We are very happy to see that you like our platform! At the same time, you have reached the limit of use... Sign up now to continue.
Circulaire nr. 7 dd. 10.03.1982
- Sectie :
- Regelgeving
- Type :
- Circular letters
- Subdomein :
- Fiscal Discipline
Samenvatting :
Verlaagd tarief in de onroerende sector
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Circulaire nr. 7 dd. 10.03.1982
Document
Search in text:
Properties
Document type : Circular letters Title : Circulaire nr. 7 dd. 10.03.1982 Tax year : 0 Document date : 10/03/1982 Keywords : Verlaagd tarief in de onroerende sector Document language : NL Modification date : 16/05/2008 14:49:38 Name : 7/1982 Version : 1
CIRC 7/1982 Circulaire nr. 7 dd. 10.03.1982 Verlaagd tarief in de onroerende sector Onderwerp van de aanschrijving 1. In uitvoering van artikel 2, 11 °, van de wet van 2 februari 1982 (Belgisch Staatsblad van 4 februari 1982), tot toekenning van bepaalde bijzondere machten aan de Koning, verlaagt het koninklijk besluit nr. 1, van 15 februari 1982 , tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20, van 20 juli 1970, tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, het tarief van toepassing op onroerende handelingen met betrekking tot woningen, hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning, en die worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker, van 17 pct. tot 6 pct. Dit besluit is verschenen in het Belgisch Staatsblad van 20 februari 1982. 2. Deze aanschrijving verstrekt toelichtingen over de nieuwe bepaling, die in werking is getreden op maart 1982. Tekst van de bepaling 3. De tekst van het koninklijk besluit nr. 1, van 15 februari 1982, dat voor de periode van maart 1982 tot 31 december 1983 het nieuwe stelsel van belastingheffing instelt, is opgenomen in de BTW-Revue nr. 52. Men dient deze te raadplegen naarmate van de uiteenzettingen, opgenomen in deze aanschrijving. Algemene draagwijdte van de bepaling 4. De instelling van een praktisch veralgemeend verlaagd tarief in de privé-woningbouwsector geïnspireerd door het verlangen de activiteit in die sector opnieuw op gang te brengen, heeft een veel ruimere draagwijdte dan de maatregel ingesteld bij de wet van 24 december 1980 die de toekenning van een toelage beperkte tot de bouw van nieuwe woningen en de vernieuwbouw van bestaande woningen (z. aanschr. 5/1981). 5. Indien men de vergelijking maakt met het stelsel van de toelagen, dan karakteriseert de nieuwe maatregel zich voornamelijk door - zijn automatische toepassing op alle onroerende handelingen, zowel intellectuele als materiële, die bijdragen tot het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden of het reinigen van een woning, hoofdzakelijk gebruikt om bestemd om te worden gebruikt als privé-woning;
Afdeling I. Aard van de bedoelde handelingen I. Eigenlijke onroerende handelingen 8. Artikel 1, tweede lid, 1 °, van het koninklijk besluit nr. 1, van 15 februari 1982, verwijst, voor de bepaling van de bedoelde onroerende handelingen, naar artikel 17bis van het koninklijk besluit nr. 1, van 23 juli 1969, dat, voor deze handelingen, een speciaal stelsel van heffing heeft ingesteld (z. aanschr. 3, van 1 februari 1979) 9. Zijn bijgevolg bedoeld
Het begrip "werk in onroerende staat" 11. Onder werk in onroerende staat verstaat men het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt (Wetboek, art. 19, § 2, 2de lid). 12. Uit de lezing van die tekst blijkt dat het begrip werk in onroerende staat innig verbonden is met het juridisch begrip onroerend goed uit zijn aard of door inlijving. Om onroerend te zijn moet het werk bijdragen tot de oprichting van een onroerend goed uit zijn aard, tot een wijziging van zijn structuur (verbouwen, afwerken, inrichten), tot het in goede staat houden van deze structuur (onderhouden en reinigen) of tot het afbreken van een dergelijk onroerend goed. In de mate dat er goederen worden gebruikt voor dit werk, maken deze slechts deel uit van het werk in onroerende staat en worden slechts belast op dezelfde wijze als het werk zelf, voor zover ze door dezelfde persoon in uitvoering van eenzelfde contract worden geleverd en geplaatst, op zodanige wijze dat ze, door die plaatsing, worden ingelijfd in de onroerende structuur door zelf onroerende goederen uit hun aard te worden. 13. Rekening houdend met deze definitie, is het verlaagde tarief van 6 pct. toepasselijk op de onroerende handelingen, behorende tot de werkzaamheid van de diverse beroepen in het bouwbedrijf (grondwerkers, metsers, stukadoors, timmerlieden en dakdekkers, schrijnwerkers, loodgieters-zinkwerkers, elektriciens, schilders en behangers, enz.), voor zover de werken betrekking hebben op een woning (z. afdeling II), en voor zover zij bijdragen tot de bouw, de verbouwing, het afwerken, het inrichten, het herstellen of het onderhouden van een woning. 14. Men mag niet uit het oog verliezen dat het verlaagde tarief slechts van toepassing is op werk in onroerende staat en dat het normale tarief behouden blijft voor de leveringen van goederen. Hieruit volgt dat de bouwheer, indien men zich enkel op het vlak van de BTW plaatst, er geen belang bij heeft om rechtstreeks de goederen te kopen die hij nodig heeft voor de werken die hij wil ondernemen, maar dat hij er voordeel bij heeft zowel de levering van deze goederen als hun inlijving in de woning aan de ondernemer toe te vertrouwen. 