Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 19 September 2011 (België). RG M91123/7013

Datum :
19-09-2011
Taal :
Nederlands
Grootte :
2 pagina's
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20110919-14
Rolnummer :
M91123/7013

Samenvatting :

De Commissie, Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent verzoekster een hulp toe van euro 1.500.

Beslissing :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

(...)

I. Feiten

Op 5 februari 2005 werd de heer Ahmed X. (° 1964), de broer van verzoekster, vermoord door de heer Mimoun Z..

Het slachtoffer werd dood aangetroffen in zijn studio te .... De studio bevond zich in een totale wanorde. Een deel van de kast lag op de grond en blokkeerde gedeeltelijk de toegang tot de studio. Er waren bloedvegen en bloedspatten in gans de studio, alsook talrijke gebroken glasfragmenten.

De aanleiding van de feiten kan niet eenvoudig worden aangeduid, meer bepaald omdat de heer Z. meermaals zijn versie hieromtrent wijzigde. Zo waren zelfs zijn verklaringen afgelegd tijdens het eerste en tweede assisenproces verschillend. Zelf stelt Z. dat seksuele spanningen aan de oorzaak van de feiten lagen. Echter, na het naast elkaar leggen van de verschillende verklaringen afgelegd door Z. zelf en het doorvoeren van een vergelijking tussen deze verklaringen met objectieve vaststellingen, blijkt dat er in huidig dossier geen sprake was van enige seksuele spanningen of verkrachting.

Er kan met zekerheid gezegd worden dat alleen het slachtoffer en de dader aanwezig waren in de studio. In de rest van het strafonderzoek kwam geen enkel element naar voor dat wijst op de aanwezigheid van enige andere persoon dan dader en slachtoffer, in tegenstelling tot wat de dader blijft beweren. De dader verbleef reeds enkele dagen in de studio van het slachtoffer.

Die dag zou Ahmed X. blijkbaar misnoegd zijn geweest over de aanwezigheid van Z., die op de zetel lag te slapen.

Om een nog steeds onbekende reden heeft Z. twee flessen Jupiler genomen, deze kapotgeslagen op de lavabo en het slachtoffer onherkenbaar verminkt. Ahmed X. vertoonde een 70-tal snij- en steekwonden in het gelaat, hals, romp en bovenste ledematen. Het slachtoffer heeft nog getracht te vluchten door het raam, maar is daar niet meer in geslaagd.

Het is duidelijk dat het slachtoffer bezweken is aan de hem toegebrachte steek- en snijwonden, waarbij hij is doodgebloed. De toegebrachte steekwonden hadden maar één doel: de dood van slachtoffer te veroorzaken.

II. Vervolging

Bij arrest van het Hof van Assisen van de provincie ... d.d. 9 januari 2008 werd de heer Mimoun Z., wegens het plegen van de sub I vermelde feiten (gekwalificeerd als doodslag), veroordeeld tot onder meer dertig jaar opsluiting.

Op burgerlijk gebied werd hij bij arrest d.d. 10 januari 2008 veroordeeld tot betaling van een morele schadevergoeding van euro 3.000 meer intresten aan verzoekster.

Beide arresten werden gewezen bij verstek lastens de heer Z., omdat hij door een procedurefout was vrijgelaten door de Raadkamer.

De heer Z. tekende verzet aan, doch enkel op strafrechtelijk gebied. Op verzet werd hij opnieuw veroordeeld (arrest d.d. 16 januari 2009), maar dit arrest werd gecasseerd waarna de zaak werd verwezen naar het Hof van Assisen van de provincie ....

Bij arrest van laatstgenoemd Hof d.d. 10 december 2009 werd de heer Z. opnieuw veroordeeld tot dertig jaar opsluiting.

III. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

De raadsman van de heer Z. deelt in zijn schrijven d.d. 14 mei 2009 mee dat zijn cliënt onvermogend is.

Verzoekster beschikt niet over enige verzekering die de geleden schade dekt.

IV. Begroting van de gevraagde hulp

Verzoekster vraagt om de toekenning van een financiële hulp van euro 3.000, overeenstemmend met de morele schadevergoeding die haar werd toegekend bij arrest van het Assisenhof d.d. 10 januari 2008.

V. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

Aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden werd voldaan.

De wetgeving betreffende de hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden verleent aan de slachtoffers geen subjectief recht op ‘schadeloosstelling', maar wel op het eventueel bekomen van een ‘hulp', gesteund op het principe van de collectieve solidariteit. Uit de aard zelf van de hulp volgt dat de ‘volledige vergoeding' van het door de slachtoffers geleden nadeel niet wordt gewaarborgd.

Bij het beoordelen van een hulp dienen de voorschriften van de artikelen 31, 31bis, 32, 33 en 33bis van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen nageleefd te worden.

Rekening houdend met:

- de omstandigheden waarin de feiten plaatsvonden;

- het feit dat in het sub II vermeld arrest van het Assisenhof d.d. 10 januari 2008 geen melding wordt gemaakt van een bijzondere genegenheidsband tussen verzoekster en haar overleden broer;

- de gebruikelijke tarieven inzake morele schade, door de Commissie gehanteerd in analoge dossiers,

meent de Commissie aan verzoekster een hulp te kunnen toekennen van euro 1.500.

In deze context wenst de Commissie nog te benadrukken dat, naar haar oordeel, moreel leed, zoals pijn of smart, niet louter door een geldelijke tegemoetkoming kan gelenigd worden. Hooguit is de financiële hulp een erkenning van dit leed, een vorm van troost, een middel om het leed draaglijker te maken. Bijgevolg kan het toegekende bedrag slechts een abstracte begroting zijn.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De Commissie,

Gelet op de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken, de artikelen 31 tot 40quater van de wet van 1 augustus 1985, zoals gewijzigd door de wetten van 26 maart 2003, 22 april 2003, 27 december 2004, 13 januari 2006, 27 december 2006 en 30 december 2009, en de artikelen 28 tot 34 van het K.B. van 18 december 1986,

Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent verzoekster een hulp toe van euro 1.500.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 19 september 2011.

De secretaris, De voorzitter,

G. VAN DEN ABBEELE D. DESMET