Historiek - Art. 118 WIGB - Waals Gewest
- Sectie :
- Regelgeving
- Type :
- Codes and legislation
- Subdomein :
- Fiscal Discipline
Samenvatting :
Waals Gewest
Originele tekst :
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||
Historiek - Art. 118 WIGB - Waals Gewest
Document
Search in text:
Properties
Effective date : 01/01/2018 Document type : Codes and legislation Title : Historiek - Art. 118 WIGB - Waals Gewest Document date : 25/12/2017 Document language : NL Name : Historiek - Art. 118 WIGB - WG Version : 1
Historische versies – Waals Gewest Artikel 118 van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
Tekst van toepassing vanaf 01.01.2018 Tekst van toepassing vanaf aanslagjaar 2002 tot 31.12.2017
HOOFDSTUK V – Schuldenaars van de belasting
Artikel 118 (gewijzigd door art. 76 van de programmawet van 25 dec. 2017 (B.S., 29.12.2017). Tekst van toepassing vanaf 1 jan. 2018 (art. 78))
§ 1. Is de belasting verschuldigd en moet ze inhouden van de bedragen die voor de betaling in speciën, voor de deelname in het kapitaal of voor het investeringsspaarplan dienen te worden bestemd, de werkgever bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschappen en tot instelling van een winstpremie voor de werknemers. § 2. Is de aanvullende belasting verschuldigd en moet ze inhouden: 1° in geval van niet naleving van de onbeschikbaarheidsvoorwaarde vermeld in artikel 11 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschappen en tot instelling van een winstpremie voor de werknemers, de kredietinstelling of de beursvennootschap bedoeld in dit artikel. De inhouding van de aanvullende belasting wordt uitgevoerd ofwel door verkoop door de kredietinstelling of door de beursvennootschap, op naam en voor rekening van de werknemer, van het vereiste aantal deelnames in het kapitaal, ofwel door storting door de werknemer van het bedrag van de aanvullende belasting, voorafgaand aan elke vrijgave van aandelen; 2° in geval van opheffing van de onbeschikbaarheid van de deelbewijzen vermeld in artikel 15 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschappen en tot instelling van een winstpremie voor de werknemers, de coöperatieve participatievennootschap vermeld in Hoofdstuk III van voormelde wet; 3° in alle andere gevallen, de werkgever bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal van de vennootschappen en tot instelling van een winstpremie voor de werknemers.
HOOFDSTUK V – Schuldenaars van de belasting(ingevoegd door art. 23 van de wet van 22 mei 2001 (B.S., 09.06.2001). Tekst van toepassing vanaf aanslagjaar 2002 (art. 42), zie ook art. 2 van het koninklijk besluit van 19 dec. 2001 (B.S., 29.12.2001))
Artikel 118 (ingevoegd door art. 23 van de wet van 22 mei 2001 (B.S., 09.06.2001). Tekst van toepassing vanaf aanslagjaar 2002 (art. 42), zie ook art. 2 van het koninklijk besluit van 19 dec. 2001 (B.S., 29.12.2001))
§ 1. Is de belasting verschuldigd en moet ze inhouden van de bedragen die voor de betaling in speciën, voor de deelname in het kapitaal of voor het investeringsspaarplan dienen te worden bestemd, de werkgever bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen. § 2. Is de aanvullende belasting verschuldigd en moet ze inhouden: 1° in geval van niet naleving van de onbeschikbaarheidsvoorwaarde vermeld in artikel 11 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen, de kredietinstelling of de beursvennootschap bedoeld in dit artikel. De inhouding van de aanvullende belasting wordt uitgevoerd ofwel door verkoop door de kredietinstelling of door de beursvennootschap, op naam en voor rekening van de werknemer, van het vereiste aantal deelnames in het kapitaal, ofwel door storting door de werknemer van het bedrag van de aanvullende belasting, voorafgaand aan elke vrijgave van aandelen; 2° in geval van opheffing van de onbeschikbaarheid van de deelbewijzen vermeld in artikel 15 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen, de coöperatieve participatievennootschap vermeld in Hoofdstuk III van voormelde wet; 3° in alle andere gevallen, de werkgever bedoeld in artikel 2 van de wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen.
|
|||||||