15. Voorbeeld: een particulier koopt rechtstreeks bij een handelaar vijf deuren tegen 10.000 F per stuk en laat deze voor 20.000 F plaatsen door zijn schrijnwerker. De belasting is verschuldigd voor de levering van de deuren tegen het tarief van 17 pct. over 50.000 F, zijnde 8.500 F en voor hun plaatsing tegen 6 pct. over 20.000 F, zijnde 1.200 F. Indien de particulier zowel de levering als de plaatsing van de deuren aan de schrijnwerker toevertrouwt, is de belasting, over dit werk in onroerende staat, verschuldigd tegen het tarief van 6 pct. over de totale overeengekomen prijs (die varieert in functie van de winst die de schrijnwerker neemt op de deuren, rekening houdend met de beroepskorting die hem door de handelaar wordt toegekend). Handelingen gelijkgesteld met een werk in onroerende staat 16. Het verminderde tarief is eveneens van toepassing op bepaalde handelingen die, om elke twijfel dienaangaande uit te sluiten, door artikel 17bis van het koninklijk besluit nr. 1, van 23 juli 1969, met een werk in onroerende staat worden gelijkgesteld (installatie van verwarming en airconditioning, sanitaire installatie, elektrische installatie, elektrische belinstallatie, installatie van alarmtoestellen tegen brand en diefstal, installatie van een huistelefoon, keukeninstallatie, levering en plaatsing van wandbekleding en vloerbekleding). 17. De aandacht wordt speciaal gevestigd op de uiteenzettingen die met betrekking tot dit onderwerp worden opgenomen in de bijgevoegde lijst als bijlage 2 en op het feit dat:
18. Artikel 1, tweede lid, 2 van het koninklijk besluit nr. 1, van 15 februari 1982, beoogt het studiewerk en het toezicht die behoren tot de geregelde werkzaamheid van architecten, landmeters en ingenieurs, en die verricht worden ter voorbereiding of ter coördinatie van de uitvoering van werk in onroerende staat en die betrekking hebben op woningen (z. afdeling II hierna). 19. Deze bepaling breidt het voordeel van het verminderde tarief uit tot de intellectuele prestaties die bijdragen tot het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten en, in voorkomend geval, het herstellen en het onderhouden van een woning. Zij beoogt namelijk het maken van plans, de voor de uit te voeren onroerende handelingen noodzakelijke weerstandstudies van materialen, de coördinatie, de controle en het toezicht op de werken. Het verminderde tarief is evenwel slechts van toepassing indien deze intellectuele prestaties betrekking hebben op een woning, hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning; deze voorwaarde wordt meer in het bijzonder onderzocht in de nrs. 39 tot 42. III. Leveringen van nieuwe gebouwen om te worden bewoond 20. Artikel 1, tweede lid, 3 van het koninklijk besluit nr. 1, van 15 februari 1982, beoogt de leveringen van nieuwe gebouwen als bedoeld in artikel 9, § 3, van het BTW-Wetboek. Het betreft gebouwen verkocht op plan, in oprichting of afgewerkt (binnen een bepaalde termijn zoals voorzien door de voornoemde bepaling), hetzij van rechtswege bij verkoop door een beroepsoprichter in de zin van artikel 8, § 1, van het Wetboek, hetzij na optie voor de BTW bij verkoop door een toevallige oprichter (Wetboek, art. 8, § 2) of door een koper-wederverkoper (Wetboek, art. 8, § 3). 21. Het verminderde tarief van 6 pct. is van toepassing op de leveringen van deze gebouwen voor zover het gaat om woningen, hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning. Deze voorwaarde wordt meer in het bijzonder onderzocht in nr. 31. Afdeling II. Bestemming van de beoogde handelingen voor een woning, hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning Woning 22. De toepassing van het verlaagde tarief is, in principe, beperkt tot de in afdeling 1 beoogde handelingen die betrekking hebben op gebouwen bestemd om te worden bewoond, en dit in tegenstelling tot de gebouwen die daarvoor niet worden gebruikt, inzonderheid de gebouwen gebruikt voor beroeps- of administratieve doeleinden, bestemd voor de nijverheid, de handel, de landbouw, de uitoefening van vrije beroepen of elke andere beroeps- of administratieve werkzaamheid. 23. De beoogde gebouwen zijn dus essentieel de woonhuizen, op welke wijze ze ook zijn gebouwd (klassiek of geprefabriceerd); de bungalows en vakantiechalets, voor zover ze zijn ingelijfd in de grond en gekadastreerd als bebouwde onroerende goederen; de appartementen, ongeacht of ze al dan niez onder het stelsel van de gedwongen mede-eigendom worden geplaatst. 24. Het verlaagde tarief is slechts toepasselijk indien het gebouw ontworpen en gebouwd is in functie van zijn bestemming van bewoning. Indien er, inzonderheid bij de oprichting, in dit opzicht enige twijfel bestaat, dient het normale tarief voorlopig te worden toegepast, onder voorbehoud van een latere teruggaaf van de te veel betaalde BTW in geval het gebouw definitief als privé-woning wordt aangewend. Woning hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning 25. Het verlaagde tarief van 6 pct. is eenvormig van toepassing op de in afdeling beoogde handelingen, indien ze betrekking hebben op een woning, uitsluitend aangewend als privé-woning. Wat het normale tarief betreft, dit is eenvormig op deze handelingen van toepassing indien ze uitsluitend betrekking hebben op een gebouw dat voor beroepsdoeleinden wordt gebruikt. 26. Het gebeurt nochtans dat een woning wordt aangewend voor een gemengd gebruikt; gedeeltelijk als privé-woning gebruikt, bevat zij evenzeer in het geheel geïntegreerde Iokalen die worden gebruikt voor beroepsdoeleinden (bijvoorbeeld, een titularis van een vrij beroep die zijn kabinet in zijn privé-woning heeft ingericht; een kleinhandelaar die er zijn winkel heeft geïnstalleerd; een ambachtsman die er over een atelier beschikt; een landbouwer die in het gebouwencomplex van de boerderij zijn privé-woning heeft). 27. De nieuwe bepaling maakt het, voor de tarifering van de beoogde handelingen, noodzakelijk een onderscheid te maken naargelang in een dergelijk gebouw de privé-aanwending al dan niet overwegend is in verhouding tot het geheel. 28. indien de privé-aanwending overwegend is en de beroepsaanwending bijkomstig, en voor zover de onroerende handelingen worden uitgevoerd aan het geheel van het gebouw (inzonderheid in geval van het bouwen of verbouwen), dan mag het verlaagde tarief van 6 pct. eenvormig worden toegepast op het geheel van de werken. Het is slechts voor de te verrichten aftrek dat de belastingplichtige noodzakelijkerwijze het gedeelte van de beroepsbestemming zal moeten bepalen, vermits dat gedeelte alleen recht op aftrek geeft. Indien daarentegen, de werken uitsluitend worden uitgevoerd aan beroepslokalen (bijvoorbeeld, inrichtingswerken beperkt tot deze Iokalen), dan is de belasting verschuldigd tegen het normale tarief, aangezien deze werken geen betrekking hebben op de woning in de strikte betekenis van het woord. 