Décision anticipée n° 500.036 dd. 04.08.2005

Datum :
04-08-2005
Taal :
Frans
Grootte :
3 pagina's
Sectie :
Regelgeving
Type :
Prior agreements L 24.12.2002
Subdomein :
Fiscal Discipline

Samenvatting :

Patrimoine privé

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Décision anticipée n° 500.036 dd. 04.08.2005
Décision anticipée n° 500.036 dd. 04.08.2005
Document
Content exists in : fr nl

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Prior agreements L 24.12.2002
Title : Décision anticipée n° 500.036 dd. 04.08.2005
Tax year : 0
Comments : décision anticipé
Document date : 04/08/2005
Keywords : Patrimoine privé
Document language : FR
Name : 500.036
Version : 1

500.036

Décision anticipée n° 500.036 dd. 04.08.2005


   Patrimoine privé
   Gestion normale du patrimoine privé
  
   Droits d'enregistrement
   Apport d'actions
   Exonération


Résumé

En ce qui concerne l'apport d'actions de la SA A et de la SA B dans la nouvelle société holding précédé par une vente d'actions de la SA A et de la SA B à cette société holding, seule la SA A tombe sous le champ d'application de l'article 117, § 3, de la loi sur les droits d'enregistrement. Les articles 18, § 2 de la loi sur les droits d'enregistrement et 344, § 1 du CIR 92, ne sont pas d'application parce que les opérations décrites dans la demande ne peuvent pas faire l'objet d'une autre qualification. Les articles 26, 36, 79 et 207 du CIR 92 ne sont pas d'application. L'article 41 du CIR 92 n'est pas d'application. La vente peut être considérée comme une opération normale de gestion de biens privés. Vu les engagements souscrits par les demandeurs, l'imposition sur l'apport en vertu de l'article 90, 1° du CIR 92, n'aura pas lieu.

La décision est publiée uniquement dans la langue dans laquelle la demande a été introduite.

Voorwerp van de aanvraag

De aanvraag strekt ertoe te vernemen of:

1. de verkoop van de aandelen van de NV A en de NV B door de aanvragers 1 en 2  aan een door de aanvragers 3, 4 en 5 nieuw op te richten holdingvennootschap en de inbreng in natura van de aandelen van de NV A en NV B door de aanvragers 3, 4 en 5 in die holdingvennootschap onder  het toepassingsgebied van het artikel 41  of 90, 1°, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) vallen;

2. artikel 344, § 1, WIB 92 toegepast kan worden op de voormelde verrichtingen;

3. de artikelen 26, 36, 79 en 207 WIB 92 van toepassing zijn op de voormelde verrichtingen;

4. de inbreng van aandelen van de NV A in de nieuwe holdingvennootschap met de vrijstelling van evenredige registratierechten zoals bedoeld in artikel 117, § 3, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten (W. Reg.) kan gebeuren;

5. gelet op de rechtmatige financiële of economische behoeften bij de verrichtingen, zowel voor de aandeelhouders als voor de vennootschappen van de groep, artikel 18, § 2, W. Reg. niet kan worden toegepast.

Omschrijving van de verrichtingen

6. NV A en NV B  zijn vennootschappen naar Belgisch recht.

7. Beide vennootschappen oefenen een garageactiviteit uit.

8. De vijf aanvragers zijn broers en zussen van elkaar.

9. De aanvragers 3, 4 en 5 wensen de activiteit verder te zetten. De aanvragers 1 en 2 wensen daarentegen hun aandelen te verkopen.

10. De aanvragers 3, 4 en 5 richten samen een holdingvennootschap op,  een NV, waarvan elke één derde van het minimumkapitaal volstort. Deze vennootschap koopt de aandelen van NV A en NV B in het bezit van de aanvragers 1 en 2 middels een lening afgesloten bij een financiële instelling. Vervolgens wordt het kapitaal van de nieuwe holdingvennootschap verhoogd via inbreng van de aandelen van NV A en NV B door de aanvragers 3, 4 en 5.

11. De aanvragers 3, 4, en 5 engageren zich gedurende drie jaren vanaf de datum van inbreng tot het volgende:

11.1. de in de aanvraag genoemde nieuw opgerichte holdingvennootschap zal geen kapitaalvermindering doorvoeren;

11.2. noch NV A noch NV B zullen een kapitaalvermindering doorvoeren of dividenden uitkeren die substantieel hoger zijn dan de dividenden die in het verleden regelmatig werden uitgekeerd. Uitzondering geldt voor een verhoging van dividenden die door de nieuw opgerichte holdingvennootschap uitsluitend wordt aangewend voor de aflossing van de leningovereenkomst die zij zal afsluiten ter financiering van de koopprijs van de aandelen. Deze leningovereenkomst zal een looptijd hebben van minstens zeven jaar;

11.3. de NV A en de NV B zullen aan de nieuw opgerichte hol-dingvennootschap geen bestuurdersvergoedingen of andere vergoedingen voor diensten betalen die substantieel hoger zijn dan de in het verleden voor dergelijke diensten betaalde vergoedingen.

Beslissing

 A. Wat de directe belastingen betreft:

12. De aandelen maken deel uit van het privé-vermogen van de aanvragers en  vallen bijgevolg niet onder het toepassinggebied van artikel  41 WIB 92.

13. De in het vooruitzicht gestelde verrichtingen zijn niet speculatief.

14. Gelet op de engagementen, zoals omschreven in nr. 11, zal artikel 90, 1°, WIB 92 niet worden toegepast in hoofde van de aanvragers 3, 4 en 5.

15. De verkoop van de aandelen door de aanvragers 1 en 2 aan een door de aanvragers 3, 4 en 5 opgerichte holdingvennootschap, kan als een normale verrichting van beheer van privé-vermogen  worden beschouwd.

16. De verrichting komt niet in aanmerking voor herkwalificatie als bedoeld in artikel 344, §1, WIB 92.

17. Er worden geen abnormale of goedgunstige voordelen verstrekt of ontvangen en er is geen sprake van een voordeel van alle aard,   indien de verrichtingen gebaseerd zijn op een door een revisor opgemaakt waarderingsverslag en  indien de waarde van de aandelen gebaseerd is op een algemeen aanvaarde waarderingsmethode.

B. Wat de registratierechten betreft:

18. Aan de voorwaarden voor de vrijstelling van het inbrengrecht voorzien in artikel 117, § 3, W. Reg. is voldaan aangezien:

18.1. het om Belgische vennootschappen gaat;

18.2. de inbreng van de aandelen van de NV A uitsluitend zal vergoed worden door aandelen van de nieuwe holdingvennootschap;

18.3. de inbreng tot gevolg heeft dat, samen met de voorafgaande verkoop van aandelen van de NV A aan de nieuwe holdingvennootschap, deze laatste meer dan  99 pct. van de aandelen van de NV A bezit;

18.4. de aanvragers van de voorafgaande beslissing verklaren dat aan de vormvoorwaarden om van de vrijstelling van het inbrengrecht te genieten, zal voldaan worden.

19. Artikel 18, § 2, W. Reg. is op de in het verzoek beschreven verrichtingen niet van toepassing omwille van de reden dat de in het verzoek weergegeven verrichtingen niet vatbaar zijn voor een andere kwalificatie.