Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 1 April 2004 (België). RG M2791-2896

Datum :
01-04-2004
Taal :
Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20040401-5
Rolnummer :
M2791-2896

Samenvatting :

Samenvatting 1

Beslissing :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
(...)
I. Feiten
Uit de stukken blijkt dat verzoekster op 28 oktober 1998 op de parking van een bioscoopcomplex te ...
werd aangerand. Verzoekster werd hardhandig tegen de grond gegooid, waarna ze luid begon te roepen. Hierop nam de dader de benen.
De dader werd nadien geïdentificeerd als Albert V., een serieverkrachter.
II. Vervolging
Bij vonnis d.d. ../../2001 van de bestendige Krijgsraad te Brussel werd de heer Albert V. eerste korporaal-chef beroepsvrijwilliger wegens onder meer poging tot verkrachting van verzoekster veroordeeld tot twintig jaar opsluiting. Op burgerlijk gebied werd hij veroordeeld tot betaling van de som van 52.500 frank aan verzoekster (50.000 fr. voor morele schade en 2.500 fr. voor kledijschade)
Tegen voormeld vonnis werd door de beklaagde hoger beroep ingesteld op strafgebied, doch bij arrest d.d.
../../2001 van het Militair Gerechtshof te Brussel werd het bestreden vonnis bevestigd. Blijkens een attest van de griffie bekwam dit arrest kracht van gewijsde.
III. Psycho-sociale gevolgen
De seksuele aanranding heeft op verzoekster een zeer zware indruk nagelaten. Zij kon gedurende enkele weken de lessen niet volgen, diende een paar maanden medicatie te nemen en durft sedert de feiten niet meer alleen buiten.
IV. Schadeloosstelling
Verzoekster beschikt over een verzekering rechtsbijstand (DAS), doch artikel 4.4. van de polis stipuleert uitdrukkelijk dat er geen tussenkomst in insolventie van derden is wanneer het gaat om een gewelddaad (enkel ongevallen worden gedekt).
De dader, die veroordeeld werd tot 20 jaar opsluiting, zit momenteel zijn gevangenisstraf uit en is insolvabel.
V. Begroting van de schade door de verzoekster
Verzoekster vraagt aan de Commissie om de toekenning van een hulp van Euro 1.556,84, samengesteld als volgt: Euro 1.494,84 voor de morele schade en Euro 62,00 voor de materiële kosten (kledijschade).
Ter zitting verklaarde de raadsman van verzoekster zich te gedragen naar de rechtspraak van de Commissie wat het bedrag van de toe te kennen hulp betreft.
VI. Beoordeling door de Commissie
Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn nagenoeg onbestaande.
Rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak meent de Commissie dat aan verzoekster een globale hulp kan worden toegekend zoals hierna bepaald.
VII. Begroting van de hulp door de Commissie
De hulp kan in billijkheid begroot worden op Euro 2.500.
OP DIE GRONDEN,
De Commissie,
Gelet op de artikelen 17 ,§ 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003 en 22 april 2003 en de artikelen 14 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986,
Verklaart het verzoek ontvankelijk,
Kent de verzoekster een hulp toe van Euro 2.500.
Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 1 april 2004.