29. Indien de privé-bestemming bijkomstig is omdat de beroepslokalen in het geheel van het gebouw het belangrijkste deel uitmaken, blijft het verlaagde tarief van 6 pct. beperkt tot de werken die betrekking hebben op de privé-woning, zelfs indien de uitvoering van het werk op het ganse gebouw slaat. In dit laatste geval is een uitsplitsing van de globale prijs van de werken vereist voor de omslag van de tarieven in functie van het privé-gedeelte en van het beroepsgedeelte. In dit opzicht dient opgemerkt dat de toepassing van het verlaagde tarief voor de privé-woning Lokalen onderstelt die geschikt zijn voor een blijvende bewoning, hetgeen inzonderheid de kleine ruimte uitsluit die zich bevindt achter een winkel (winkelkamer) of elk ander dergelijk lokaal dat essentieel bestemd is voor de exploitatie. 30. Om te bepalen of, binnen de woning, de privé-aanwending al dan niet overheersend is, zal men zich richten naar het in dit opzicht aangenomen standpunt inzake inkomstenbelastingen, meer bepaald wat betreft de aftrek van de algemene onkosten. In ieder geval is het aangewezen voor de toepassing van de BTW, op deze basis het percentage van de privé-aanwending in verhouding tot het geheel vast te stellen. 31. Het hierboven gemaakte onderscheid moet eveneens worden toegepast bij de levering van een nieuwe woning, in de zin van artikel 9, § 3, van het Wetboek, bestemd voor een gemengd gebruik. Het verlaagde tarief van 6 pct. is op deze levering eenvormig van toepassing indien het gebouw hoofdzakelijk als privé-woning wordt gebruikt; in het tegenovergestelde geval, moet de verkoopprijs van het gebouw worden gesplitst voor de toepassing respectievelijk van het verlaagde tarief en van het normale tarief met betrekking tot het privé-gedeelte en het beroepsgedeelte van het gebouw. Appartementsgebouw 32. Voor het bepalen van het toe te passen tarief in geval van levering van nieuwe appartementen of van onroerende handelingen die worden verricht, hetzij aan de gemeenschappelijke delen van het gebouw, hetzij aan de privatieve delen met betrekking tot de appartementen, moet de toestand appartement per appartement worden beoordeeld, overeenkomstig de aan elk appartement gegeven bestemming en rekening houdend met het onderscheid en de regels, uiteengezet in deze aanschrijving. 33. Indien, meer bepaald, werken worden uitgevoerd aan de gemeenschappelijke delen van het gebouw (bijvoorbeeld, vervanging of onderhoud van een lift), en indien elke mede-eigenaar in de kosten bijdraagt in functie van zijn onverdeeld deel in de gemeenschappelijke delen, hangt het tarief van de belasting verschuldigd op ieders deel in de kosten af van de bestemming die hij aan zijn appartement heeft gegeven (z. nr. 62). Verhuurde woningen 34. Wat de verhuurde woningen betreft, mag het werk in onroerende staat zowel worden verricht in opdracht van de eigenaar ais in opdracht van de huurder. In beide gevallen dient er rekening te worden gehouden met de bestemming die aan het onroerend goed wordt gegeven op het tijdstip van de uitvoering van de werken (privé-woning, gebouw bestemd voor gemengd gebruik) en moeten, voor het bepalen van het tarief, de hierboven uiteengezette regels worden toegepast ongeacht of het werk aan de eigenaar dan wel aan de huurder wordt gefactureerd. Voor de toepassing van de nieuwe regeling is het immers het "gebruik" van het onroerend goed dat in aanmerking moet worden genomen en niet het statuut van de persoon die juridisch gezien de opdrachtgever van het werk is, voor zover deze laatste uiteraard de hoedanigheid van eindverbruiker heeft (z. afdeling III). Tuinen en aanhorigheden van een woning 35. In de regel geldt het verminderde tarief slechts voor onroerende handelingen met betrekking tot een woning en is het niet van toepassing op werken met betrekking tot de grond waarop het onroerend goed wordt opgericht. Het aanleggen van tuinen is dus aan het normale tarief onderworpen, daaronder begrepen de oprichting van een afsluiting. 36. De werken met betrekking tot de aanhorigheden van een woning (toegangswegen, muurtjes, buitenterrassen, nivellering van het aangrenzend terrein) worden daarentegen aangemerkt als voltooiingswerken van die woning. Het verlaagde tarief geldt echter niet voor de bouw van zwembaden, tennisterreinen, midgetgolfbanen en dergelijke constructies die geen enkel rechtstreeks verband hebben met de privé-woning die de nieuwe regeling wil bevoordelen. Garages 37. Op zichzelf zijn garages geen woningen die worden gebruikt ais huisvesting. Ze vormen niettemin een bestanddeel van die woningen wanneer ze erin zijn geïntegreerd of wanneer, zelfs indien ze er niet aan grenzen, ze ervan deel uitmaken door het onmiddellijke nut die zij voor de eigenaar of de huurder van het onroerend goed meebrengen. Het is slechts in die mate dat, met betrekking tot de garages, het verminderde tarief van toepassing kan zijn op de onroerende handelingen of de leveringen. 38. Het normale tarief is bijgevolg van toepassing ten aanzien van garages opgericht, inzonderheid met het oog op verhuring, buiten iedere toewijzing aan een welbepaalde woning. Studiewerk en toezicht die behoren tot de geregelde werkzaamheid van architecten, landmeters en ingenieurs 39. Om van het verlaagde tarief te kunnen genieten moet het studiewerk en het toezicht worden verricht ter voorbereiding, ter coördinatie of ter controle van de uitvoering van een werk in onroerende staat met betrekking tot een woning die hoofdzakelijk wordt gebruikt of bestemd is om te worden gebruikt als privé-woning. 