Décision anticipée n° 2015.248 dd. 23.06.2015
- Sectie :
- Regelgeving
- Type :
- Prior agreements L 24.12.2002
- Subdomein :
- Fiscal Discipline
Samenvatting :
impôt des personnes physiques - indemnité - frais propres à l'employeu
Originele tekst :
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||||||||||||||
|
Décision anticipée n° 2015.248 dd. 23.06.2015
Document
Search in text:
Properties
Document type : Prior agreements L 24.12.2002 Title : Décision anticipée n° 2015.248 dd. 23.06.2015 Document date : 23/06/2015 Keywords : impôt des personnes physiques / indemnité / frais propres à l'employeur Document language : FR Name : Décision anticipée n° 2015.248 dd. 23.06.2015 Version : 1
Décision anticipée n° 2015.248 dd. 23.06.2015
Frais propres à l’employeur
Résumé Les indemnités octroyées à un membre du personnel pour les frais de travail à domicile et de déplacements de service peuvent être considérées comme une restitution des indemnités forfaitaires des frais propres à l'employeur conformément à l’article 31, deuxième alinéa, 1°, in fine, du CIR92, à condition que les modalités de décision soient respectées. La décision est valable pour une période de cinq ans.
La décision est publiée uniquement dans la langue dans laquelle la demande a été introduite.
I. Voorwerp van de aanvraag 1. De aanvraag strekt ertoe te vernemen of een voorafgaande beslissing kan worden bekomen met betrekking tot de toepassing van forfaitaire vergoedingen als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever krachtens artikel 31, tweede lid, 1°, in fine van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92).
II. Beslissing 2. Er kan een beslissing worden toegekend op basis van een onderzoek waarbij de de jobinhoud, de gemiddelde loonbarema’s en de gevraagde onkostenvergoedingen steekproefgewijs werden nagekeken. 3. De vergoedingen toegekend aan de personeelsleden voor thuiswerk en dienstverplaatsingen mogen door bvba X als forfaitaire vergoedingen als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden aangemerkt, mits rekening wordt gehouden met de volgende modaliteiten : 3.1. deze beslissing is functiegebonden en niet persoonsgebonden; 3.2. de bedragen zijn niet indexeerbaar en zijn maandbedragen; 3.3. de genieters van de forfaitaire vergoedingen zijn verplicht, in geval zij hun werkelijke beroepskosten zouden bewijzen in hun aangifte in de personenbelasting, deze forfaitaire vergoedingen in mindering te brengen van hun bewezen beroepskosten en dit in de mate dat deze vergoedingen op hun bewezen beroepskosten betrekking hebben; 3.4. teneinde de mogelijkheid van dubbele aftrek van éénzelfde uitgave te vermijden, mogen de op basis van een forfaitair bedrag toegekende kosten eigen aan de werkgever niet meer op basis van werkelijke bewijsstukken ten laste worden genomen door de aanvragers; 3.5. de aanvragers hebben steeds nominatieve lijsten ter beschikking met de personen die voor een bepaald aanslagjaar toepassing krijgen van het forfait; 3.6. de bedragen zijn gebaseerd op een voltijdse tewerkstelling. De bedragen mogen ook worden uitbetaald tijdens het normale vakantieverlof. Evenwel moeten de bovenstaande bedragen evenredig worden verminderd in geval van deeltijdse prestaties (bv. 80%, 50%, …), lange afwezigheid ingevolge een buitenlandse zakenreis of in geval van lange afwezigheid wegens andere redenen dan het jaarlijks vakantieverlof; 3.7. de vergoedingen die als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever worden betaald, moeten worden verantwoord door individuele fiches. Ter zake dient op de fiche de vermelding “JA – ernstige normen” te worden ingevuld omdat het hier forfaitaire kostenvergoedingen betreft, vastgesteld op basis van ernstige normen; 4. De vergoeding die als terugbetaling van eigen kosten van de werkgever wordt betaald bedraagt 120 EUR.
5. Deze beslissing is geldig voor een periode van 5 jaar. Een eventuele verlenging van deze beslissing dient tijdig en schriftelijk te worden aangevraagd.
|
|||||||||||||||||||