Commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders: Beslissing van 24 November 2015 (België). RG M15-0596-1

(...)

I. Feiten

De verzoeker was na het werk op cafébezoek. Toen hij naar een frietkot ging om iets te gaan eten, werd hij op straat aangevallen:

"De man die op straat gegooid werd, kwam onmiddellijk naar mij toe ondanks dat ik op dat moment niets met hem te maken had. De man stelde zich en hij kwam naar mij toe. Ik gaf hem een duw om hem weg te krijgen van mij. De man nam van op zijn rug, zijn achterzak iets in zijn hand en hij viel mij aan." (P.V. dd. 6 december 2014).

"en raakte hiermee mijn linkeroog en rug en schouder. Hevig bloedend riep ik om hulp. Ik stelde vast dat mijn linkerlid en oogbol enkel nog vast was aan mijn neus. Ik liep op mijn rug ook 2 verwondingen op. Op de linker onderkant van mijn rug heb ik een kleine wonde en op mijn linkerschouder. Ik werd met de ambulance naar het ziekenhuis gevoerd. Ik werd na de feiten geopereerd aan mijn linkeroog en kreeg 17 hechtingen aan mijn oog. Ik ben door de feiten blind geworden op mijn linkeroog. Mijn verwondingen aan schouder en rug werden gehecht. Sinds de feiten ben ik arbeidsongeschikt. Ik was arbeider en plaatste ramen". (verzoekschrift)

II. Vervolging

De verzoeker legde onmiddellijk klacht neer en legde later (3 februari 2015) een verklaring af tot het verkrijgen van het statuut van benadeeld persoon.

Op 7 augustus 2015 meldde de Procureur-generaal bij het Hof van beroep te ... dat er een gerechtelijk onderzoek liep namens een zekere Z..

Inmiddels werd de zaak behandeld voor de correctionele rechtbank te Brugge en bij vonnis van 29 september 2015 werd betrokkene Z. Mustapha wegens poging doodslag op Petruta T., Johan S. en verzoeker veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar.

Betrokkene werd tevens veroordeeld om aan verzoeker een provisionele som van euro 7.500 te betalen en er werd een geneesheer-deskundige aangesteld.

Z. Mustapha heeft inmiddels op 13 en op 14 oktober 2015 hoger beroep ingesteld tegen

het voormeld vonnis; het hoger beroep zal behandeld worden door het Hof van beroep te ... doch op heden is nog geen zittingsdatum gekend.

III. Gevolgen van de feiten

Dr. Bart L. (AZ Sint-... - Dienst oogziekten) verklaarde op 8 december 2014:

Problematiek:

Spoedverwijzing - telefonisch bericht 23h - corneosclerale laceratie en ooglidlaceratie ;

05-12-2014:

aankomst spoed zowat 0h30 - uitgebreide wonde ooglid en laceratie thv oog doorschemerend, oog deels gecollabeerd.

Nuchter?, alcohol intoxicatie '15 pintjes gedronken'; geen systemische medicatie; kan niet precies vertellen, wat er gebeurd is,

Ingreep uitgevoerd op het linker oog

- Indicatie:

1/ corneosclerale laceratie

2/ ooglidaceratie/desinsertie, doorlopend huidwonde temporaal zowat 2a3 cm van laterale canthus

...

BESLUIT: slechte prognose, interne destructuratie en functioneel verloren oog, behoud oog op termijn verder nog onder voorbehoud ; op termijn wellicht ook exploratieve reconstructie ooglidfunctie te verwachten, cf ptose.

Ok ontslag, nog 5 dagen verder peraal augmentin.

Dr. R. V., adviserend geneesheer, verklaarde in het kader van de ondersteuning van personen met een arbeidshandicap door VDAB/GTB: "posttraumatisch verlies linkeroog, ptose links, gestoord dieptezicht tgv afunctioneel linkeroog".

De verzoeker werd arbeidsongeschikt verklaard vanaf 5 december 2014.

IV. Mogelijkheden tot schadeloosstelling

Verzoeker verklaart op geen enkele verzekeringstussenkomst te kunnen beroep doen.

