Door invoering van de onverenigbaarheid van het beroep van architect met dat van aannemer van openbare of private werken heeft de wetgever, in het belang zowel van het beroep van architect als van de opdrachtgevers, de conceptie van en het toezicht op de werken enerzijds en de uitvoering ervan anderzijds van elkaar willen scheiden.(1) (Art. 6 wet van 20 februari 1939.)
Arrest :
De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.