied van de Unie en landen of gebieden daarbuiten worden vervoerd, en betreffende de aanwezigheid en het verkeer binnen het douanegebied van de Unie van niet-Uniegoederen en goederen die onder de regeling bijzondere bestemming zijn geplaatst; d) summiere aangifte bij binnenbrengen: de handeling waarbij een persoon de douaneautoriteiten in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze, en binnen een specifieke termijn, meedeelt dat goederen het douanegebied van de Unie zullen binnenkomen; e) douaneaangifte: de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om goederen onder een bepaalde douaneregeling te plaatsen, in voorkomend geval met opgave van eventuele specifieke procedures die moeten worden toegepast; f) douanestatus: de status van goederen, zijnde hetzij Unie-, hetzij niet-Uniegoederen; g) Uniegoederen: goederen behorende tot één van de volgende categorieën: - goederen die geheel zijn verkregen in het douanegebied van de Unie zonder toevoeging van goederen die zijn ingevoerd uit landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie, - goederen die in het douanegebied van de Unie zijn binnengebracht uit landen of gebieden buiten dat gebied en die in het vrije verkeer zijn gebracht, - goederen die in het douanegebied van de Unie zijn verkregen of vervaardigd, hetzij uitsluitend uit goederen als bedoeld onder het tweede deelstreepje, hetzij uit goederen als bedoeld onder het eerste en tweede deelstreepje; h) niet-Uniegoederen: andere dan de onder g) hierboven bedoelde goederen of goederen die de douanestatus van Uniegoederen hebben verloren; i) douanetoezicht: de activiteiten die door de douaneautoriteiten in het algemeen worden ontplooid teneinde te zorgen voor de naleving van de douanewetgeving en, in voorkomend geval, van de andere bepalingen die op goederen onder douanetoezicht van toepassing zijn; j) aanbrengen bij de douane: mededeling aan de douaneautoriteiten dat de goederen bij het douanekantoor of op enige andere, door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaats zijn aangekomen en beschikbaar zijn voor douanecontrole; k) tijdelijke opslag: de toestand van tijdelijk onder douanetoezicht opgeslagen niet-Uniegoederen tussen het moment waarop zij bij de douane zijn aangebracht en het moment waarop zij onder een douaneregeling zijn geplaatst of zijn weder uitgevoerd; l) plaats voor tijdelijke opslag: een ruimte voor tijdelijke opslag of een andere door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaats; m) aangifte tot tijdelijke opslag: de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze kenbaar maakt dat hij goederen in tijdelijke opslag plaatst; n) douaneregeling: één van de onderstaande regelingen waaronder goederen overeenkomstig het DWU kunnen worden geplaatst: - in het vrije verkeer brengen, - bijzondere regelingen, - uitvoer; o) summiere aangifte bij uitgaan: de handeling waarbij een persoon de douaneautoriteiten in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze, en binnen een specifieke termijn, meedeelt dat goederen het douanegebied van de Unie zullen verlaten; p) aangifte tot wederuitvoer: de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om niet-Uniegoederen, met uitzondering van die zich onder de regeling vrije zone bevinden of die in tijdelijke opslag zijn, buiten het douanegebied van de Unie te brengen; q) kennisgeving van wederuitvoer: de handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze het voornemen kenbaar maakt om niet-Uniegoederen die zich onder een regeling vrije zone bevinden, of in tijdelijke opslag zijn, buiten het douanegebied van de Unie te brengen.
II. Binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Unie
II.1. Summiere aangifte bij binnenbrengenII.1.1. Indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen§ 4. Voor goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, wordt een summiere aangifte bij binnenbrengen gedaan. Overeenkomstig artikel 16, lid 1 van het DWU wordt een elektronisch informatie- en communicatiesysteem gebruikt voor de indiening, verwerking, opslag en uitwisseling van informatie over summiere aangiften bij binnenbrengen en voor de daaropvolgende uitwisselingen van informatie. Tot de datum waarop de upgrade van het invoercontrolesysteem plaatsvindt, dient het elektronische systeem te worden gebruikt dat is ontwikkeld voor de indiening en uitwisseling van informatie over summiere aangiften bij binnenbrengen in overeenstemming met de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 2454/93 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek. II.1.1.1. Ontheffing van de verplichting tot indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen§ 5. Van deze verplichting wordt afgezien: a) in het geval van vervoermiddelen en de daarmee vervoerde goederen die uitsluitend door de territoriale wateren of het luchtruim van het douanegebied van de Unie worden vervoerd zonder dat er een tussenstop in dit gebied wordt gemaakt; en b) in andere gevallen die naar behoren worden gerechtvaardigd door het soort goederen of het soort vervoer of die voortvloeien uit verplichtingen uit hoofde van internationale overeenkomsten (zie bijlage 1). II.1.1.2. Termijnen voor de indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen§ 6. De summiere aangifte bij binnenbrengen wordt binnen een specifieke termijn bij het douanekantoor van eerste binnenkomst ingediend voordat de goederen het douanegebied van de Unie binnenkomen (zie bijlage 2). II.1.1.3. Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen§ 7. De summiere aangifte wordt ingediend door de vervoerder. Niettegenstaande de verplichtingen van de vervoerder kan de summiere aangifte bij binnenbrengen in zijn plaats worden ingediend door één van de volgende personen: a) de importeur of ontvanger van de goederen of een andere persoon in wiens naam of voor wiens rekening de vervoerder handelt; b) eenieder die in staat is de goederen bij het douanekantoor van binnenkomst aan te brengen of te doen aanbrengen. § 8. De summiere aangifte bij binnenbrengen bevat de informatie die nodig is voor een risicoanalyse voor veiligheidsdoeleinden. In specifieke gevallen, wanneer deze informatie niet verstrekt kan worden door de vorengenoemde personen, kunnen andere personen die over de gegevens beschikken en deze mogen verstrekken, daarom worden verzocht (zie bijlage 3). De summiere aangifte bij binnenbrengen die moet worden ingediend wanneer goederen het douanegebied van de Unie binnenkomen, bevat voor elke betrokken vervoerswijze of omstandigheid de informatie die in de kolommen F1a tot en met F5 van de tabel met gegevensvereisten in deel 1 van hoofdstuk 3 van bijlage B van de DWU DA is opgenomen (zie bijlagen 4 a) t/m 4 o)). § 9. Wat de IT-systemen betreft die in bijlage 1 van de DWU TDA zijn opgenomen, zijn in afwijking van lid 2 van artikel 2 van de DWU DA de gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen (2). De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA. II.1.1.4. Gebruik van andere systemen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen§ 10. De marktdeelnemers kunnen gebruik maken van systemen voor handels-, haven- of vervoers-informatie voor het indienen van een summiere aangifte bij binnenbrengen, op voorwaarde dat deze systemen de noodzakelijke gegevens voor een summiere aangifte bij binnenbrengen bevatten en dat deze gegevens beschikbaar zijn binnen één van de in bijlage 2 bepaalde specifieke termijnen, voordat de goederen het douanegebied van de Unie binnenkomen. II.1.1.5. Kennisgeving§ 11. In plaats van een summiere aangifte bij binnenbrengen kan een kennisgeving worden ingediend en toegang aan de douane worden verleend tot de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen in het computersysteem van de marktdeelnemer.
II.1.2. Risicoanalyse§ 12. Het in § 6 bedoelde douanekantoor zorgt ervoor dat binnen een specifieke termijn een risicoanalyse wordt uitgevoerd, hoofdzakelijk voor veiligheidsdoeleinden, op basis van de in § 4 bedoelde summiere aangifte bij binnenbrengen of de in § 11 bedoelde gegevens. Dit kantoor neemt de nodige maatregelen op basis van de resultaten van die risicoanalyse. De termijnen waarbinnen een risicoanalyse moet worden verricht en de nodige maatregelen moeten worden genomen, zijn bepaald in de artikelen 186 en 187 van de DWU IA.
II.1.3. Wijziging en ongeldigmaking van een summiere aangifte bij binnenbrengenII.1.3.1. Wijziging van een summiere aangifte bij binnenbrengen§ 13. De aangever kan, op diens verzoek, worden toegestaan één of meer gegevens in de summiere aangifte bij binnenbrengen te wijzigen nadat deze is ingediend. Wijziging is niet meer mogelijk na één van de volgende feiten: a) de douaneautoriteiten hebben de persoon die de summiere aangifte bij binnenbrengen heeft ingediend, in kennis gesteld van hun voornemen de goederen te controleren; b) de douaneautoriteiten hebben vastgesteld dat de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen onjuist zijn; c) de goederen zijn reeds bij de douane aangebracht. § 14. De persoon die de wijzigingen van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen heeft ingediend, wordt onmiddellijk door de douaneautoriteiten in kennis gesteld van het besluit om de wijzigingen te registreren of te weigeren. Wanneer de wijzigingen van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen worden ingediend door een andere persoon dan de vervoerder, stellen de douaneautoriteiten ook de vervoerder in kennis, op voorwaarde dat de vervoerder heeft gevraagd om verwittigd te worden en toegang heeft tot het elektronische systeem zoals bedoeld in § 4. II.1.3.2. Ongeldigmaking van een summiere aangifte bij binnenbrengen§ 15. Indien de goederen waarvoor een summiere aangifte bij binnenbrengen is ingediend, niet het douanegebied van de Unie binnenkomen, wordt deze aangifte door de douaneautoriteiten in elk van de volgende gevallen ongeldig gemaakt: a) op verzoek van de aangever; b) uiterlijk 200 dagen na de indiening van de aangifte.