40. De nieuwe regeling betreft dus essentieel de architecten (met uitsluiting van de binnenhuisarchitecten en van de tuinarchitecten) en de ingenieurs in de mate waarin zij architecturaal of studiewerk verrichten (bijvoorbeeld, weerstandstudies van materialen) dat rechtstreeks verband houdt met de aan een woning uit te voeren werken in onroerende staat. 41. De landmeters daarentegen mogen het verlaagde tarief niet toepassen voor de opmeting en afbakening van een terrein, ook al geschiedt dit ter voorbereiding van de oprichting van een gebouw, aangezien deze werken niet rechtstreeks betrekking hebben op het eigenlijke woongebouw. Het is nochtans toegestaan dat het verminderde tarief wordt toegepast voor het opmeten van de hoogteniveaus (de waterpassing) van het bouwterrein, uitgevoerd in het kader van de uitwerking van de plannen van een woning teneinde deze laatste aan het reliëf van het terrein aan te passen. 42. Wat tenslotte de expertisewerken betreffen (schatting van de waarde van een onroerend goed, schatting van de schade veroorzaakt aan bovengenoemd goed, enz.), deze kunnen het verlaagde tarief niet genieten aangezien zij zelf niet bijdragen tot de uitvoering van een onroerende handeling. Door distributiebedrijven gefactureerde kosten voor aansluiting op leidingen voor gas-, elektriciteit-, water- en teledistributie 43. Deze kosten moeten worden aangemerkt als bestanddelen van de prijs van het gas, de elektriciteit, het water of van de diensten van teledistributie en zijn onderworpen aan de BTW tegen het tarief eigen aan deze leveringen of diensten. Afbraakwerken uitgevoerd aan een gebouw 44. Afbraakwerken hebben slechts betrekking op een woning die hoofdzakelijk bestemd is om als privé-woning,te worden gebruikt, indien ze noodzakelijk voorafgaandelijk moeten worden verricht om een nieuwe woning te kunnen oprichten of een bestaand onroerend goed te kunnen verbouwen (b.v. het afbreken van een gebouw met het doel op de vrijgekomen grond een woning op te richten). Het verlaagde tarief is bijgevolg slechts van toepassing ten aanzien van afbraakwerken indien die met een dergelijk vooruitzicht worden verricht. Afdeling III. Levering en facturering aan een eindverbruiker 45. Opdat het verlaagde tarief van toepassing zou zijn volstaat het niet dat de onroerende handelingen en de leveringen betrekking hebben op een woning hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning (z. hoofdstukken 1 en II), maar is het bovendien vereist dat deze verrichtingen worden geleverd en gefactureerd aan een eindverbruiker. Begrip " eindverbruiker "• 46. Voor de toepassing van deze nieuwe regeling moet onder de eindverbruiker worden verstaan de persoon die een zakelijk recht (eigendom, vruchtgebruik, enz.) of een recht van genot (inzonderheid als huurder) bezit op de woning die hij geheel of gedeeltelijk als privé-woning gebruikt, zonder van die woning een specifieke exploitatie of een bijhorigheid van een beroepswerkzaamheid te maken (z. nrs. 50 en 51). 47. In de meeste gevallen is in de relatie tussen de aannemer belast met de uitvoering van de werken of de verkoper van het nieuwe gebouw, bedoeld in artikel 9, § 3, van het Wetboek, en de eigenaar, bouwheer of koper, het verlaagde tarief bijgevolg van toepassing. Het heeft dienaangaande geen belang dat de woning wordt bewoond door de eigenaar of dat ze door hem wordt verhuurd, noch dat het gaat om een eerste woning dan wel om een tweede verblijf. 48. Anderzijds is er geen enkel bezwaar dat een huurder, een vruchtgebruiker of ieder ander persoon die het genot heeft van een woning zelf opdracht geeft voor de uitvoering van onroerende handelingen aan dit onroerend goed en voor die handelingen van het verlaagde tarief geniet, net alsof zij voor rekening van de eigenaar werden uitgevoerd. Uitsluiting van het verlaagde tarief voor onderaannemers 49. Wanneer een aannemer het geheel of een gedeelte van de werken die hem door de eindverbruiker werden toevertrouwd in onderaanneming geeft, dan is in de relatie tussen de aannemer en zijn onderaannemer de belasting verschuldigd tegen het normale tarief van 17 pct. Dit geldt meer algemeen voor alle onroerende handelingen die worden verricht in een fase die voorafgaat aan die waarin de handelingen kunnen worden onderworpen aan het verlaagde tarief, nl. de fase waarin de handelingen worden verstrekt aan de eindverbruiker. Uitsluiting van het verlaagde tarief voor de exploitanten van een inrichting voor het verschaffen van logies of voor ondernemingen die van het verschaffen van logies een bijhorigheid van hun beroepswerkzaamheid maken 50. De onderneming die aan personen onderdak verschaft ter uitvoering van een huisvestingscontract als bedoeld in artikel 18, §1, 10 °, van het Wetboek kan niet als een eindverbruiker worden aangemerkt. Zijn aldus inzonderheid van het voordeel van het verlaagde tarief uitgesloten, exploitanten van hotelinrichtingen, homes en rusthuizen, internaten gehecht aan scholen of universiteiten. 51. Evenzo zijn de ondernemingen die hun personeelsleden, in het kader van een arbeidscontract waartoe zij zijn verbonden, ter plaatse herbergen (conciërge-woningen, enz.), uit dien hoofde van het voordeel van het verlaagde tarief uitgesloten Vennootschappen waarvan de werkzaamheid bestaat in de verhuur van privé-woningen 52. De vennootschappen die, zoals de maatschappijen voor sociale woningbouw, woningen oprichten (huizen, appartement en) om ze te verhuren als privé-woning, hebben evenals de privé-eigenaars die zulke verhuringen doen, de hoedanigheid van eindverbruiker. Het verlaagde tarief is dus ook van toepassing voor de onroerende handelingen die hun met betrekking tot die onroerende goederen worden verstrekt. Beroepsrichters bedoeld in artikel 8, § 1, van het BTW-Wetboek. 