Nous sommes très heureux de voir que vous aimez notre plateforme ! En même temps, vous avez atteint la limite d'utilisation... Inscrivez-vous maintenant pour continuer.

Hof van Cassatie: Arrest van 12 Mei 1997 (België). RG S960191N

Datum :
12-05-1997
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
3 pagina's
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-19970512-5
Rolnummer :
S960191N

Samenvatting :

De miskenning van de bepalingen van art. 43, 1° en 3° GerW., krachtens welke het exploot van betekening op straffe van nietigheid moet vermelden, de plaats van de betekening en de naam, de voornaam en de woonplaats van de geadresseerde, valt niet onder de toepassing van art. 862, alinéa 1, 9°, GerW., luidens welke de regel van art. 861 GerW. niet geldt voor een verzuim of een onregelmatigheid betreffende de vermelding dat de exploten en akten van tenuitvoerlegging betekend zijn aan de persoon of op de plaats die de wet bepaalt.

Arrest :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.
HET HOF,
Gelet op het bestreden arrest, op 9 juni 1995 door het Arbeidshof te Antwerpen, afdeling Hasselt, gewezen;
Over het eerste middel, gesteld als volgt : schending van de artikelen 32, 34, 35, 38, alinéa 1 (zoals gewijzigd door de wet van 24 mei 1985), 43, 1° en 3°, 702, 2°, 860, 861, alinéa 19 (zoals van kracht voor de wijziging door de wet van 3 augustus 1992), 862, alinéa 2 van het Gerechtelijk Wetboek,
doordat, het bestreden arrest het hoger beroep ontvankelijk, doch ongegrond verklaarde, dienvolgens, onder bevestiging van het vonnis van de Arbeidsrechtbank te Tongeren van 8 juni 1994, oordeelde dat er geen grond bestond tot nietigverklaring van de inleidende dagvaarding, op grond van volgende overwegingen : "(Eiseres) toont aan dat de vroegere vennootschap, de PVBA Aegten, met zetel te Meeuwen-Gruitrode, Peerderbaan, 37, omgevormd werd bij akte van notaris Fagard te Genk op 28 september 1990 in NV Aegten, met maatschappelijke zetel te Meeuwen-Gruitrode, Peerderbaan nr. 59. Deze omzetting werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 oktober 1990. Hierdoor is blijkbaar te verklaren dat de dagvaarding niet kon worden in ontvangst genomen door een aangestelde en alleszins is het zo dat deze niet aan de maatschappelijke zetel werd betekend. Niettemin kan worden aanvaard dat, vermits de eerste bestuurder - Aegten Johannes, molenaar, echtgenoot van Smeets Marie, woonachtig is op het adres van de maatschappelijke zetel, dit adres slechts enkele huisnummers verwijderd is van de maatschappelijke zetel van de vroegere vennootschap, dat het exploot (eiseres) heeft bereikt door de geëigende kanalen van goed nabuurschap of zelfs familiebanden. Er werd trouwens gedagvaard op 17 januari 1991 voor de inleidende zitting van 19 februari 1991 en reeds op 29 januari 1991 gebeurde de verklaring van verschijning bij brief van de toenmalige raadsman Mr. T. Ruttens. Van belangenschade, in de zin van de onmogelijkheid om tijdig verweer te vormen kan derhalve geen sprake zijn. Andere belangenschade is er ook niet. (Eiseres) zelf heeft toepassing gemaakt van artikel 165 van de vennootschapswet. Artikel 7 van de omzettingsakte bepaalt immers : De vergadering beslist éénparig de personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid 'Aegten PVBA' om te zetten in een naamloze vennootschap, bij toepassing van artikel 165 en volgende van de gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, zodat deze omzetting geen verandering brengt in de rechtspersoonlijkheid van de vennootschap, die onder de nieuwe vorm blijft bestaan. De activiteiten en het maatschappelijk doel blijven ongewijzigd. De activa en passiva, de afschrijvingen, de waardeverminderingen en de waardevermeerderingen blijven dezelfde en de naamloze vennootschap zal de boeken en de comptabiliteit, die door de personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid worden gehouden voortzetten. De