II.1.4. Aangiften ingediend i.p.v. een summiere aangifte§ 16. Het in § 6 bedoelde douanekantoor kan ontheffing verlenen voor het indienen van een summiere aangifte bij binnenbrengen met betrekking tot goederen waarvoor, vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van die aangifte, een douaneaangifte is ingediend. In dat geval dient de douaneaangifte ten minste de voor de summiere aangifte bij binnenbrengen benodigde gegevens te bevatten. Totdat de douaneaangifte is aanvaard, heeft zij de status van summiere aangifte bij binnenbrengen. § 17. Het in § 6 bedoelde douanekantoor kan ontheffing verlenen voor het indienen van een summiere aangifte bij binnenbrengen met betrekking tot goederen waarvoor, vóór het verstrijken van de termijn voor de indiening van die aangifte, een aangifte tot tijdelijke opslag is ingediend. Deze aangifte tot tijdelijke opslag bevat ten minste de voor de summiere aangifte bij binnenbrengen benodigde gegevens. Tot het moment dat de aangegeven goederen bij de douane zijn aangebracht, heeft de aangifte tot tijdelijke opslag de status van een summiere aangifte bij binnenbrengen.
II.2. Aankomst van goederenII.2.1. Binnenkomst van goederen in het douanegebied van de UnieII.2.1.1. Kennisgeving van aankomst van een zeeschip of luchtvaartuig§ 18. De exploitant van een zeeschip of van een luchtvaartuig dat het douanegebied van de Unie binnenkomt, meldt zijn aankomst aan het douanekantoor van eerste binnenkomst bij de aankomst van het vervoermiddel. Wanneer de douaneautoriteiten beschikken over informatie over de aankomst van een schip of luchtvaartuig, kunnen zij ontheffing verlenen voor het in de vorige paragraaf bedoelde bericht. § 19. De op de kennisgeving van aankomst te vermelden gegevens zijn opgenomen in kolom G2 van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van bijlage B van de DWU DA (zie bijlage 5). De douaneautoriteiten kunnen toestaan dat gebruik wordt gemaakt van haven- of luchthaven-systemen of andere beschikbare informatiemethoden om de aankomst van een vervoermiddel te melden. § 20. Tot de datums van de uitrol van de DWU-systemen inzake kennisgeving van aankomst, aanbrengen van goederen en tijdelijke opslag zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen kunnen andere middelen dan elektronische gegevens-verwerkingstechnieken worden gebruikt voor de indiening van een kennisgeving van aankomst van een zeeschip of van een luchtvaartuig in overeenstemming met de §§ 18 en 19. II.2.1.2. Douanetoezicht§ 21. Goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen, zijn aan douanetoezicht onderworpen vanaf het tijdstip van binnenkomst en kunnen aan douanecontroles worden onderworpen. Zij zijn in voorkomend geval onderworpen aan de verboden of beperkingen die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van, onder meer, de openbare zedelijkheid, de openbare orde of de openbare veiligheid, de bescherming van de gezondheid en het leven van mens, dier of plant, de bescherming van het milieu, de bescherming van het nationaal artistiek, historisch en archeologisch bezit en de bescherming van industriële en commerciële eigendom, inclusief controles op drugsprecursoren, goederen die inbreuk maken op bepaalde intellectuele-eigendomsrechten en liquide middelen, alsmede aan de uitvoering van maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en van handelspolitieke maatregelen. Deze goederen blijven onder douanetoezicht zolang dit nodig is om de douanestatus ervan te bepalen en worden er niet aan onttrokken zonder toestemming van de douaneautoriteiten. § 22. Onverminderd de bepalingen van de regeling bijzondere bestemming zijn Uniegoederen niet aan douanetoezicht onderworpen zodra de douanestatus ervan is vastgesteld. Niet-Uniegoederen blijven aan douanetoezicht onderworpen totdat zij een andere douanestatus krijgen of totdat zij het douanegebied van de Unie hebben verlaten of vernietigd zijn. § 23. De houder van goederen onder douanetoezicht kan, met toestemming van de douaneautoriteiten, op elk tijdstip de goederen onderzoeken of daarvan monsters nemen, met name om de tariefindeling, douanewaarde of douanestatus vast te stellen. II.2.1.3. Vervoer naar een geschikte plaats§ 24. De persoon die goederen het douanegebied van de Unie binnenbrengt, brengt deze onverwijld, in voorkomend geval via de door de douaneautoriteiten aangegeven route en op de door hen vastgestelde wijze, naar het door de douaneautoriteiten aangewezen douanekantoor of naar enige andere door deze autoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaats of naar een vrije zone (3). § 25. Eenieder die verantwoordelijk is voor het vervoer van goederen nadat deze het douanegebied van de Unie zijn binnengekomen, is tot de in de § 24 bedoelde verplichting gehouden. § 26. Goederen die, hoewel ze zich nog buiten het douanegebied van de Unie bevinden, door de douaneautoriteiten van een lidstaat aan douanecontroles kunnen worden onderworpen ingevolge een overeenkomst met een land of gebied buiten het douanegebied van de Unie, worden op een dezelfde wijze behandeld als in het douanegebied van de Unie binnengekomen goederen. § 27. De bepalingen van § 24 laten de toepassing van bijzondere voorschriften met betrekking tot in het grensgebied vervoerde goederen of in pijpleidingen of via kabels vervoerde goederen evenals goederenverkeer van verwaarloosbaar economisch belang zoals brieven, briefkaarten, drukwerk en de elektronische equivalenten daarvan op andere media, of goederen die reizigers bij zich dragen, onverlet, voor zover het douanetoezicht en de mogelijkheden tot douanecontroles hierdoor niet in het gedrang komen. § 28. De bepalingen van § 24 zijn niet van toepassing op vervoermiddelen en daarmee vervoerde goederen die door de territoriale wateren of het luchtruim van het douanegebied van de Unie worden vervoerd zonder dat er een tussenstop in dit gebied wordt gemaakt. II.2.1.4. Vervoer in bijzondere omstandigheden§ 29. Indien de in § 24 bedoelde verplichting ten gevolge van niet te voorziene omstandigheden of overmacht niet kan worden nagekomen, stelt de persoon op wie deze verplichting rust of iedere andere persoon die voor zijn rekening handelt, de douaneautoriteiten hiervan onverwijld in kennis. Indien de goederen ondanks de niet te voorziene omstandigheden of de overmacht niet volledig zijn teloorgegaan, worden de douaneautoriteiten bovendien in kennis gesteld van de juiste plaats waar deze goederen zich bevinden. § 30. Indien een in § 28 bedoeld schip of luchtvaartuig ten gevolge van niet te voorziene omstandigheden of overmacht wordt gedwongen het douanegebied van de Unie aan te doen of daar tijdelijk te verblijven zonder aan de in § 24 bedoelde verplichting te kunnen voldoen, stelt de persoon die dit schip of luchtvaartuig in het douanegebied van de Unie heeft gebracht, of ieder ander persoon die voor zijn rekening handelt, de douaneautoriteiten hiervan onverwijld in kennis. § 31. De douaneautoriteiten stellen de maatregelen vast die in acht moeten worden genomen om het douanetoezicht op de in § 29 bedoelde goederen of, in § 30 genoemde omstandigheden, op het schip of luchtvaartuig en de zich aldaar bevindende goederen mogelijk te maken en om er in voorkomend geval voor te zorgen dat deze goederen vervolgens naar een douanekantoor of een andere door hen aangewezen of goedgekeurde plaats worden overgebracht. II.2.1.5. Door de douaneautoriteiten te nemen maatregelen§ 32. De douaneautoriteiten nemen alle nodige maatregelen, inclusief verbeurdverklaring en verkoop, of vernietiging, voor de verwijdering van goederen indien één van de bij de douanewetgeving vastgestelde verplichtingen betreffende het binnenbrengen van niet-Uniegoederen in het douanegebied van de Unie niet is nagekomen of de goederen aan het douanetoezicht zijn onttrokken.
