Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 10 Mei 2005 (België). RG M40235/3440

(...)

I. Feiten

Uit de stukken blijkt dat verzoeker tijdens de nacht van 23 op 24 januari 1998, na het bezoek aan een dancing, te ... op weg naar huis werd achtervolgd door vier jonge Afrikaanse mannen. Ze volgden hem tot aan zijn woning, blinddoekten hem en bonden hem met handen en voeten vast op bed. Ze bedreigden hem en beroofden hem van zijn portefeuille en bankkaart, waarvan ze de geheime code eisten. Ze wachtten de dageraad af en gingen er nog met een stereo-installatie, 100 cd's, een GSM, kledij, enz. vandoor.

II. Vervolging

Bij vonnis van de Correctionele rechtbank te ... d.d. 28 juni 1999 werd de genaamde Armistice Z. (° .. oktober 1981) wegens onder meer de sub I vermelde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan de helft met uitstel gedurende een termijn van vijf jaar.

Op burgerlijk gebied werden Armistice Z. en Liliane W. (als moeder van de minderjarige Armistice burgerlijk aansprakelijk voor hem) solidair veroordeeld tot betaling aan verzoeker van de som van 163.281 frank voor de materiële schade en van 50.000 frank voor de morele schade.

Liliane W. tekende verzet aan tegen het op 28 juni 1999 te haren opzichte bij verstek uitgesproken vonnis, doch bij vonnis van voornoemde rechtbank d.d. 4 april 2000 werd het vonnis d.d. 28 juni 1999 bevestigd.

Tegen het vonnis op verzet d.d. 4 april 2000 werd vervolgens door Liliane W. hoger beroep aangetekend.

Echter, bij arrest van het Hof van Beroep te ... d.d. 29 juni 2001 werd het bestreden vonnis bevestigd.

Blijkens een attest van de griffie bekwam dit arrest kracht van gewijsde op strafgebied.

III. Psychische gevolgen

Verzoeker kampt, jaren na de feiten, nog steeds met psychische problemen.

De feiten waren zeer brutaal en levensbedreigend en veroorzaakten diepe trauma's.

Verzoeker heeft zijn leven vrij snel terug opgepakt, doch hij had blijvend last van nachtmerries en herbelevingen. Hij had ook angst om 's avonds buiten te komen.

Verzoeker probeerde de feiten zoveel mogelijk zelf te verwerken, maar zocht toch ook steun bij de psycholoog van de politie, zijn huisarts en de Dienst Slachtofferhulp.

IV. Schadeloosstelling

In een persoonlijk ondertekende verklaring d.d. 19 maart 2004 bevestigt verzoeker dat hij niet over een familiale polis en/of rechtsbijstandsverzekering beschikt.

Het vonnis d.d. 4 april 2000 en het arrest d.d. 29 juni 2001 werden betekend aan Liliane W., doch uit een schrijven van gerechtsdeurwaarder X. Cailliau d.d. 29 augustus 2002 blijkt dat zij manifest insolvabel is.

V. Begroting van de schade door de verzoeker

Verzoeker begroot de geleden schade als volgt :

- materiële schade: Euro 1.250,00

- diefstal stereo-installatie, CD's, GSM, portefeuille met

bankkaart, sleutels, kledij,

- sleepkosten wagen,

- herprogrammeren autoalarm

- bijmaken en afleveren nieuwe contactsleutels

- morele schade: Euro 2.000,00

- procedurekosten: Euro 459,26

kosten voor aanstelling deurwaarders, afschriften vonnissen

+ arrest, attest kracht van gewijsde

Totaal: Euro 3.709,56

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd. Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan. De kansen op verhaal tegenover de dader zijn onbestaande.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op "schadeloosstelling", maar wel op het eventueel bekomen van een "hulp", gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de "volledige vergoeding" van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd. Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 nageleefd te worden.

Rekening houdend met alle omstandigheden van de zaak, zoals zij blijken uit de neergelegde stukken, meent de Commissie dat aan verzoeker voor de door hem gevraagde schadeposten een hulp kan worden toegekend zoals hierna bepaald.

VII. Begroting van de hulp door de Commissie

De hulp kan in billijkheid begroot worden op Euro 3.700.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 37bis van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003 en 27 december 2004, en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986,

Verklaart het verzoek ontvankelijk;

Kent de verzoeker een hulp toe van Euro 3.700.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 10 mei 2005.

De secretaris a.i., De voorzitter,

G. VAN DEN ABBEELE C. DELESIE