53. De beroepsoprichters wiens beroepswerkzaamheid erin bestaat gebouwen op te richten of te laten oprichten om ze onder het BTW-stelsel te vervreemden hebben niet de hoedanigheid van eindverbruiker. In hun relaties met de aannemers belast met de oprichting is de belasting dus verschuldigd tegen het normale tarief en is ze volgens de gewone regels aftrekbaar. Het verlaagde tarief van 6 pct. is echter wel van toepassing bij de overdracht door bovengenoemde beroepsoprichters aan een eindverbruiker van een woning hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning. 54. Er wordt evenwel opgemerkt dat de onttrekking van een gebouw die een beroepsoprichter moet verrichten krachtens artikel 12, § 2, van het Wetboek, overeenkomstig de nieuwe regeling, aan de belasting van 6 pct. is onderworpen wanneer ze betrekking heeft op een woning die hoofdzakelijk bestemd is als privé-woning. Indien echter het onttrokken gebouw door de beroepsoprichter voor beroepsdoeleinden zou worden bestemd, dan zou de belasting verschuldigd zijn tegen het tarief van 17 pct. en zou ze volgens de normale regels aftrekbaar zijn. Toevallige oprichter bedoeld in artikel 8, § 2, van het BTW-Wetboek 55. Aangezien de toevallige oprichters niet van rechtswege BTW-belastingplichtige zijn en, vooraleer ze voor dit stelsel hebben geopteerd, het met mogelijk is te bepalen of zij de gebouwen die zij laten oprichten al dan niet met toepassing van de BTW zullen verkopen, is het toegelaten dat de aannemers hen de belasting in rekening brengen tegen het verminderde tarief van 6 pct., wanneer de werken betrekking hebben op een woning hoofdzakelijk bestemd om als privé-woning te worden gebruikt. De overdracht van dit gebouw door de toevallige oprichter aan de eindverbruiker zal op zijn beurt, overeenkomstig de nieuwe regeling, aan het tarief van 6 pct. zijn onderworpen onder aftrek van de belasting die, tegen hetzelfde tarief, werd geheven van de oprichting van het gebouw. Kopers-wederverkopers van gebouwen, bedoeld in artikel 8, § 3, van het Wetboek 56. De in nr. 55 uiteengezette regeling voor de toevallige oprichters is van toepassing op de kopers-wederverkopers van nieuwe gebouwen. Er is overigens geen reden om hen van deze regeling uit te sluiten, gelet op hun keuzemogelijkheid voor de belastingplicht en de onzekerheid betreffende de wederverkoop met toepassing van de BTW van de woningen die ze kopen. Facturering van de beoogde handelingen 57. Om aan het verlaagde tarief van 6 pct. onderworpen te zijn, moeten de beoogde handelingen worden gefactureerd aan de eindverbruiker. 58. Daar het tarief van 6 pct. een uitzonderingstarief is dat slechts van toepassing is wanneer een aantal voorwaarden zijn vervuld, moet de factuur, bij de omschrijving van het voorwerp van de diensten (of, in voorkomend geval, van de aard van het gebouw), "alle gegevens vermelden die nodig zijn om de aard van de verrichte handeling te kunnen vaststellen, alsmede het tarief van de verschuldigde belasting" ('kon. besl. nr. 1, art. 2, 4°). Daar de nieuwe bepaling eveneens een tijdelijk karakter heeft, is het van belang op de factuur de datum van de belastbare feiten en van de oorzaken van verschuldigdheid van de betreffende handelingen nauwkeurig te vermelden (kon. besl. nr. 1, art. 2, 3°). 59. Uit de omschrijving van de aard van de handeling moet het duidelijk blijken of het ter zake een onroerende handeling betreft dan wel een levering, die aan het normale tarief onderworpen blijft. Inzonderheid zal er worden gespecifieerd of de handeling bestaat in een levering met plaatsing (vb. levering en plaatsing van deuren en vensterramen, levering en plaatsing van op maat gesneden vasttapijt). 60. Anderzijds dient de bestemming van de werken te worden aangeduid door formuleringen als:
61. Er wordt op gewezen dat wanneer de werken tegelijk aan het privé- en aan het beroepsgedeelte van een onroerend goed voor gemengd gebruik worden verricht, en de klant een belastingplichtige is gehouden tot het indienen van periodieke BTW-aangiften, de belasting die over die werken is verschuldigd voor het geheel van de handeling door die klant moet worden voldaan krachtens artikel 17bis van het koninklijk besluit nr. 1. In dat geval moet de aannemer noch het tarief noch het bedrag van de verschuldigde belasting op de factuur vermelden, maar dient hij er de vermelding "Belasting te voldoen door de medecontractant Koninklijk besluit nr. 1, art. 17bis" (kon. besl. nr. 1, art. 17bis, § 3) op aan te brengen. In dit geval dient de klant zelf de maatstaven van heffing op de factuur te vermelden (z. nr. 60), de verschuldigde BTW in zijn aangifte op te nemen en er de aftrek met betrekking tot het beroepsgedeelte in uit te oefenen. 62. In het uitzonderlijk geval dat werken aan een onroerend goed voor gemengd gebruik worden verricht in opdracht van iemand die een beroepsactiviteit uitoefent die niet aan de BTW is onderworpen en, meer algemeen, in geval van twijfel omtrent de werkelijke bestemming van het onroerend goed, is het aangewezen dat de aannemer aan zijn klant een attest vraagt dat hem toelaat om, aan dé hand van de verklaringen van die klant, met kennis van zaken de factuur op te stellen en de belasting te berekenen (z. nr. 65). Gelet op het feit dat, indien er onroerende handelingen worden verricht, hetzij aan de gemeenschappelijke delen van een appartementsgebouw (z. nr. 33), hetzij aan de privatieve delen van de appartementen, de toestand moet worden beoordeeld rekening houdend met de bestemming die aan ieder appartement wordt gegeven, is het aangewezen dat de aannemer aan de beheerder die in naam en voor rekening van de mede-eigenaars handelt, een attest vraagt dat hem moet toelaten met kennis van zaken de factuur op te stellen en de verschuldigde belasting te berekenen. 