II.2.2. Aanbrengen, lossen en onderzoek van goederenII.2.2.1. Aanbrengen van goederen bij de douane§ 33. Goederen die in het douanegebied van de Unie worden gebracht, worden onmiddellijk bij aankomst bij de douane aangebracht bij het aangewezen douanekantoor, of op een daartoe door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaats door één van de volgende personen: a) de persoon die de goederen in het douanegebied van de Unie heeft gebracht; b) de persoon in wiens naam of voor wiens rekening degene handelt die de goederen in het douanegebied van de Unie heeft gebracht; c) de persoon die aansprakelijk is voor het vervoer van de goederen na het binnenbrengen in het douanegebied van de Unie. § 34. Voor het aanbrengen van goederen kan een andere plaats dan het bevoegde douanekantoor worden goedgekeurd wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) de vereisten die zijn vastgesteld in de §§ 69 t/m 71 zijn vervuld; b) de goederen worden op de dag nadat zij zijn aangebracht, aangegeven voor een douaneregeling tenzij de douaneautoriteiten een onderzoek van de goederen eisen overeenkomstig § 44. Wanneer voor de plaats al een vergunning voor het beheer van een ruimte voor tijdelijke opslag is verleend, is die goedkeuring niet vereist. § 35. Goederen die het douanegebied van de Unie over zee of door de lucht binnenkomen en die aan boord blijven van hetzelfde vervoermiddel, worden alleen in de haven of luchthaven waar zij worden gelost of overgeladen bij de douane aangebracht. Goederen die het douanegebied van de Unie binnenkomen en die worden gelost om tijdens de reis op hetzelfde vervoermiddel te worden geladen teneinde het lossen of laden van andere goederen mogelijk te maken, worden echter niet bij de douane van die haven of luchthaven aangebracht. § 36. Niettegenstaande de verplichtingen van de in § 33 bedoelde persoon kunnen de goederen ook worden aangebracht door één van de volgende personen: a) eenieder die de goederen onmiddellijk onder een douaneregeling plaatst; b) de houder van een vergunning voor het beheer van een opslagruimte of eenieder die activiteiten uitoefent in een vrije zone. § 37. De persoon die de goederen aanbrengt, verwijst naar de voor deze goederen ingediende summiere aangifte bij binnenbrengen of, in de in §§ 16 en 17 bedoelde gevallen, naar de douaneaangifte of aangifte tot tijdelijke opslag, tenzij ontheffing is verleend van de verplichting een summiere aangifte bij binnenbrengen in te dienen. § 38. Indien niet-Uniegoederen die bij de douane worden aangebracht, niet zijn gedekt door een summiere aangifte bij binnenbrengen, dient één van de in de § 7 bedoelde personen, onverminderd de bepalingen van § 8, onmiddellijk een dergelijke aangifte in, of dient in plaats daarvan een douaneaangifte of een aangifte tot tijdelijke opslag in, tenzij ontheffing is verleend van de verplichting een dergelijke aangifte in te dienen. § 39. De bepalingen van § 33 laten de toepassing van bijzondere voorschriften met betrekking tot in het grensgebied vervoerde goederen of in pijpleidingen of via kabels vervoerde goederen evenals goederenverkeer van verwaarloosbaar economisch belang zoals brieven, briefkaarten, drukwerk en alle elektronische equivalenten daarvan op andere media, of goederen die reizigers bij zich dragen, onverlet, voor zover het douanetoezicht en de mogelijkheden tot douanecontroles hierdoor niet in het gedrang komen. § 40. Bij de douane aangebrachte goederen mogen niet zonder haar toestemming worden weggevoerd van de plaats waar zij zijn aangebracht. § 41. De douaneautoriteiten kunnen het gebruik van haven- of luchthavensystemen of andere beschikbare informatiemethoden voor het aanbrengen van goederen bij de douane toestaan. § 42. Tot de datums van de uitrol van de DWU-systemen inzake kennisgeving van aankomst, aanbrengen van goederen en tijdelijke opslag, zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, kunnen de douaneautoriteiten toestaan dat andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken worden gebruikt voor het aanbrengen van goederen bij de douane in overeenstemming met de bepalingen van de §§ 33 t/m 41. II.2.2.2. Lossen en onderzoek van goederen§ 43. Het lossen of overladen van goederen uit het vervoermiddel waarop zij zich bevinden, mag slechts met toestemming van de douaneautoriteiten en op de door hen aangewezen of goedgekeurde plaatsen geschieden. Deze toestemming is evenwel niet vereist in het geval van een dreigend gevaar dat ertoe noopt de goederen onverwijld geheel of gedeeltelijk te lossen. In dat geval worden de douaneautoriteiten daarvan onmiddellijk in kennis gesteld. § 44. De douaneautoriteiten kunnen op ieder ogenblik eisen dat goederen worden gelost en uitgepakt teneinde deze te onderzoeken of te bemonsteren dan wel het vervoermiddel waarop zij zich bevinden, te controleren.
III. Tijdelijke opslag van goederen
III.1. Algemeen§ 45. Niet-Uniegoederen zijn in tijdelijke opslag vanaf het moment dat zij bij de douane worden aangebracht.
III.2. Aangifte tot tijdelijke opslag2.1. Algemene bepalingen§ 46. Bij de douane aangebrachte niet-Uniegoederen worden gedekt door een aangifte tot tijdelijke opslag die alle gegevens bevat die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen die gelden voor tijdelijke opslag. De aangifte tot tijdelijke opslag is geen douaneaangifte maar wel een handeling waarbij een persoon in de voorgeschreven vorm en op de voorgeschreven wijze kenbaar maakt dat hij goederen in tijdelijke opslag plaatst. § 47. De documenten in verband met goederen in tijdelijke opslag worden aan de douaneautoriteiten verstrekt indien de Uniewetgeving dat vereist of indien dat met het oog op douanecontroles noodzakelijk is. § 48. De aangifte tot tijdelijke opslag wordt door één van de in § 33 of § 36 genoemde personen ingediend, ten laatste op het moment dat de goederen bij de douane worden aangebracht. § 49. De douaneautoriteiten mogen ook toestaan dat de aangifte tot tijdelijke opslag in één van de onderstaande vormen wordt gedaan: a) een verwijzing naar een elke summiere aangifte bij binnenkomst die is ingediend voor de betrokken goederen, aangevuld door de gegevens van een summiere aangifte tot tijdelijke opslag; b) een manifest of ander vervoerdocument, mits dit de gegevens van een aangifte tot tijdelijke opslag bevat, waaronder een verwijzing naar elke summiere aangifte bij binnenkomst voor de betrokken goederen. § 50. Wanneer een douaneaangifte wordt ingediend vóór de verwachte aanbrenging van de goederen bij de douane kunnen de douaneautoriteiten deze aangifte als een aangifte tot tijdelijke opslag beschouwen. § 51. De douaneautoriteiten kunnen toestaan dat gebruik wordt gemaakt van systemen voor handels-, haven- of vervoersinformatie voor het indienen van een aangifte tot tijdelijke opslag, op voorwaarde dat deze de nodige gegevens voor een dergelijke aangifte bevatten en dat deze gegevens overeenkomstig § 48 beschikbaar zijn. § 52. De bepalingen betreffende de verificatie van een douaneaangifte, onderzoek en monsterneming van goederen en identificatiemaatregelen zijn van toepassing op de aangifte tot tijdelijke opslag. § 53. De aangifte tot tijdelijke opslag kan ook worden gebruikt voor: a) het bericht van aankomst, als bedoeld in de §§ 18 en 19 of b) het aanbrengen van de goederen bij de douane, zoals bedoeld in de §§ 33 en 35 t/m 41, voor zover dit voldoet aan de voorwaarden die in die bepalingen zijn vastgelegd. § 54. Een aangifte tot tijdelijke opslag is niet vereist indien: a) een douaneaangifte werd ingediend voordat de goederen bij de douane zijn aangebracht of b) de douanestatus van Uniegoederen ten laatste op het moment van het aanbrengen van de goederen bij de douane is vastgesteld. § 55. De aangifte tot tijdelijke opslag wordt door de douaneautoriteiten bewaard of blijft voor hen toegankelijk, teneinde te kunnen verifiëren dat de goederen waarop deze aangifte betrekking heeft, onder een douaneprocedure worden geplaatst of worden weder uitgevoerd overeenkomstig de in § 86 opgenomen bepalingen.
