Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 22 April 2013 (België). RG M11-5-0307/8075
- Sectie :
- Rechtspraak
- Bron :
- Justel N-20130422-9
- Rolnummer :
- M11-5-0307/8075
Samenvatting :
Samenvatting 1
Beslissing :
(...)
I. Feiten
Timmy X. (° 31 januari 1989), de geestelijk mindervalide zoon van verzoekster, was op 2 april 2007 omstreeks 17 uur aan het wandelen in het centrum van ... toen hij achtervolgd werd door drie jongeren. Hij hoorde hen tegen elkaar zeggen dat ze hem eens goed gingen aframmelen, waarop hij sneller begon te stappen. Uiteindelijk kreeg Timmy een vuistslag in het aangezicht, met een dubbele kaakbeenbreuk tot gevolg.
II. Vervolging
Bij vonnis van de Jeugdrechtbank te ... d.d. 13 maart 2008 kreeg de minderjarige Kevin Z. een berisping n.a.v. de sub I vermelde feiten (gekwalificeerd als "met voorbedachten rade, opzettelijk verwondingen of slagen te hebben toegebracht aan X. Timmy, een persoon die uit hoofde van zijn lichaams- of geestestoestand niet bij machte is om in zijn onderhoud te voorzien, de slagen of verwondingen hebbende hetzij een ongeneeslijk lijkende ziekte, hetzij een blijvende ongeschiktheid tot het verrichten van persoonlijke arbeid, hetzij het volledig verlies van het gebruik van een orgaan, hetzij een zware verminking ten gevolge gehad.").
Voorts werd hij samen met zijn burgerlijk aansprakelijke ouders (Jan Z. en Regina W.) solidair veroordeeld tot betaling van een provisionele morele schadevergoeding van euro 1 aan verzoekster.
Tegen alle beschikkingen van dit vonnis werd hoger beroep ingesteld door de heer Jan Z., maar bij arrest van het Hof van Beroep te ... d.d. 9 oktober 2008 werd het bestreden vonnis bevestigd.
In de zaak ter afhandeling van de burgerlijke belangen werd aan verzoekster in eigen naam een morele schadevergoeding toegekend van euro 250 meer intresten (vonnis Jeugdrechtbank te ... d.d. 21 december 2010).
Daarnaast werd aan de huwgemeenschap Emmy Y. - Sven V. een bedrag toegekend van euro 3.088,87 meer intresten.
III. Gevolgen van de feiten
A. Voor verzoekster
Verzoekster was arbeidsongeschikt van 3 april 2007 tot en met 31 mei 2007.
B. Voor Timmy X.
Hiervoor wordt verwezen naar punt III van de beslissing inzake het dossier M11-5-0309 (hulpverzoek van mevrouw Emmy Y. q.q. Timmy X.).
IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling
Luidens een op 11 maart 2011 door de raadsman van verzoekster opgestelde afrekening werden er tussen 11 maart 2009 en 8 februari 2011 afbetalingen verricht voor een totaal bedrag van euro 200.
Het gezin van verzoekster beschikt over een familiale polis met rechtsbijstand, maar in de brief van Argenta d.d. 4 maart 2011 wordt meegedeeld dat er "vanuit Rechtsbijstand Familiale geen dekking is voorzien bij insolventie van de aansprakelijke tegenpartij".
V. Begroting van de gevraagde hulp
Luidens het geactualiseerd verzoekschrift d.d. 1 juni 2011 vraagt verzoekster om de toekenning van een financiële hulp van euro 4.354,09:
1) schade in eigen naam: euro 100,52
- morele schade cf. vonnis d.d. 21.12.10: euro 250,00
- intresten: euro 50,52
min betalingen: - euro 200,00
2) schade huwgemeenschap: euro 3.737,92
- hoofdsom cf. vonnis d.d. 21.10.10: euro 3.088,87
- materiële schade: euro 375,00
- administratiekosten: euro 125,00
- verplaatsingskosten: euro 250,00
- medische kosten Timmy: euro 2.294,69
- opleg ziekenhuiskosten: euro 2.041,07
- opleg medicatie: euro 160,04
- huur bed Thuiszorg: euro 93,58
- inkomstenverlies verzoekster: euro 419,18
euro 1.150,72, verminderd met het gewaarborgd
week- en maandloon ( euro 377,62) en met de
mutualiteitsuitkeringen ( euro 353,92)
- intresten: euro 649,05
3) procedurekosten: euro 515,65
- kopie vonnis: euro 2,75
- kopie arrest: euro 19,95
- expertise Dr. Van Noten: euro 342,95
- RPV 1ste aanleg: euro 75,00
- RPV hoger beroep: euro 75,00
Volledigheidshalve verklaart verzoekster zich te gedragen naar de wijsheid van de Commissie met betrekking tot het gevraagde hulpbedrag.
VI. Beoordeling door de Commissie
Verzoekster vraagt om de toekenning van een hulp in haar hoedanigheid van ouder van Timmy X..
Luidens artikel 31, 3°, van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen kan de Commissie een financiële hulp toekennen aan "ouders van een slachtoffer dat minderjarig is op het ogenblik van een opzettelijke gewelddaad en dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 31,1°, of personen die op dat ogenblik voorzagen in het onderhoud van de minderjarige."
Naar het oordeel van de Commissie dient onder ‘minderjarig' te worden verstaan: ‘de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt'.
In de voorliggende zaak was Timmy X. op het ogenblik van de feiten 18 jaar en twee maanden oud, en bijgevolg niet meer minderjarig.
In die omstandigheden is niet voldaan aan de in artikel 31, 3°, van de wet bepaalde voorwaarde en ziet de Commissie zich genoodzaakt om het hulpverzoek onontvankelijk te verklaren.
De Commissie wenst hierbij evenwel duidelijk te stellen dat deze afwijzing louter op juridisch-technische gronden berust en geenszins een miskenning inhoudt van het leed dat aan verzoekster ongetwijfeld werd toegebracht ingevolge de op haar zoon gepleegde gewelddaad.
*
* *
OP DIE GRONDEN,
De Commissie,
Gelet op:
- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;
- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;
- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006.
Verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 22 april 2013.
De secretaris, De voorzitter,
G. VAN DEN ABBEELE L. VULSTEKE