63. Ten slotte dient, in geval van levering van nieuwe gebouwen, op de factuur inzonderheid te worden vermeld of dit gebouw bestemd is om voor het geheel of voor een overwegend of bijkomstig gedeelte als privé-woning te worden gebruikt. Desnoods zal deze vermelding worden gestaafd door een attest van de koper. Het tarief en de verschuldigde belasting zullen dienovereenkomstig worden vastgesteld. Mede-aansprakelijkheid van de aannemer en de klant (of van de verkoper en de koper van een gebouw) 64. In principe is de medecontractant van de leverancier of van de dienstverrichter met deze tegenover de Staat hoofdelijk gehouden tot voldoening van de belasting, wanneer de factuur onjuiste vermeldingen bevat ten aanzien van de naam en het adres van de bij de handeling betrokken partijen, de aard of de hoeveelheid van de geleverde goederen of verstrekte diensten, de prijs of het toebehoren ervan, of het bedrag van de op de handeling verschuldigde belasting niet of onjuist vermeldt (BTW-Wetboek, art. 53). 65. Wanneer verkeerdelijk het tarief van 6 pct. op de factuur werd vermeld, in het bijzonder ten gevolge van onjuiste aanwijzingen betreffende de aard en de bestemming van de belastbare handeling, heeft de administratie bijgevolg de mogelijkheid om de bijkomende belasting zowel van de aannemer als van de medecontractant te vorderen. Wanneer de aannemer niet bij machte is op objectieve wijze het tarief van de verschuldigde belasting te bepalen en voor zover hij aan de klant een attest heeft gevraagd op basis waarvan hij de verschuldigde belasting heeft bepaald, zal de administratie met dit feit rekening houden en de aanvullende belasting bij voorrang ten laste van de klant invorderen. 66. Er dient evenwel te worden opgemerkt dat in de gevallen waarin bij toepassing van artikel 17bis van het koninklijk besluit nr. 1 de belasting door de medecontractant van de aannemer moet worden voldaan, de invordering in ieder geval ten laste van deze medecontractant wordt ingesteld (Wetboek, art. 53, § 1, derde lid). Afdeling IV. Handelingen in uitvoering. Toepassing van het oud (17 pct.) of het nieuw (6 pct.) tarief 67. Om te bepalen of de bedoelde onroerende handelingen al dan niet dienen te worden onderworpen aan het verminderde tarief dat vanaf maart 1982 van toepassing is, moet overeenkomstig artikel 38, § 1, eerste en tweede lid, van het BTW-Wetboek, rekening worden gehouden met het belastbaar feit en met de andere in de artikelen 17 en 22 van dit Wetboek bepaalde oorzaken van verschuldigdheid van de belasting. 68. Hierna worden achtereenvolgens de regels, die in dat verband dienen te worden gevolgd, onderzocht:
69. Voor de werken in onroerende staat en de andere handelingen bedoeld in artikel 17bis van het koninklijk besluit nr. 1, van 23 juli 1969, is de belasting verschuldigd uiterlijk op het tijdstip waarop de dienst is voltooid, dit wil zeggen op het tijdstip dat de werken of de werkzaamheden ter voldoening van de opdrachtgever van het werk volledig zijn voltooid (Wetboek, art. 22, § 2, eerste lid) 70. Wanneer evenwel de prijs of een deel ervan v6àr dat tijdstip wordt gefactureerd of ontvangen, dan wordt de belasting evenwel over het gefactureerde of ontvangen bedrag verschuldigd, al naar het geval, op het tijdstip van het uitreiken van de factuur of op het tijdstip van de incassering (Wetboek, art. 22, § 2). 71. Bovendien wordt de belasting of het desbetreffende gedeelte daarvan verschuldigd op het tijdstip waarop' de prijs of een deel ervan volgens contract moet worden voldaan, wanneer dat tijdstip voorafgaat aan die welke hierboven zijn vermeld (Wetboek, art. 22, § 2, derde lid). 72. Deze verscheidene tijdstippen die de datum bepalen waarop de belasting verschuldigd wordt over ieder voorschot of over het saldo van de prijs, laten toe het toepasselijk tarief te bepalen. 73. Voorbeeld. Voor een werk in onroerende staat voor een totale prijs van 500.000 F, werd bij de bestelling op 10 januari 1982 een voorschot van 100.000 F betaald. Er werd overeengekomen dat op februari 1982 een tweede voorschot van 150.000 F moet worden betaald; het saldo van de prijs wordt verschuldigd bij de voltooiing van het werk, op 15 maart 1982. De opdrachtgever van het werk heeft het tweede voorschot op 3 maart 1982 betaald na ontvangst van een factuur van 2 maart 1982. 74. De belasting is tegen het normale tarief verschuldigd over het eerste voorschot van 100.000 F, dat wordt betaald vóór maart 1982. Ofschoon het tweede voorschot ten bedrage van 150.000 F nà maart 1982 wordt gefactureerd en ontvangen, is de belasting over dat voorschot verschuldigd tegen het normale tarief aangezien de vervaldag op 1 februari 1982 viel en deze laatste een eigen oorzaak van verschuldigdheid vormt die zich vóór maart 1982 voordoet (z. nr. 71). Het saldo van de prijs (250.000 F) is aan het verminderde tarief van 6 pct. onderworpen aangezien de dienstverrichting door beëindiging van het werk, op 15 maart 1982, onder het stelsel van de nieuwe bepaling, is voltooid. Prestaties van architecten, landmeters en ingenieurs 75. Voor het studiewerk en het toezicht die behoren tot de geregelde werkzaamheid van architecten, landmeters en ingenieurs, indien door deze de diensten worden verricht ter voorbereiding, ter coördinatie of als toezicht op de uitvoering van onroerende handelingen, neemt de administratie aan dat de BTW slechts verschuldigd wordt naarmate van de incassering van het ereloon (z. aanschr. 50/1971, nr. 1). De subsidiaire oorzaken van verschuldigdheid, zoals de contractuele vervaldag van de erelonen of hun facturering worden slechts buiten beschouwing gelaten op voorwaarde dat de door bovengenoemde personen uitgereikte nota ter betaling van hun ereloon en de erover verschuldigde belasting, een vermelding bevat waaruit duidelijk blijkt dat zii niet een document is dat de aftrek toelaat (BTW-Revue nr. 14, blz. 135, nr. 429). 