III.2.2. Inhoud van de aangifte tot tijdelijke opslag§ 56. De gegevenselementen die op een aangifte tot tijdelijke opslag vermeld (kunnen) worden, zijn opgenomen in kolom G4 van de van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van bijlage B van de DWU DA (zie bijlage 6). § 57. Tijdens de overgangsperiode voor de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen van het DWU blijven de huidige gegevensvereisten voor de aangifte tot tijdelijke opslag van toepassing. De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. Tijdens de vorengenoemde overgangsperiode zijn er geen gemeenschappelijke gegevensvereisten. De douaneautoriteiten van elke lidstaat dienen er echter voor te zorgen dat haar respectieve gegevensvereisten waarborgen dat de bepalingen betreffende de aangifte tot tijdelijke opslag kunnen worden toegepast. § 58. In het bijzonder moet de aangifte tot tijdelijke opslag een verwijzing bevatten naar de summiere aangifte bij binnenbrengen die voor de bij de douane aangebrachte goederen is ingediend. In de volgende omstandigheden wordt echter ontheffing verleend van de verplichting om een verwijzing naar de summiere aangifte bij binnenbrengen te voorzien: - overeenkomstig artikel 104 van de DWU DA werd ontheffing verleend van de verplichting tot indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen; - de verplichting tot het indienen van een summiere aangifte bij binnenbrengen is niet van toepassing, bijvoorbeeld bij intra-EU maritiem verkeer; - de goederen waren reeds in tijdelijke opslag; - de goederen zijn onder een douaneregeling geplaatst en hebben het douanegebied van de Unie niet verlaten. § 59. Tot de datums van de uitrol van de DWU-systemen inzake kennisgeving van aankomst, aanbrengen van goederen en tijdelijke opslag, zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, kunnen de douaneautoriteiten toestaan dat andere middelen dan elektronische gegevens-verwerkingstechnieken worden gebruikt voor de indiening van een aangifte tot tijdelijke opslag in overeenstemming met de bepalingen van de §§ 46 t/m 56.
III.2.3. Wijziging en ongeldigmaking van de aangifte tot tijdelijke opslag§ 60. De aangever wordt, op diens aanvraag, toegestaan één of meer gegevens in de aangifte tot tijdelijke opslag te wijzigen nadat deze is ingediend. De wijziging mag niet inhouden dat de aangifte betrekking heeft op andere goederen dan die waarop zij oorspronkelijk betrekking had. Wijziging is niet meer mogelijk na één van de volgende feiten: a) de douaneautoriteiten hebben de persoon die de aangifte heeft ingediend, in kennis gesteld van haar voornemen de goederen te controleren; b) de douaneautoriteiten hebben vastgesteld dat de gegevens van de aangifte onjuist zijn. § 61. Indien de goederen waarvoor een aangifte tot tijdelijke opslag is ingediend, niet bij de douaneautoriteiten zijn aangebracht, maakt de douane die aangifte ongeldig in elk van de volgende gevallen: a) op aanvraag van de aangever, of b) uiterlijk 30 dagen na de indiening van de aangifte.
III.3. Voorwaarden en verantwoordelijkheden voor de tijdelijke opslag§ 62. Goederen in tijdelijke opslag worden alleen in ruimten voor tijdelijke opslag opgeslagen overeenkomstig de §§ 68 t/m 83, of, indien gerechtvaardigd, op andere door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaatsen. § 63. Voor de tijdelijke opslag van goederen kan een andere plaats dan een ruimte voor tijdelijke opslag worden goedgekeurd wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: a) de vereisten die zijn vastgesteld in de §§ 69 t/m 71 zijn vervuld; b) de goederen worden op de dag nadat zij zijn aangebracht, aangegeven voor een douaneregeling tenzij de douaneautoriteiten een onderzoek van de goederen eisen overeenkomstig § 44. § 64. Onverminderd de bepalingen van § 23 mogen goederen die onder de regeling tijdelijke opslag zijn geplaatst, geen andere behandelingen ondergaan dan die welke noodzakelijk zijn om deze goederen in ongewijzigde staat te behouden zonder dat hun presentatie of hun technische kenmerken worden gewijzigd. § 65. De houder van de in de §§ 68 t/m 83 bedoelde vergunning of de persoon die de goederen opslaat in de gevallen waarin de goederen zijn opgeslagen op andere door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaatsen, is verantwoordelijk voor al het volgende: a) het verzekeren dat de goederen in tijdelijke opslag niet aan het douanetoezicht worden onttrokken; b) het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit de opslag van goederen in tijdelijke opslag. § 66. De betrokken persoon dient, met het oog op een douanecontrole, de bescheiden en overige gegevens gedurende ten minste drie jaren te bewaren op een wijze die toegankelijk en aanvaardbaar is voor de douaneautoriteiten. Voor goederen die in tijdelijke opslag zijn geplaatst, vangt deze termijn aan op het einde van het jaar waarin de tijdelijke opslag is beëindigd. § 67. Indien goederen om enigerlei reden niet langer in tijdelijke opslag kunnen worden gehouden, nemen de douaneautoriteiten onverwijld alle nodige maatregelen om de situatie van deze goederen te regulariseren overeenkomstig de artikelen 197 t/m 199 van het DWU (vernietiging, verbeurdverklaring en verkoop, afstand aan de staat).
III.4. Vergunning voor het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslagIII.4.1. Algemene bepalingen§ 68. Voor het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslag is een vergunning van de douaneautoriteiten vereist. Deze vergunning moet aangevraagd worden door de beheerder van de tijdelijke opslagruimte die de vergunninghouder is. Een dergelijke vergunning is niet vereist indien de beheerder van de tijdelijke opslagruimte de douaneautoriteit zelf is. De voorwaarden waaraan het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslag is onderworpen, worden in de vergunning vastgesteld. § 69. Op de volgende voorwaarden wordt een vergunning voor het beheer van ruimten voor tijdelijke opslag verleend: a) de ruimte voor tijdelijke opslag wordt niet gebruikt voor detailhandel; b) wanneer de opgeslagen goederen een gevaar vormen, andere goederen kunnen bederven of om andere redenen bijzondere voorzieningen vereisen, wordt de ruimte voor tijdelijke opslag speciaal voor de opslag van die goederen ingericht; c) de ruimte voor tijdelijke opslag wordt uitsluitend beheerd door de vergunninghouder. § 70. De in § 68 bedoelde vergunning wordt uitsluitend verleend aan personen die aan elk van de volgende voorwaarden voldoen: a) zij zijn in het douanegebied van de Unie gevestigd; b) zij bieden de nodige waarborgen voor het goede gebruik van de regeling; een geautoriseerde marktdeelnemer voor douanevereenvoudigingen (hierna AEOC genoemd) wordt geacht aan die voorwaarde te voldoen indien in de vergunning AEOC rekening is gehouden met het beheer van de opslagruimten voor tijdelijke opslag; c) zij stellen zekerheid overeenkomstig artikel 89 van het DWU. Wanneer er een doorlopende zekerheid wordt gesteld, worden de aan die zekerheid verbonden verplichtingen op passende wijze gecontroleerd. § 71. De in § 68 bedoelde vergunning wordt slechts toegekend indien de douaneautoriteiten douanetoezicht kunnen uitoefenen zonder administratieve maatregelen te hoeven nemen die niet in verhouding staan tot de economische behoeften § 72. De vergunninghouder voert een passende administratie in een door de douaneautoriteiten goedgekeurde vorm. Aan de hand van de informatie en de gegevens in die administratie moeten de douaneautoriteiten in staat zijn toezicht uit te oefenen op het beheer van de opslagruimten voor tijdelijke opslag, met name wat de identificatie, de douanestatus en het verkeer van de opgeslagen goederen betreft. Een AEOC wordt geacht aan de in eerste en tweede alinea van deze paragraaf vastgestelde verplichting te voldoen voor zover zijn administratie passend is met het oog op het beheer van de tijdelijke opslag. § 73. De in § 72 bedoelde administratie bevat de volgende informatie en gegevens: a) een verwijzing naar de desbetreffende aangifte tot tijdelijke opslag van de opgeslagen goederen en een verwijzing naar de overeenkomstige beëindiging van de tijdelijke opslag; b) de datum en gegevens ter identificatie van de douanedocumenten betreffende de opgeslagen goederen en alle andere documenten die betrekking hebben op de tijdelijke opslag van de goederen; c) bijzonderheden, nummers, aantal en soort van de colli, de hoeveelheid en de gebruikelijke handelsomschrijving of technische beschrijving van de goederen en, eventueel, de op de containers aangebrachte merktekens aan de hand waarvan de goederen kunnen worden geïdentificeerd; d) plaats van de goederen en gegevens over iedere overbrenging; e) douanestatus van de goederen; f) informatie over de in § 64 bedoelde behandelingen, met name uitsluitend de behandelingen die noodzakelijk zijn om de goederen in ongewijzigde staat te behouden zonder dat hun presentatie of hun technische kenmerken worden gewijzigd; g) wat betreft de overbrenging van tijdelijk opgeslagen goederen tussen ruimten voor tijdelijke opslag die in verschillende lidstaten zijn gelegen, de gegevens over de aankomst van de goederen in de tijdelijke opslagruimte van bestemming. Wanneer de administratie geen deel uitmaakt van de hoofdboekhouding voor douanedoeleinden, dient zij te verwijzen naar deze boekhouding. § 74. De douaneautoriteiten kunnen toestaan dat sommige van de in § 73 bedoelde gegevens niet moeten worden verstrekt wanneer dit geen nadelige invloed heeft op het douanetoezicht en de controle van de goederen. Deze ontheffing mag evenwel niet toegekend worden in het geval van overbrenging van goederen tussen ruimten voor tijdelijke opslag.
