Décision anticipée n° 2015.726 dd. 02.02.2016
- Sectie :
- Regelgeving
- Type :
- Prior agreements L 24.12.2002
- Subdomein :
- Fiscal Discipline
Samenvatting :
Plus-value sur actions - Revenus divers - Gestion normale du patrimoine privé - Apport d?actions
Originele tekst :
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||
Décision anticipée n° 2015.726 dd. 02.02.2016
Document
Search in text:
Properties
Document type : Prior agreements L 24.12.2002 Title : Décision anticipée n° 2015.726 dd. 02.02.2016 Tax year : 2016 Document date : 02/02/2016 Keywords : plus-value sur actions / revenu divers / gestion normale du patrimoine privé / action / apport en société Document language : FR Name : Décision anticipée n° 2015.726 dd. 02.02.2016 Version : 1
Décision anticipée n° 2015.726 dd. 02.02.2016
Plus-value sur actions Revenus divers Gestion normale du patrimoine privé Apport d’actions
Résumé
L’apport par M. X de ses actions de la société SPRL A dans la société holding SPRL B encore à constituer, peut être considéré comme une opération normale de gestion d'un patrimoine privé, de sorte que la plus-value ne sera pas taxée sur la base de l'article 90, 9°, premier tiret, CIR 92.
La décision est publiée uniquement dans la langue dans laquelle la demande a été introduite.
I. Voorwerp van de aanvraag 1. De aanvraag strekt ertoe de bevestiging te verkrijgen dat de inbreng door de heer X van de aandelen van de vennootschap A BVBA in een nog op te richten holdingvennootschap B BVBA kan beschouwd worden als een normale verrichting van beheer van privévermogen, zodat de meerwaarde niet belast zal worden op grond van artikel 90, 1° en 90, 9°, eerste gedachtestreepje, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92).
II. Omschrijving van de verrichting 2. De heer X bezit alle aandelen van A BVBA die naast haar exploitatieactiviteit eveneens een vastgoedactiviteit is beginnen ontwikkelen. 3. De aanvrager wenst zijn aandelen A BVBA in te brengen in een nog op te richten holdingvennootschap B BVBA die vervolgens een vastgoedvennootschap zal oprichten aan wie A BVBA haar onroerende goederen zal verkopen.
III. Beslissing 4. De geplande inbreng door de heer X van de aandelen van A BVBA in de nog op te richten holdingvennootschap B BVBA, vormt een overdracht onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 90, 9°, eerste gedachtestreepje, WIB 92. 5. De aandelen van de betrokken vennootschap behoren tot het privévermogen van de aanvrager. 6. De geplande inbreng kan, gelet op de hierna vermelde overwegingen, worden aangemerkt als een normale verrichting van beheer van het privévermogen in de zin van artikel 90, 9°, eerste gedachtestreepje, WIB 92 : 6.1 de aanvrager is sinds de oprichting in het bezit van de aandelen van de betrokken vennootschap; 6.2 het betreft geen complexe verrichting, noch spitsvondig feitencomplex; 6.3 door de inbreng van de aandelen A BVBA in een holdingvennootschap, die zal gevolgd worden door de oprichting door deze holding van een vastgoedvennootschap die de onroerende goederen in bezit van A BVBA zal aankopen, wordt een geschikte structuur gecreëerd voor enerzijds een mogelijks latere overdracht van de exploitatie aan derden zodat de continuïteit van A BVBA verzekerd wordt en anderzijds de verdere uitbouw van de vastgoedactiviteit; 6.4 in geval van een latere overdracht van de exploitatievennootschap A BVBA zal het de holdingvennootschap B BVBA zijn die haar participatie A BVBA verkoopt aan een geïnteresseerde partij; 6.5 de holdingstructuur maakt het mogelijk dat middelen van de exploitatievennootschap als dividend opstromen naar de holdingvennootschap om van daaruit ter beschikking te worden gesteld van de vastgoedvennootschap ter financiering van nieuwe investeringen. Tevens wordt een betere borgstructuur gecreëerd voor het aangaan van externe financieringen; 6.6 voorafgaand aan de inbrengverrichting werden de overtollige liquiditeiten door A BVBA aan de heer X uitgekeerd door middel van een tussentijds dividend; 6.7 voor de waardering van de in te brengen aandelen werd een waarderingsverslag opgemaakt waaruit de waarde van de in te brengen aandelen blijkt. De inbreng zal plaatsvinden tegen 75 % van deze waarde, gelet op de afhankelijkheid van de onderneming van de bedrijfsleider. De DVB heeft geen opmerkingen over de weerhouden waarde; 6.8 de meerwaarde die bij de voorgenomen inbreng zal worden gerealiseerd is, gelet op de bezitsduur van de aandelen, de afwezigheid van financieringen en van hoge risico's, niet het gevolg van speculatie als bedoeld in artikel 90, 1°, WIB 92. 7. De DVB neemt kennis van de in de aanvraag aangehaalde motivering inzake de aanwezige liquiditeiten binnen de groep en verwijst hiervoor naar het randnummer 9. 8. De beslissing is slechts geldig voor zover het inbrengverslag van de bedrijfsrevisor dat de waarde van de in te brengen aandelen op het ogenblik van de inbreng in B BVBA weergeeft, zal worden overgemaakt aan het plaatselijke controlekantoor van de aanvrager. 9. Onderhavige beslissing is gebaseerd op elementen zoals deze door de aanvrager vermeld worden. De DVB spreekt zich in deze beslissing niet uit over de mogelijke toepassing van de anti-misbruikbepaling voorzien in artikel 344, § 1, WIB 92 ten gevolge van verrichtingen die niet omschreven zijn in deze beslissing, inzonderheid een latere kapitaalvermindering door of liquidatie van B BVBA. 10. Tot slot wordt de aandacht erop gevestigd dat de beslissing slechts geldig blijft voor zover de verrichting plaatsvindt binnen de periode van één jaar vanaf de datum van de voorafgaande beslissing. |
|||||||