76. Voor zover ze de toepassing van het verminderde tarief rechtvaardigen (z. nrs. 18 en 19, 39 tot 42) en de bovengenoemde voorwaarde is vervuld, zijn de prestaties van architecten, ingenieurs en landmeters dan ook aan dat tarief onderworpen voor elke incassering gedaan vanaf -1 maart 1982. Leveringen van nieuwe gebouwen bedoeld in artikel 9, § 3, van het Wetboek 77. Voor de levering van nieuwe gebouwen wordt de belasting verschuldigd op het tijdstip waarop deze goederen ter beschikking van de verkrijger of de overnemer worden gesteld en uiterlijk bij het verstrijken van de voor hun vervreemding in artikel 9, § 3, van het Wetboek, bepaalde termijn (Wetboek, art. 15, § 1, eerste en tweede lid, 3 en 17, § 1, eerste lid). 78. De oorzaken van verschuldigdheid, vermeld in de nrs. 70 en 71, zijn bij de levering van nieuwe gebouwen evenwel van toepassing ten aanzien van de voorschotten die vóór de terbeschikkingstelling van de gebouwen of vóór het verstrijken van de in artikel 9, § 3, van het Wetboek bepaalde termijn zouden zijn vervallen, ontvangen of gefactureerd (Wetboek, art. 17, § 1, tweede en derde lid). 79. Zoals voor de werken in onroerende staat (z. nrs. 72 en 73) dient er rekening te worden gehouden met de datum waarop de belastbare feiten of de oorzaken van verschuldigdheid zich voordoen om te bepalen in welke mate de levering van het nieuwe gebouw dat hoofdzakelijk is bestemd om als privé-woning te worden gebruikt, aan het normale of aan het verminderde tarief is onderworpen. 80. Voorbeeld. Een beroepsoprichter bedoeld in artikel 8, § 1, van het Wetboek heeft bij onderhandse akte van 10 januari 1982 een appartement verkocht voor de prijs van 3 miljoen (grond niet inbegrepen) (ondersteld wordt dat deze vervreemding plaatsheeft binnen de in artikel 9, § 3, bepaalde termijn). De koper heeft bij de ondertekening van de onderhandse akte een voorschot van 500.000 F betaald. Hij betaalt een voorschot van 2.000.000 F bij het verlijden van de authentieke akte op 20 april 1982 en het saldo, hetzij 500.000 F, bij de inbezitneming van het appartement op 5 mei 1982. De belasting is tegen het normale tarief verschuldigd over het voorschot dat op 10 januari 1982 werd betaald, terwijl ze over het tweede voorschot en het saldo van de prijs verschuldigd is tegen het verminderde tarief. 81. Dezelfde oplossing geldt voor de levering van een gebouw door een toevallige oprichter bedoeld in artikel 8, § 2, van het BTW-Wetboek of door een koper-wederverkoper bedoeld in artikel 8, § 3, van dat Wetboek die voor het BTW-stelsel hebben geopteerd. Weliswaar ontstaat krachtens artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 14, van 3 juni 1970, met betrekking tot de vervreemdingen van gebouwen, de verplichting tot indiening van de aangifte in dergelijk geval slechts op het tijdstip waarop de belasting over de volledige maatstaf van heffing verschuldigd wordt, en moet de belasting slechts worden voldaan binnen een maand te rekenen vanaf dat tijdstip, doch deze bepaling staat evenwel slechts een termijn van betaling toe en belet niet dat het toe te passen tarief moet worden vastgesteld rekening houdend met het belastbaar feit en de oorzaken van verschuldigdheid, eigen aan de handeling. 82. Indien we het voorbeeld vermeld onder nr. 80 hernemen moet de toevallige oprichter (of de koper-wederverkoper) de aangifte indienen binnen de maand te rekenen vanaf 5 mei 1982, datum waarop de belasting over de volledige maatstaf van heffing wordt verschuldigd en moet hij binnen die termijn de belasting die hij aangeeft betalen. Maar, voor de bepaling van de belasting die verschuldigd is ingevolge de vervreemding van het gebouw moet hij, zoals de beroepsoprichter, die belasting tegen het normale tarief berekenen over het eerste voorschot (500.000 F) en mag hij haar slechts tegen het verminderde tarief berekenen over het tweede voorschot (2 miljoen) en het saldo van de prijs (500.000 F). 83. Ten slotte zal men niet uit het oog verliezen dat de toepassing van het verlaagde tarief van 6 pct. voor de vervreemdingen van woningen die plaatsvinden onder de nieuwe regeling geen beletsel vormt opdat de toevallige oprichters en de koperwederverkopers de BTW in aftrek zouden kunnen brengen die onder de oude regeling werd geheven ter zake van de oprichting of de verkrijging van deze gebouwen. * * * Tijdelijk karakter van de nieuwe regeling De regeling die in de onderhavige aanschrijving wordt toegelicht, heeft een tijdelijk karakter en zal, behoudens latere wetswijzigingen, op 31 december 1983 eindigen. Bijlage 1 Lijst van onroerende handelingen. Werk in onroerende staat 1. Artikel 1, 1 °, van het koninklijk besluit van 15 februari 19821, bepaalt dat de heffing tegen het verminderde tarief van 6 pct. van toepassing is op het werk in onroerende staat en op de andere handelingen, bedoeld in artikel 17bis van het koninklijk besluit nr. 1, van 23 juli 1969, met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde, indien dat werk in onroerende staat en die andere handelingen betrekking hebben op een woning hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning, en voor zover die verrichtingen worden verstrekt en gefactureerd aan een eindverbruiker. 2. Voor de toepassing van dit koninklijk besluit moet onder werk in onroerende staat worden verstaan alle werkzaamheden die bestaan in het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en elke handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt (z. art. 19, § 2, laatste lid, Wetboek). 3. Zijn eveneens bedoeld, ook al zijn ze geen werk in onroerende staat
A. Het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een woning, hoofdzakelijk gebruikt of bestemd om te worden gebruikt als privé-woning. 5. De hier bedoelde handelingen zijn
7. Zijn inzonderheid bedoeld door deze bepaling