III.4.2. Raadplegingsprocedure tussen de douaneautoriteiten voorafgaand aan het verlenen van een vergunning voor opslagruimten voor tijdelijke opslag§ 75. De raadplegingsprocedure zoals bedoeld in artikel 14 van de DWU IA wordt gevolgd in overeenstemming met de §§ 76 en 77 hierna voordat een besluit wordt genomen om een vergunning te verlenen voor het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslag waarbij meer dan één lidstaat is betrokken, tenzij de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit van mening is dat niet aan de voorwaarden voor het verlenen van een dergelijke vergunning is voldaan. Vóór de afgifte van de vergunning dient de beschikkingsbevoegde douaneautoriteit toestemming te verkrijgen van de geraadpleegde douaneautoriteiten. § 76. De beschikkingsbevoegde douaneautoriteit zendt de aanvraag en de ontwerpvergunning uiterlijk 30 dagen na de datum van aanvaarding van de aanvraag aan de geraadpleegde douaneautoriteiten. § 77. De geraadpleegde douaneautoriteiten delen binnen 30 dagen na de datum waarop zij in kennis zijn gesteld van de ontwerpvergunning hun bezwaren of goedkeuring mee. De bezwaren moeten naar behoren worden gemotiveerd. Wanneer de bezwaren binnen de voorziene termijn kenbaar worden gemaakt en er binnen 60 dagen na de datum waarop de ontwerpvergunning was meegedeeld, geen overeenstemming wordt bereikt tussen de geraadpleegde en raadplegende autoriteiten, wordt de vergunning alleen verleend voor het deel van de aanvraag waarop de bezwaren geen betrekking hadden. Indien de geraadpleegde douaneautoriteiten geen bezwaren uiten binnen de voorziene termijn, worden zij geacht hun instemming te hebben gegeven.
III.4.3. Overbrenging van goederen in tijdelijke opslag§ 78. De douaneautoriteiten kunnen de vergunninghouder, op voorwaarde dat het frauderisico daardoor niet toeneemt, toestaan goederen in tijdelijke opslag over te brengen tussen de verschillende opslagruimten voor tijdelijke opslag, op de volgende manieren: a) de overbrenging vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van één douaneautoriteit; b) de overbrenging vindt plaats onder dekking van één vergunning afgegeven aan één AEOC; c) in andere gevallen van overbrengingen, met name tussen verschillende ruimten voor tijdelijke opslag waarvoor verschillende vergunningen voor het beheer van ruimten voor tijdelijke opslag zijn afgegeven, op voorwaarde dat de houders van deze vergunningen AEOC zijn. Schematisch overzicht
§ 79. Wanneer de overbrenging plaatsvindt tussen opslagruimten voor tijdelijke opslag in verschillende lidstaten, stelt de vergunninghouder voor het beheer van de opslagruimten voor tijdelijke opslag van waaruit de goederen worden overgebracht: a) de douaneautoriteit die belast is met het toezicht op de opslagruimte voor tijdelijke opslag van waaruit de goederen zullen worden overgebracht, in kennis van de beoogde overbrenging op de in de vergunning vastgestelde wijze alsook, bij aankomst van de goederen in de opslagruimten voor tijdelijke opslag van bestemming, van de voltooiing van de overbrenging op de in de vergunning vastgestelde wijze; b) de vergunninghouder voor de ruimten waarnaar de goederen zijn overgebracht, ervan in kennis dat de goederen zijn verzonden. § 80. De vergunninghouder voor de ruimten waarnaar de goederen worden overgebracht, stelt: a) de douaneautoriteiten die verantwoordelijk zijn voor deze ruimten, in kennis van de aankomst van de goederen, en b) bij aankomst van de goederen in de opslagruimten voor tijdelijke opslag van bestemming, de vergunninghouder van de opslagruimten voor tijdelijke opslag van vertrek daarvan in kennis. § 81. De in de §§ 79 en 80 bedoelde informatie bevat een verwijzing naar de betreffende aangifte tot tijdelijke opslag en de einddatum van de tijdelijke opslag. § 82. Wanneer een overbrenging van goederen in tijdelijke opslag plaatsvindt, blijven de goederen onder de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder voor het beheer van de opslagruimten voor tijdelijke opslag van waaruit de goederen worden overgebracht, totdat de goederen zijn ingeschreven in de administratie van de vergunninghouder voor het beheer van de opslagruimten voor tijdelijke opslag waarnaar de goederen worden overgebracht, tenzij anders is bepaald in de vergunning.
III.4.4. Opslag van Uniegoederen en niet-Uniegoederen§ 83. Bij een economische behoefte en op voorwaarde dat het douanetoezicht niet wordt gehinderd, kunnen de douaneautoriteiten vergunning geven voor de opslag van Uniegoederen in een ruimte voor tijdelijke opslag. Deze goederen worden niet als goederen in tijdelijke opslag beschouwd. Gecombineerde opslag van Uniegoederen en niet-Uniegoederen in een opslagruimte die mag gebruikt worden als ruimte voor tijdelijke opslag is enkel mogelijk wanneer Uniegoederen geïdentificeerd kunnen worden.
III.4.5. Te vermelden gegevens op aanvragen en vergunningen voor het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslag§ 84. De op de aanvragen en vergunningen voor het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslag te vermelden gegevens zijn opgenomen in kolom 5 van de tabel met gegevensvereisten van hoofdstuk 1 van titel 1 van bijlage A van de DWU DA. § 85. Tot de datum van de uitrol van het DWU-systeem douanebeschikkingen zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, kunnen de douaneautoriteiten besluiten dat passende alternatieve gegevensvereisten voor de in bijlage A van de DWU DA vastgestelde vereisten van toepassing zijn op de aanvragen en vergunningen voor het beheer van opslagruimten voor tijdelijke opslag zoals bedoeld in de §§ 68 t/m83.
III.5. Beëindiging van de tijdelijke opslagIII.5.1. Termijn§ 86. Niet-Uniegoederen in tijdelijke opslag worden binnen 90 dagen onder een douaneregeling geplaatst of weder uitgevoerd. Indien aan het einde van de tijdelijke opslag de goederen niet onder een douaneregeling geplaatst zijn of weder uitgevoerd zijn, dan: - ontstaat er een douaneschuld ingevolge artikel 79 van het DWU; - zou de douane maatregelen moeten nemen om over de goederen te beschikken in overeenstemming met de artikelen 197 t/m 199 van het DWU (vernietiging, verbeurdverklaring en verkoop, afstand aan de staat).
III.5.2. Plaatsing van goederen onder een douaneregeling§ 87. Voor alle goederen die bestemd zijn om onder een douaneregeling te worden geplaatst, moet een douaneaangifte tot plaatsing onder de desbetreffende regeling worden gedaan. § 88. Tenzij anders is bepaald, staat het de aangever vrij de douaneregeling te kiezen waaronder de goederen, onder de voorwaarden van die regeling, ongeacht hun aard of hoeveelheid dan wel hun land van oorsprong, van verzending of van bestemming, worden geplaatst.
