Luidens art. 28 van de wet verjaren de vorderingen tot vergoeding na een periode van drie jaren _ zoals de wet zelf is deze verjaringstermijn van openbare orde. De wet voorziet niet wanneer de verjaringstermijn begint te lopen. Volgens de heersende rechtspraak en volgens de algemene rechtsbeginselen kan dit enkel het geval zijn vanaf het ogenblik dat het recht op de door de wet voorziene +vergoedingen uitdrukkelijk betwist wordt, nadat het ongeval op regelmatige wijze werd aangegeven. Er kan slechts consolidatie van de letsels zijn wanneer er geen verbetering van de letsels meer te voorzien is. Zolang er derhalve zorgen worden verstrekt, en desbetreffend geen uitdrukkelijk voorbehoud wordt gemaakt is er geen consolidatie. Er is schorsing van verjaring wanneer ingevolge een gewichtige oorzaak de uitoefening van een recht tijdelijk verbindend wordt. Er is stuiting van de verjaring wanneer het recht van de schuldeiser door de schuldenaar uitdrukkelijk wordt erken. De stuiting heft de loop van de verjaring op, zodat de termijn geheel opnieuw begint te lopen.
De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.
Al geregistreerd? Nu inloggen