8. Hier zijn bedoeld de handelingen waarbij een roerend goed wordt geleverd en aangehecht aan een woning zonder dat de aard van het goed na de aanhechting enig belang heeft. a) Centrale verwarming en airconditioning. 9. Wordt bedoeld elke handeling waarbij worden geleverd en aangehecht aan een woning de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een installatie voor centrale verwarming of airconditioning, daaronder begrepen de branders, de reservoirs en de regel- en controletoestellen verbonden aan de ketels of aan de radiatoren. 10. Onder centrale verwarming wordt verstaan elk verwarmingssysteem dat erin bestaat warmte te verspreiden in één of meerdere lokalen door middel van verschillende toestellen verbonden aan een enige warmtebron, ongeacht de aard van deze laatste gas, elektriciteit, zonne-energie, windenergie of een andere vernieuwbare bron van energie. Het systeem "mini-chauffage" genaamd, dat erin bestaat de warmte, voortgebracht door een speciale kachel, in verschillende kamers te verspreiden door middel van radiatoren die aan die kachel zijn verbonden, beantwoordt aan de gestelde voorwaarden. 11. Tegenwoordig wordt de benaming "centrale verwarming" in de gewone spreektaal nochtans uitgebreid tot andere systemen van verwarming van gebouwen. Meer en meer moet de benaming "centrale verwarming" wijken voor de benaming "integrale verwarming". Ofschoon de moderne technieken die gebruikt worden voor de verwarming van gebouwen zich over het algemeen verwijderen van de definitie van centrale verwarming gegeven onder nummer 10, strekken ze eveneens tot het verwarmen van de kwasitotaliteit van een gebouw, waarbij de brandstof op een meer rationele manier wordt gebruikt dan dit het geval was voor de traditionele systemen van centrale verwarming. 12. Rekening houdend met hetgeen voorafgaat kan als centrale verwarming worden Beschouwd:
14. Wordt eveneens bedoeld, iedere handeling waarbij worden geleverd en aangehecht aan een woning de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een sanitaire installatie en, meer algemeen, van al de vaste toestellen voor sanitair of hygiënisch gebruik aangesloten op een waterleiding of een riool. 15. Wordt aldus bedoeld de handeling waarbij buisleidingen, kranen, pompen, gootstenen, wastafels, W.C., urinoirs, bidets, voetbaden en badkuipen worden geleverd en aan een woning worden aangehecht. 16. Aangezien een warmwatertoestel zowel de badkamer als de keuken of beide tegelijk van warm water kan voorzien is de handeling waarbij zulk een toestel wordt geleverd en aangehecht aan de betrokken woning eveneens bedoeld, ongeacht waar dat toestel in de woning wordt geplaatst. c) Elektrische installatie 17. Wordt eveneens bedoeld iedere handeling waarbij de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een elektrische installatie, met uitzondering van toestellen voor de verlichting en van lampen, worden geleverd en aan, een woning worden aangehecht. 18. Onder verlichtingstoestellen en lampen worden inzonderheid bedoeld hanglampen, plafondlampen, luchters, wandlampen, tafellampen, nachtlampen, bureaulampen, schemerlampen en waterdichte lampen voor vochtige ruimten, kandelaren, pianolampen, réverbères, lampen op voet, fluorescentielampen en hun houders, daaronder begrepen de starters en de ballasten, enz. 19. Nochtans is de handeling waarbij deze toestellen voor de verlichting en de lampen worden geleverd en ingewerkt in het plafond of in een vals plafond eveneens bedoeld. d) Elektrische belinstallatie, brand- en alarmtoestellen, telefooninstallatie. 20. Wordt eveneens bedoeld iedere handeling waarbij de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een elektrische belinstallatie, van brandalarmtoestellen, van alarmtoestellen tegen diefstal en van een huistelefoon worden geleverd en aan een woning worden aangehecht. 21. Onder elektrische belinstallatie worden bedoeld de elektromagnetische inrichtingen die een hamertje doen trillen op een bel, alsook de trillers met zoemertoon of melodie, enz. 22. Onder de elementen van een brandalarmtoestel kunnen geciteerd worden de toestellen aangesloten op een waterleiding, toestellen met smeltveiligheden, toestellen met uitzettingskleppen, toestellen met elektrische weerstandgeleiders, toestellen met foto-elektrische cel, toestellen met detector, enz. 23. Onder de toestellen van een huistelefooncentrale kunnen die geciteerd worden waarmee een centrale is uitgerust om tussen de verschillende vertrekken van een woning te kunnen telefoneren, en de elektrische deuropener met deurtelefoon. e) Kasten, gootstenen, dampkappen. 24. Wordt eveneens bedoeld iedere handeling waarbij worden geleverd en aan een woning aangehecht opbergkasten, gootstenen, keukenkasten met ingebouwde gootsteen, onderkastjes, zuigkappen, ventilators en luchtverversers waarmee een keuken is uitgerust, opbergkasten die definitief zijn ingebouwd in speciaal daartoe bestemde ruimten. 25. De even genoemde opsomming van goederen is beperkend. Zijn dus niet bedoeld de handelingen waarbij een koelkast, een diepvriezer, een komfoor of een fornuis met gas of elektriciteit, een vaatwasmachine, een oven, een breekmachine, een wasmachine of een linnendroogkast, enz., worden geleverd en geplaatst. Deze handelingen blijven bijgevolg onderworpen aan het tarief van 17 pct. f) Luiken, rolluiken, rolgordijnen. 26. Wordt eveneens bedoeld iedere handeling waarbij luiken, rolluiken en rolgordijnen bestemd voor de buitenkant van een woning worden geleverd en aan de woning worden aangehecht. g) Wandbekledingen en vloerbedekkingen. 27. Wordt eveneens aangemerkt als werk in onroerende staat iedere handeling waarbij een wandbekleding of vloerbedekking wordt geleverd en aan een woning wordt gehecht. Hierbij is het van geen belang of die bekleding of bedekking aan de woning wordt vastgehecht of eenvoudig ter plaatse op maat wordt gesneden volgens de afmetingen van de te bedekken of bekleden oppervlakte. 28. Zijn onder meer bedoeld de handelingen waarbij wordt geleverd en geplaatst
29. Wordt eveneens bedoeld, ook al is het geen werk in onroerende staat, elke handeling waarbij de goederen bedoeld onder a tot .g hierboven worden aangehecht aan of geplaatst in een woning, hersteld, onderhouden of gereinigd. 30. Worden onder meer bedoeld, de diensten verricht door
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||