III.5.3. Wederuitvoer van niet-UniegoederenIII.5.3.1. Aangifte tot wederuitvoer§ 89. In het geval van niet-Uniegoederen die het douanegebied van de Unie verlaten, wordt bij het bevoegde douanekantoor aangifte tot wederuitvoer ingediend. Dit is niet van toepassing op goederen in tijdelijke opslag die rechtstreeks worden weder uitgevoerd uit een ruimte voor tijdelijke opslag. III.5.3.2. Summiere aangifte bij uitgaan§ 90. Indien goederen het douanegebied van de Unie verlaten, en er geen douaneaangifte of aangifte tot wederuitvoer is ingediend als aangifte vóór vertrek, wordt bij het douanekantoor van uitgang een summiere aangifte bij uitgaan ingediend. § 91. De summiere aangifte bij uitgaan die moet worden ingediend wanneer goederen het douanegebied van de Unie verlaten, bevat voor elke betrokken vervoerswijze of omstandigheid de informatie die in de kolommen A1 en A2 van de tabel met gegevensvereisten in deel 1 van hoofdstuk 3 van bijlage B van de DWU DA is opgenomen (zie bijlagen 7 a) en 7 b)). § 92. Wat de IT-systemen betreft die in bijlage 1 bij de DWU TDA zijn opgenomen, zijn de gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij uitgaan die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA. § 93. De douaneautoriteiten kunnen aanvaarden dat gebruik wordt gemaakt van handels-, haven- of vervoersinformatiesystemen voor het indienen van een summiere aangifte bij uitgaan, op voorwaarde dat deze de noodzakelijke gegevens voor de aangifte bevatten en dat deze gegevens binnen een specifieke termijn beschikbaar zijn, voordat de goederen het douanegebied van de Unie verlaten. § 94. De douaneautoriteiten kunnen ermee instemmen dat in plaats van een summiere aangifte bij uitgaan een kennisgeving wordt ingediend en toegang wordt verleend tot de gegevens van de summiere aangifte bij uitgaan in het computersysteem van de marktdeelnemer. III.5.3.3. Kennisgeving van wederuitvoer§ 95. Wanneer goederen in tijdelijke opslag die rechtstreeks worden weder uitgevoerd uit een ruimte voor tijdelijke opslag, het douanegebied van de Unie verlaten en er ontheffing wordt verleend van de verplichting om voor die goederen een summiere aangifte bij uitgaan in te dienen, wordt een kennisgeving van wederuitvoer ingediend. § 96. De kennisgeving van wederuitvoer bevat de nodige gegevens om de tijdelijke opslag te beëindigen. § 97. De op de kennisgeving van wederuitvoer te vermelden gegevens zijn opgenomen in kolom A3 van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van bijlage B van de DWU DA (zie bijlage 8). § 98. Wat de IT-systemen betreft die in bijlage 1 bij de DWU TDA zijn opgenomen, zijn de gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. Tijdens de overgangsperiode duiden de nationale douaneautoriteiten de gegevenselementen aan die vereist zijn voor de kennisgeving van wederuitvoer. Dergelijke kennisgeving bevat de volgende informatie: - de identiteit van de persoon die de kennisgeving van wederuitvoer indient; - een verwijzing naar de aangifte tot tijdelijke opslag die de goederen dekt; - de plaats van lading; - de identiteit van het vervoermiddel waarop de goederen geladen moeten worden voor vervoer buiten het douanegebied van de Unie en - de voorgenomen plaats van lossing/bestemming zoals bepaald in de vervoersovereenkomst. § 99. De douaneautoriteiten kunnen toestaan dat gebruik wordt gemaakt van handels-, haven- of vervoersinformatiesystemen voor het indienen van een kennisgeving van wederuitvoer, op voorwaarde dat deze de noodzakelijke gegevens voor de kennisgeving bevatten en dat deze gegevens beschikbaar zijn voordat de goederen het douanegebied van de Unie verlaten. § 100. De douaneautoriteiten kunnen ermee instemmen dat in plaats van het indienen van een kennisgeving van wederuitvoer, een kennisgeving wordt ingediend en toegang wordt verleend tot de gegevens van een kennisgeving van wederuitvoer in het computersysteem van de marktdeelnemer. § 101. De instructie Binnenbrengen van goederen in het douanegebied van de Gemeenschap – Tijdelijke opslag van goederen van 15 november 2001, nr. D.D. 233.871 (D.I. 531.11) wordt opgeheven en vervangen door deze circulaire.
Voor de Administrateur-generaal van de douane en accijnzen: De Adviseur-generaal dd, Joëlle Delvaux
Bijlagen
Bijlage 1: Gevallen van ontheffing van de verplichting tot indiening van een summiere aangifte bij binnenbrengen in overeenstemming met § 5 b)Wettelijke basis: artikel 104 DWU DA 1. Voor de volgende goederen wordt afgezien van de verplichting om een summiere aangifte bij binnenbrengen in te dienen: a) elektrische energie; b) goederen die via een pijpleiding binnenkomen; c) brievenpost; d) roerende goederen en voorwerpen zoals omschreven in artikel 2, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1186/2009 van de Raad van 16 november 2009 betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen (4), mits zij niet op grond van een vervoersovereenkomst worden vervoerd; e) goederen waarvoor een mondelinge douaneaangifte mag worden gedaan overeenkomstig artikel 135 en artikel 136, lid 1 van de DWU DA, mits zij niet op grond van een vervoersovereenkomst worden vervoerd; f) goederen zoals bedoeld in artikel 138, onder b) tot en met d), of artikel 139, lid 1 van de DWU DA, die worden geacht te zijn aangegeven overeenkomstig artikel 141 van de DWU DA, mits zij niet op grond van een vervoersovereenkomst worden vervoerd; g) goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers; h) goederen die worden vervoerd onder dekking van formulier 302 krachtens het op 19 juni 1951 te Londen ondertekende verdrag tussen de staten die partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten; i) wapens en militaire uitrusting die door de met de militaire verdediging van een lidstaat belaste autoriteiten het douanegebied van de Unie worden binnengebracht in het kader van een militair vervoer of een uitsluitend voor de militaire autoriteiten bestemd vervoer; j) de volgende goederen die het douanegebied van de Unie rechtstreeks worden binnengebracht vanaf offshore installaties die door een in het douanegebied van de Unie gevestigde persoon worden geëxploiteerd: i) goederen die bij de bouw, het herstellen, het onderhoud of de verbouwing van deze offshore installaties daarin zijn opgenomen; ii) goederen die voor de uitrusting van de offshore installaties zijn gebruikt; iii) provisie die op de offshore installaties wordt gebruikt of verbruikt; iv) ongevaarlijke afvalproducten van de genoemde offshore installaties; k) goederen die in aanmerking komen voor vrijstelling op grond van het Verdrag van Wenen inzake diplomatieke betrekkingen van 18 april 1961, het Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen van 24 april 1963, andere consulaire verdragen of het Verdrag van New York inzake bijzondere missies van 16 december 1969; l) de volgende goederen aan boord van schepen en luchtvaartuigen: i) goederen die zijn geleverd om als onderdeel of toebehoren in die schepen en luchtvaartuigen te worden gemonteerd; ii) goederen voor de werking van de motoren, machines en andere uitrusting van die schepen of luchtvaartuigen; iii) voor consumptie of verkoop aan boord bestemde levensmiddelen en andere artikelen; m) goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht vanuit Ceuta en Melilla, Gibraltar, Helgoland, de Republiek San Marino, Vaticaanstad, de gemeenten Livigno en Campione d’Italia of de Italiaanse wateren van het meer van Lugano vanaf de oever tot aan de politieke grens van de zone tussen Ponte Tresa en Porto Ceresio; n) producten van de zeevisserij en andere door EU-vissersvaartuigen uit de zee gewonnen producten buiten het douanegebied van de Unie; o) vaartuigen, en de daarmee vervoerde goederen, die de territoriale wateren van een lidstaat binnenkomen, uitsluitend met het doel om provisie in te slaan zonder dat verbinding wordt gemaakt met een van de havenfaciliteiten; p) goederen onder dekking van een ATA- of CPD-carnet, mits zij niet op grond van een vervoersovereenkomst worden vervoerd. 2. Tot 31 december 2020 moet geen summiere aangifte bij binnenbrengen worden ingediend voor goederen in postzendingen waarvan het gewicht niet meer dan 250 gram bedraagt. Wanneer goederen in postzendingen waarvan het gewicht meer dan 250 gram bedraagt, het douanegebied van de Unie worden binnengebracht zonder dat zij door een summiere aangifte bij binnenbrengen gedekt zijn, worden geen sancties opgelegd. Bij het aanbrengen van de goederen wordt een risicoanalyse verricht, indien mogelijk op basis van de aangifte voor tijdelijke opslag of de douaneaangifte voor die goederen. Uiterlijk 31 december 2020 evalueert de Commissie de situatie van goederen in postzendingen overeenkomstig dit lid om eventueel noodzakelijke wijzigingen aan te brengen rekening houdende met het gebruik van elektronische middelen door postaanbieders ter dekking van het vervoer van goederen. 3. Tot de datum waarop de upgrade van het invoercontrolesysteem plaatsvindt, zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 van deze circulaire genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, wordt ontheffing verleend van de verplichting om een summiere aangifte bij binnenbrengen in te dienen voor goederen in postzendingen. 4. Tot de datum waarop de upgrade van het invoercontrolesysteem plaatsvindt, zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 van deze circulaire genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, wordt ontheffing verleend van de verplichting om een summiere aangifte bij binnenbrengen in te dienen voor goederen in een zending waarvan de intrinsieke waarde niet meer dan 22 EUR bedraagt, mits de douaneautoriteiten ermee instemmen dat, met goedkeuring van de marktdeelnemer, een risicoanalyse wordt verricht aan de hand van de informatie die aanwezig is in of wordt geleverd door het door de marktdeelnemer gebruikte systeem
