Nummer S 4-3°-VL/02-01
- Sectie :
- Regelgeving
- Type :
- Comments
- Subdomein :
- Fiscal Discipline
Samenvatting :
Tontine- en aanwasbedingen betreffende roerende goederen
Originele tekst :
Fisconet
plus Version 5.9.23
Service Public Federal Finances |
|||||||
Nummer S 4-3°-VL/02-01
Document
Search in text:
Properties
Document type : Comments Title : Nummer S 4-3°-VL/02-01 Document date : 14/06/2005 Document language : NL Name : S 4-3°-VL/02-01 Version : 1
Nummer S 4, 3°-VL/02-01 02. - Tontine- en aanwasbedingen betreffende roerende goederen. 01. – Wanneer de titel van de aanwas, die plaatsheeft bij het overlijden van de eerststervende, gelegen is in een overeenkomst onder de levenden, valt de aanwas in beginsel in het toepassingsgebied van het registratierecht en niet in dat van het successierecht. De kwalificatie van een aanwasbeding als een verrichting ten bezwarende titel of als een verrichting ten kosteloze titel hangt af van de bedoeling van de partijen. Deze bedoeling wordt nagegaan rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak en onder meer met de hoedanigheid van partijen en met de tussen hen bestaande banden. Indien de overeenkomst van aanwas een werkelijk kanscontract is, en bijgevolg ten bezwarende titel, is de aanwas niet aan een evenredig registratierecht onderworpen en evenmin aan het successierecht. Wanneer er evenwel een bevoordelingsbedoeling aanwezig is, wordt het aanwasbeding als een schenking gekwalificeerd. In dat geval zal in beginsel het schenkingsrecht verschuldigd zijn indien het contract van aanwas bij een in België verleden notariële akte werd vastgesteld of in een vrijwillig ter registratie aangeboden onderhandse akte. Voor schenkingen gelokaliseerd in het Vlaams en het Brussels Gewest is dit schenkingsrecht evenwel niet van toepassing wanneer deze schenking met een legaat wordt gelijkgesteld (artikel 131, § 2, laatste lid, in fine W. Reg. juncto artikel 4, 3° W. Succ.) Door deze gelijkschakeling is het successierecht verschuldigd op de aanwas. Indien het contract van beding van aanwas niet bij een in België verleden notariële akte werd vastgesteld of niet in een vrijwillig ter registratie aangeboden onderhandse akte, is artikel 7 W. Succ. toepasselijk indien de schenker overlijdt binnen de drie jaar te rekenen vanaf de datum van de overeenkomst van aanwas. ---------- JULI 2013 - 13/4 Zie ook: Historische versie S 4, 3°-VL/02-01
|
|||||||