V. Begroting van de gevraagde hulp

Verzoeker vraagt om de toekenning van een onbepaalde noodhulp. Hij verklaart tevens een totaal van 679,02 euro (update na reactie 29/10/2015 op het verslag) aan kosten te hebben:

Ziekenvervoer 320,26 euro

Factuur ‘ongeval openbare plaats' 61,46 euro

Medische kosten AZ Sint-Jan (opleg) 142,89 euro

Medische kosten AZ Sint-Jan (opleg) 23,38 euro

Medische kosten AZ Sint-Jan (opleg) 4,50 euro

Factuur AZ Damiaan (opleg) 54,98 euro

Medische kosten AZ Sint-Jan (opleg) 39,27 euro

Apotheekkosten 32,28 euro

VI. Beoordeling door de Commissie

Het verzoekschrift aan de Commissie is regelmatig naar de vorm en het werd tijdig neergelegd.

De voorwaarden tot toekenning van een noodhulp worden opgesomd in artikel 36 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen:

"Onverminderd de toepassing van de artikelen 31 tot 33, § 1, kan de commissie een noodhulp toekennen wanneer elke vertraging bij de toekenning van de hulp de verzoeker een ernstig nadeel kan berokkenen, gelet op zijn financiële situatie.

De noodhulp wordt per schadegeval en per verzoeker toegekend voor schade boven 500 euro en is beperkt tot een bedrag van 15 000 euro.

De noodhulp kan aangevraagd worden zodra de ontploffing of de reddingsdaad zich hebben voorgedaan en, voor de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, vanaf de burgerlijke partijstelling of de indiening van een klacht.

Wanneer het gaat om de kosten bedoeld in artikel 32, § 1, 2°, is de dringendheid altijd verondersteld. Artikel 33, § 1, is niet van toepassing wanneer de commissie zich uitspreekt over het verzoek tot tenlasteneming van deze kosten. Het reële bedrag van de kosten wordt door de commissie in aanmerking genomen, zonder toepassing van de beperking die bepaald wordt in het tweede lid."

Verzoeker heeft klacht neergelegd. De gerechtelijke procedure is nog niet afgehandeld. Hij voldoet dus aan de ontvankelijkheidsvoorwaarde zoals gestipuleerd in de derde alinea van het geciteerd wetsartikel.

Luidens de eerste alinea van het hierboven geciteerd artikel 36 kan de Commissie aan het slachtoffer een noodhulp toekennen indien het in financiële moeilijkheden verkeert. Een uitzondering op deze voorwaarde wordt gemaakt voor de medische kosten en de ziekenhuiskosten, met inbegrip van de prothesekosten (zie het laatste lid van artikel 36: "de kosten bedoeld in artikel 32, § 1, 2°"): voor deze kosten wordt de dringendheid verondersteld.

Verzoeker legt diverse medische en farmaceutische uitgavenstaten voor waaruit een totale kost van euro 679,02 blijkt.

Uit de aard en de ernst van de door verzoeker opgelopen schade, zoals beschreven in de geneeskundige attesten, mag verwacht worden dat verzoeker ook in de toekomst nog medicatie en medische opvolging zal behoeven waarop geanticipeerd kan worden.

In die omstandigheden meent de Commissie dat hem een noodhulpbedrag van euro 850 kan worden toegekend worden.

Overeenkomstig artikel 30, § 3, tweede lid, van de wet houdt de voorzitter van de kamer als enig lid zitting inzake verzoeken om noodhulp.

*

* *

OP DIE GRONDEN,

De voorzitter,

Gelet op:

- de artikelen 17 § 1, 39 tot 42 van de gecoördineerde wetten van 18 juli 1966 tot regeling van het taalgebruik in bestuurszaken;

- de artikelen 28 tot 41 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij wet van 30 december 2009;

- het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 7 december 2006,

Verklaart het verzoek ontvankelijk en kent verzoeker een noodhulp toe van euro 850.

Aldus uitgesproken te Brussel, in openbare zitting en in de Nederlandse taal op 24 november 2015.

De plv. secretaris, De voorzitter,

B. VAN BEURDEN C. DELESIE