Bijlage 2: Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen in overeenstemming met de §§ 6 en 10Wettelijke basis: artikelen 105 t/m 111 DWU DA 1) Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer over zee Wanneer de goederen over zee het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, wordt de summiere aangifte bij binnenbrengen binnen de volgende termijnen ingediend: a) voor in containers vervoerde goederen, tenzij het bepaalde onder c) of d) van toepassing is: uiterlijk 24 uur voordat zij in het vaartuig worden geladen waarmee zij het douanegebied van de Unie zullen worden binnengebracht; b) voor stort-/stukgoederen, tenzij het bepaalde onder c) of d) van toepassing is: uiterlijk vier uur voor de aankomst van het vaartuig in de eerste haven van binnenkomst in het douanegebied van de Unie; c) uiterlijk twee uur voor de aankomst van het vaartuig in de eerste haven van binnenkomst in het douanegebied van de Unie in geval van goederen komende uit: i) Groenland; ii) de Faeröer; iii) IJsland; iv) havens aan de Oostzee, Noordzee, Zwarte Zee en Middellandse Zee; v) alle havens van Marokko; d) voor ander dan onder c) bedoeld vervoer tussen een gebied buiten het douanegebied van de Unie en de Franse overzeese departementen, de Azoren, Madeira of de Canarische Eilanden, wanneer de reistijd minder dan 24 uur bedraagt: uiterlijk twee uur voor de aankomst in de eerste haven van binnenkomst in het douanegebied van de Unie. 2) Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer door de lucht 1. Wanneer de goederen door de lucht het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, wordt de summiere aangifte bij binnenbrengen zo spoedig mogelijk ingediend. De minimale gegevensset voor de summiere aangifte bij binnenbrengen wordt verstrekt uiterlijk voordat de goederen in het vliegtuig worden geladen waarmee zij het douanegebied van de Unie zullen worden binnengebracht. 2. Wanneer binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde termijn alleen de minimale gegevensset voor de summiere aangifte bij binnenbrengen is verstrekt, worden de andere gegevens verstrekt binnen de volgende termijnen: (a) bij vluchten met een reistijd van minder dan vier uur: uiterlijk op het werkelijke vertrekuur van het luchtvaartuig; (b) bij andere vluchten: uiterlijk vier uur voor de aankomst van het luchtvaartuig op de eerste luchthaven in het douanegebied van de Unie. 3. In afwijking van de leden 1 en 2 wordt de summiere aangifte bij binnenbrengen, tot de datum van de upgrade van het invoercontrolesysteem, zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 van deze circulaire genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, ingediend binnen de volgende termijnen: (a) bij vluchten met een reistijd van minder dan vier uur: uiterlijk op het werkelijke vertrekuur van het luchtvaartuig, en (b) bij vluchten met een reistijd van vier uur of meer: uiterlijk vier uur voor de aankomst van het luchtvaartuig op de eerste luchthaven in het douanegebied van de Unie. 3) Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer per spoor Wanneer de goederen per spoor het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, wordt de summiere aangifte bij binnenbrengen binnen de volgende termijnen ingediend: (a) wanneer de treinreis vanaf het laatste rangeerstation, gelegen in een derde land, naar het douanekantoor van eerste binnenkomst minder dan twee uur bedraagt: uiterlijk één uur voor de aankomst van de goederen op de plaats waarvoor dat douanekantoor bevoegd is; (b) in alle andere gevallen: uiterlijk twee uur voor de aankomst van de goederen op de plaats waarvoor het douanekantoor van eerste binnenkomst bevoegd is. 4) Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer over de weg Wanneer de goederen over de weg het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, wordt de summiere aangifte bij binnenbrengen ingediend uiterlijk één uur voor de aankomst van de goederen op de plaats waarvoor het douanekantoor van eerste binnenkomst bevoegd is. 5) Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor vervoer over de binnenwateren Wanneer de goederen over de binnenwateren het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, wordt de summiere aangifte bij binnenbrengen ingediend uiterlijk twee uur voor de aankomst van de goederen op de plaats waarvoor het douanekantoor van eerste binnenkomst bevoegd is. 6) Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen voor gecombineerd vervoer Wanneer de goederen het douanegebied van de Unie worden binnengebracht op een vervoermiddel dat zelf wordt vervoerd op een actief vervoermiddel, is de termijn voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen de termijn die geldt voor het actieve vervoermiddel. 7) Termijnen voor de indiening van de summiere aangifte bij binnenbrengen in geval van overmacht De in de vorengenoemde punten 1) t/m 5) opgenomen termijnen zijn niet van toepassing in geval van overmacht.
Bijlage 3: Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen dan de in § 8 opgenomen personenWettelijke basis: artikelen 112 en 113 DWU DA + artikel 184 DWU IA 1) Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen in specifieke gevallen van vervoer over zee of over de binnenwateren a) Wanneer, in het geval van vervoer over zee of over de binnenwateren, voor dezelfde goederen door een of meer andere personen dan de vervoerder een of meer aanvullende vervoersovereenkomsten zijn gesloten die worden gedekt door een of meer cognossementen, en de persoon die het cognossement afgeeft, de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen niet meedeelt aan zijn contractuele partner die een cognossement afgeeft aan hem of aan zijn contractuele partner met wie hij een overeenkomst voor het delen van laadruimte heeft gesloten, verstrekt de persoon die de vereiste gegevens niet meedeelt, deze gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst overeenkomstig § 8 van deze circulaire. Indien de geadresseerde die is vermeld op het cognossement dat geen onderliggende cognossementen heeft, de voor de summiere aangifte bij binnenbrengen vereiste gegevens niet meedeelt aan de persoon die dit cognossement afgeeft, verstrekt hij deze gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst. b) Elke persoon die de in § 8 van deze circulaire bedoelde gegevens indient, is verantwoordelijk voor de door hem ingediende gegevens. c) Tot de datums van de upgrade van het invoercontrolesysteem, zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 van deze circulaire genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, zijn de bepalingen onder a) en b) niet van toepassing. 2) Verstrekking van de gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen in specifieke gevallen van vervoer door de lucht a) Wanneer, in het geval van vervoer door de lucht, voor dezelfde goederen door een of meer andere personen dan de vervoerder een of meer aanvullende vervoersovereenkomsten zijn gesloten die worden gedekt door een of meer luchtvrachtbrieven, en de persoon die de luchtvrachtbrief afgeeft, de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen niet meedeelt aan zijn contractuele partner die een luchtvrachtbrief afgeeft aan hem of aan zijn contractuele partner met wie hij een overeenkomst voor het delen van laadruimte heeft gesloten, verstrekt de persoon die de vereiste gegevens niet meedeelt, deze gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst overeenkomstig § 8 van deze circulaire. b) Wanneer, in het geval van vervoer door de lucht, goederen worden vervoerd krachtens de Akten van de Wereldpostunie en de postaanbieder de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen niet meedeelt aan de vervoerder, verstrekt de postaanbieder deze gegevens aan het douanekantoor van eerste binnenkomst overeenkomstig § 8 van deze circulaire. c) Elke persoon die de in § 8 van deze circulaire bedoelde gegevens indient, is verantwoordelijk voor de door hem ingediende gegevens. d) Tot de datums van de upgrade van het invoercontrolesysteem, zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 van deze circulaire genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, zijn de bepalingen onder a), b) en c) niet van toepassing. 3) Verplichting te informeren ten aanzien van de verstrekking van gegevens van de summiere aangifte bij binnenbrengen door andere personen dan de vervoerder a) In de gevallen als bedoeld in punt 1 a) van deze bijlage vermeldt de vervoerder en eenieder die een cognossement afgeeft in de gedeeltelijke gegevensset van de summiere aangifte bij binnenbrengen, de identiteit van eenieder die een vervoersovereenkomst met hen heeft gesloten, een cognossement voor dezelfde goederen heeft afgegeven en de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen niet aan hen beschikbaar stelt. Wanneer de geadresseerde die is vermeld op het cognossement dat geen onderliggende cognossementen heeft, de vereiste gegevens niet ter beschikking stelt aan de persoon die het cognossement afgeeft, vermeldt deze persoon de identiteit van de geadresseerde.b) In de gevallen als bedoeld in punt 1 a) van deze bijlage stelt de persoon die het cognossement afgeeft, de persoon die de vervoersovereenkomst met hem heeft gesloten in kennis van de afgifte van dit cognossement en geeft het cognossement aan hem af. In het geval van een gezamenlijke ladingovereenkomst voor goederen stelt de persoon die het cognossement afgeeft, de persoon met wie hij deze overeenkomst sluit in kennis van de afgifte van dit cognossement.c) In de gevallen als bedoeld punt 2 a) van deze bijlage vermeldt de vervoerder en eenieder die een luchtvrachtbrief afgeeft, in de gedeeltelijke gegevensset van de summiere aangifte bij binnenbrengen de identiteit van eenieder die een vervoersovereenkomst met hen heeft gesloten, een luchtvrachtbrief voor dezelfde goederen heeft afgegeven en de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen niet aan hen beschikbaar stelt. d) In de gevallen als bedoeld in punt 2 a) van deze bijlage stelt de persoon die een luchtvrachtbrief afgeeft, de persoon die de vervoersovereenkomst met hem heeft gesloten, in kennis van de afgifte van deze luchtvrachtbrief en geeft de luchtvrachtbrief aan hem af. In het geval van een gezamenlijke ladingovereenkomst voor goederen stelt de persoon die de luchtvrachtbrief afgeeft, de persoon met wie hij deze overeenkomst sluit in kennis van de afgifte van deze luchtvrachtbrief. e) In de gevallen als bedoeld punt 2 b) van deze bijlage vermeldt de vervoerder in de gedeeltelijke gegevensset van de summiere aangifte bij binnenbrengen de identiteit van de postaanbieder die de vereiste gegevens voor de summiere aangifte bij binnenbrengen niet aan hem beschikbaar stelt. f) Tot de datum van de upgrade van het invoercontrolesysteem, zoals bedoeld in de bijlage van het in § 9 van deze circulaire genoemde werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, zijn de leden a) tot en met e) niet van toepassing.
