Vraag nr. 68 van de heer Lindemans dd. 24.02.1977

Datum :
24-02-1977
Taal :
Nederlands
Grootte :
2 pagina's
Sectie :
Regelgeving
Type :
Parliamentary questions
Subdomein :
Fiscal Discipline

Samenvatting :

Beroepskosten,Pensioenen,Beheerder

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Contact | Disclaimer | FAQ
   
Quick search :
Fisconet plus Version 5.9.23
Service Public Federal
Finances
Home > Advanced search > Search results > Vraag nr. 68 van de heer Lindemans dd. 24.02.1977
Vraag nr. 68 van de heer Lindemans dd. 24.02.1977
Document
Content exists in : nl

Search in text:
Print    E-mail    Show properties

Properties

Document type : Parliamentary questions
Title : Vraag nr. 68 van de heer Lindemans dd. 24.02.1977
Tax year : 2005
Document date : 24/02/1977
Document language : NL
Name : 77/068
Version : 1
Question asked by : Lindemans

VRAAG 77/068

Vraag nr. 68 van de heer Lindemans dd. 24.02.1977


Bull. nr. 552, pag. 1306

Beroepskosten - Pensioenen - Beheerder

    Luidens artikel 108, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen kunnen pensioenen in principe als bedrijfslasten beschouwd worden wanneer zij "ter uitvoering van een contractuele verbintenis worden toegekend ...". In deze materie schijnen er zich nogal problemen voor te doen, speciaal wanneer pensioenen toegekend worden aan personen die voordien een mandaat van beheerder uitgeoefend hebben. Zulks komt blijkbaar omdat in de commentaar van uw bestuur geen precieze omschrijving van het begrip "contractuele verbintenis" voorkomt.

    Uit die commentaar blijkt dat als liberaliteiten moeten worden beschouwd :

  • Pensioenen "goedgunstig" verleend aan gewezen beheerders die geen enkele functie of activiteit meer uitoefenen (Com.IB 108/17);
  • Pensioenen waarvan de betaling naar goeddunken kan gestaakt worden of die alleen maar uitbetaald worden krachtens een beslissing van de algemene vergadering der aandeelhouders (Com.IB 108/18, eerste, tweede en laatste alinea's);
  • In sommige grensgevallen (Com.IB 108/18, derde en vierde alinea's).

    Kan de geachte Minister geen maatregelen nemen om het begrip "contractuele verbintenis" beter te omschrijven ?

    Zo denk ik bijvoorbeeld aan volgende gevallen :

    1. Een beheerder bereikt de leeftijd van 65 jaar. Rekening houdend met de verdiensten van deze mandataris en met het relatief geringe bedrag van het officiële pensioen wordt een contract afgesloten, getekend door beide partijen : de NV en de beheerder. Luidens dat contract keert de NV een pensioen aan de vroegere beheerder toe. Deze overeenkomst moet, mijns inziens, als een contractuele verbintenis beschouwd worden. De NV kan het contract niet herroepen want de beheerder kan het eventueel bij een rechtbank inroepen in geval van een eventueel conflict.

    2. Eén zelfde situatie kan zich voordoen bij een vervroegde pensionering (tussen 60 en 65 jaar).

    Er wordt vooropgesteld dat in beide gevallen de begunstigde zijn ontslag als beheerder geeft, generlei functies meer uitoefent en het pensioen geen verkapte bezoldiging van beheerder omvat.

    Gaarne vernam ik van de geachte Minister of de pensioenen in deze gevallen als aftrekbare bedrijfslasten beschouwd kunnen worden.

    Heeft het belang dat de gepensioneerde België verlaat en zich gaat vestigen in een land waarmee een belastingverdrag afgesloten werd en waaruit blijkt dat de belastingheffing op het pensioen aan de woonstaat wordt toegekend ?

ANTWOORD

    Opdat rust- en overlevingspensioenen aan gewezen beheerders of hun rechthebbenden op grond van artikel 108, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen als bedrijfslast zouden kunnen worden afgetrokken, is onder meer vereist dat ze worden toegekend ter uitvoering van een contractuele verbintenis, dat wil zeggen ter uitvoering van een verbintenis uit overeenkomst die werd besloten tussen, eensdeels, de vennootschap in haar functie van opdrachtgever en, anderdeels, de beheerder in zijn functie van mandataris.

    De rechtspraak sluit inderdaad uit het toepassingsgebied van voormelde wetsbepaling, de pensioenen die de aard hebben van een vrijgevigheid, zodat slechts van contractuele verbintenis in de zin van dezelfde bepaling sprake kan zijn indien de desbetreffende overeenkomst werd gesloten op een ogenblik dat de beheerder nog zijn mandaat in de schoot van de vennootschap bekleedt.

    Voor zover het in de door het geacht lid bedoelde gevallen inderdaad gaat om een pensioen en niet om een verkapte bezoldiging van een beheerder, moeten die gevallen worden geregeld met inachtneming van de hierboven uiteengezette principes. De woonplaats van de begunstigde van de uitkering is ter zake zonder belang.