Bijlage 4 a): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (volledige gegevensset)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (volledige gegevensset) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F1a van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (volledige gegevensset) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 b): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlag[e] B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F1b van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - Zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 c): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 112, lid 1, eerste alinea van de DWU DA)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 112, lid 1, eerste alinea) van de DWU DA) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F1c van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - Zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 112, lid 1, eerste alinea) van de DWU DA) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 d): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 112, lid 1, tweede alinea van de DWU DA)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 112, lid 1, tweede alinea van de DWU DA) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F1d van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - Zee en binnenwateren (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 112, lid 1, tweede alinea van de DWU DA) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 e): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen – luchtvracht (algemeen) (volledige gegevensset)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - luchtvracht (algemeen) (volledige gegevensset) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F2a van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - luchtvracht (algemeen) (volledige gegevensset) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 f): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen – luchtvracht (algemeen) (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - luchtvracht (algemeen) (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F2b van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - luchtvracht (algemeen) (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 g): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen – luchtvracht (algemeen) (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 113, lid 1 van de DWU DA)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - luchtvracht (algemeen) (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 113, lid 1 van de DWU DA) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F2c van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - luchtvracht (algemeen) (gedeeltelijke gegevensset verstrekt door een persoon overeenkomstig artikel 127, lid 6, van het DWU en in overeenstemming met artikel 113, lid 1 van de DWU DA) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 h): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen – luchtvracht (algemeen) (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 1 van de DWU DA)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - luchtvracht (algemeen) (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 1 van de DWU DA) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F2d van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - luchtvracht (algemeen) (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 1 van de DWU DA) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 i): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - expreszendingen (volledige gegevensset)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - expreszendingen (volledige gegevensset) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F3a van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - expreszendingen (volledige gegevensset) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 j): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - expreszendingen (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - expreszendingen (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F3b van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - expreszendingen (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 k): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (volledige gegevensset)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (volledige gegevensset) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F4a van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (volledige gegevensset) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 l): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F4b van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (gedeeltelijke gegevensset ingediend door de vervoerder) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 m): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 2 van de DWU DA)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 2 van de DWU DA) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F4c van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (minimale gegevensset die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 2 van de DWU DA) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 n): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (gedeeltelijke gegevensset op het niveau van de recipiënt die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 2 van de DWU DA)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (gedeeltelijke gegevensset op het niveau van de recipiënt die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 2 van de DWU DA) te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F4d van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - postzendingen (gedeeltelijke gegevensset op het niveau van de recipiënt die vóór het laden moet worden verstrekt, met betrekking tot situaties omschreven in artikel 106, lid 1, tweede alinea van de DWU DA en in overeenstemming met artikel 113, lid 2 van de DWU DA) Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoot
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 4 o): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij binnenbrengen - weg en spoorWettelijke basis: artikelen 5, punt 9) en 127 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij binnenbrengen - weg en spoor te vermelden gegevens weergegeven in de kolom F5 van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij binnenbrengen - weg en spoor Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 5: Te vermelden gegevenselementen op de kennisgeving van aankomstWettelijke basis: artikel 133 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de kennisgeving van aankomst te vermelden gegevens weergegeven in de kolom G2 van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de kennisgeving van aankomst Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! e gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De gegevensvereisten voor de kennisgeving van aankomst zijn niet opgenomen in bijlage 9 van de DWU TDA. Tijdens de overgangsperiode dient de douaneautoriteit van elke lidstaat er voor te zorgen dat haar gegevensvereisten waarborgen dat de bepalingen betreffende de kennisgeving van aankomst kunnen worden toegepast. Tot de datums van de uitrol van de DWU-systemen inzake kennisgeving van aankomst, aanbrengen van goederen en tijdelijke opslag, zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, kunnen de douaneautoriteiten toestaan dat andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken worden gebruikt voor de indiening van een kennisgeving van aankomst van een zeeschip of van een luchtvaartuig in overeenstemming met artikel 133 van het DWU.
Bijlage 6: Te vermelden gegevenselementen op de aangifte tot tijdelijke opslagWettelijke basis: artikelen 5, punt 17) en 145 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de aangifte tot tijdelijke opslag te vermelden gegevens weergegeven in kolom G4 van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de aangifte tot tijdelijke opslag Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! Tijdens de overgangsperiode voor de ontwikkeling en de implementatie van de elektronische systemen van het DWU blijven de huidige gegevensvereisten voor de aangifte tot tijdelijke opslag van toepassing. De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. Tijdens de vorengenoemde overgangsperiode zijn er geen gemeenschappelijke gegevens-vereisten. De douaneautoriteit van elke lidstaat dient er echter voor te zorgen dat dat de respectieve gegevensvereisten waarborgen dat de bepalingen betreffende de aangifte tot tijdelijke opslag kunnen worden toegepast. Tot de datums van de uitrol van de DWU-systemen inzake kennisgeving van aankomst, aanbrengen van goederen en tijdelijke opslag, zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen, kan de douane toestaan dat andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken worden gebruikt voor de indiening van een aangifte tot tijdelijke opslag in overeenstemming met de bepalingen van artikel 145 van het DWU.
Bijlage 7 a): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij uitgaanWettelijke basis: artikelen 5, punt 10) en 271 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij uitgaan te vermelden gegevens weergegeven in de kolom A1 van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij uitgaan Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij uitgaan die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 7 b): Te vermelden gegevenselementen op de summiere aangifte bij uitgaan – expreszendingen)Wettelijke basis: artikelen 5, punt 10) en 271 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de summiere aangifte bij uitgaan - expreszendingen te vermelden gegevens weergegeven in de kolom A2 van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de summiere aangifte bij uitgaan – expreszendingen Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. De toepasselijke gegevenselementen voor de summiere aangifte bij binnenbrengen die tijdens de overgangsperiode gebruikt moeten worden, zijn opgenomen in aanhangsel A van bijlage 9 van de DWU TDA.
Bijlage 8: Te vermelden gegevenselementen op de kennisgeving van wederuitvoerWettelijke basis: artikelen 5, punt 14) en 274 van het DWU De bijlage B van de DWU DA bevat de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. In vorengenoemde bijlage B zijn: - de op de kennisgeving van wederuitvoer te vermelden gegevens weergegeven in de kolom A3 van de tabel met gegevensvereisten van deel 1 van hoofdstuk 3 van Titel I; - de aantekeningen op de gegevensvereisten opgenomen in Titel II. De bijlage B van de DWU IA bevat de formaten en codes van de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften, kennisgevingen en bewijs van de douanestatus van Uniegoederen. De codes betreffende de gemeenschappelijke gegevensvereisten voor aangiften en kennisgevingen zijn opgenomen in Titel II van bijlage B van de DWU IA. Verduidelijking van de gebruikte symbolen A: verplicht (gegevens die door elke lidstaat worden verlangd). C: facultatief voor marktdeelnemers (gegevens die marktdeelnemers vrijwillig kunnen verstrekken maar waarvan de opgave niet door de lidstaten kan worden verlangd). X: vereist gegevenselement op het artikelniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het artikelniveau van de goederen is ingevuld, is alleen geldig voor de betrokken artikelen. Y: vereist gegevenselement op het rubriekniveau van de aangifte van de goederen; de informatie die op het rubriekniveau is ingevuld, is geldig voor alle aangegeven artikelen. Gegevensvereisten voor de kennisgeving van wederuitvoer Voorafgaande opmerkingen: - G.E. = gegevenselement - ED = Enig document
Omschrijving van de gebruikte voetnoten
Opgelet! De gemeenschappelijke gegevensvereisten die in bijlage B van de DWU DA zijn vastgesteld, zijn niet van toepassing tot de respectieve datums van de uitrol of de upgrade van de relevante IT-systemen zoals bedoeld in de bijlage van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van elektronische systemen. Tijdens de overgangsperiode duiden de nationale douaneautoriteiten de gegevenselementen aan die vereist zijn voor de kennisgeving van wederuitvoer. Dergelijke kennisgeving bevat de volgende informatie: - de identiteit van de persoon die de kennisgeving van wederuitvoer indient; - een verwijzing naar de aangifte tot tijdelijke opslag die de goederen dekt; - de plaats van lading; - de identiteit van het vervoermiddel waarop de goederen geladen moeten worden voor vervoer buiten het douanegebied van de Unie en de voorgenomen plaats van lossing/bestemming zoals bepaald in de vervoersovereenkomst
(1) Zie de circulaire nr. OEO/D.D. 281.815 van 20 februari 2014 betreffende de verschillende gebieden van de Europese Unie (D.I. 509.10). (2) Het eerste werkprogramma werd vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2014/255/EU van de Commissie van 29 april 2014 en werd geactualiseerd door Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie van 11 april 2016 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PBEU L 99 van 15 april 2016). (3) In België zijn op dit ogenblik geen vrije zones ingesteld. (4) PBEU L 324 van 10.12.2009, blz. 23.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||