vennootschap behoudt de nummers waaronder de personenvennootschap met beperkte aansprakelijkheid is ingeschreven in het handelsregister te Tongeren onder nummer 45.065. De omzetting geschiedt op basis van het actief en passief van de vennootschap, weergegeven in het verslag van de zaakvoerder en in het bovenvermelde verslag van de Heer Caerlens Willy, bedrijfsrevisor te Genk, Wiekstraat, 187, afgesloten op 10 september 1990. Alle verrichtingen die sedert die datum werden gedaan door de PVBA, worden geacht verricht te zijn door de NV, inzonderheid wat betreft het opmaken van de maatschappelijke bescheiden.
Verder kan, samen met de eerste rechter, worden vastgesteld dat (eiseres) ook nog na publicatie in het Staatsblad, de vroegere benaming van de PVBA Aegten bleef gebruiken, bv. in de overeenkomst dd. 20 november 1990 met werknemer Reynders. Ook gebeurde de verklaring van verschijning namens de PVBA Aegten en werden er op 5 augustus 1991 besluiten neergelegd namens die PVBA De huidige (eiseres) is trouwens ook niet vrijwillig verschenen in de procedure eerste aanleg, doch heeft het geding gewoon verder gezet onder haar nieuwe benaming. Vermits (eiseres) alleszins tijdig kennis kreeg van het exploot van rechtsingang, tijdig verweer kon vormen - hetgeen zij pas deed nadat opzichtens haar de toepassing van artikel 751 van het Gerechtelijk Wetboek werd gevorderd tegen de zitting van 17 september 1991 -, de inhoud van de dagvaarding met het aangehecht rekeninguittreksel haar duidelijk heeft gemaakt van welke schuld betaling wordt gevorderd, deze schuld betrekking heeft op de vroegere vennootschap en (eiseres) voor deze schulden was gehouden en zich ook als debiteur diende te gedragen (zie trouwens artikel 7 van de omzettingsakte), kan zij geen enkele belangenschade aantonen. De enkele onmogelijkheid welke er derhalve slechts in bestaat dat de dagvaarding werd betekend aan de vroegere vennootschap op het adres van de vroegere maatschappelijke zetel, brengt de nietigheid van de dagvaarding derhalve niet mee (Cass. 15 september 1977, Arr. Cass. 1978, 62 e.v.; Cass. 29 september 1989, Arr. Cass, 1989-90, 139; Cour Trav. Liège, 2 mei 1994, JTT. 1994, 333-335),
terwijl, luidens artikel 32 van het Gerechtelijk Wetboek onder betekening verstaan moet worden de afgifte van een afschrift van de akte; overeenkomstig artikel 34 van het Gerechtelijk Wetboek de betekening aan een rechtspersoon geacht wordt aan de persoon gedaan te zijn wanneer het afschrift van de akte ter hand gesteld is aan het orgaan dat of de aangestelde die krachtens de wet, de statuten of een regelmatige opdracht bevoegd is om de rechtspersoon, zelfs samen met anderen, in rechte te vertegenwoordigen; overeenkomstig artikel 35 van het Gerechtelijk Wetboek de betekening die niet aan de persoon kan worden gedaan, aan de maatschappelijke of administratieve zetel van de rechtspersoon dient te geschieden; de vermeldingen van het exploot blijk moeten geven van het feit dat de gerechtsdeurwaarder het exploot heeft betekend "aan de persoon of op de plaats die de wet bepaalt" : krachtens artikel 862, alinéa 1, 9° van het Gerechtelijk Wetboek een verzuim of een onregelmatigheid betreffende deze vermeldingen immers de nietigheid van het exploot met zich brengt; luidens voormelde wettelijke bepaling de regel van art. 861 van het Gerechtelijk Wetboek in deze niet geldt zodat de rechter niet moet nagaan of de belangen van een partij werden geschonden door het verzuim dat of de onregelmatigheid die wordt ingeroepen; de nietigheidssanctie desnoods ambtshalve door de rechter uitgesproken moet worden (art. 862, alinéa 2); dat het exploot werd betekend "op de plaats die de wet bepaalt" doorgaans zal blijken uit de vermelding van "de plaats van betekening", welke vermelding op straffe van nietigheid is voorgeschreven door art. 43, 1° GerW., en de vermelding van de identiteit van de bestemmeling van het exploot, eveneens op straffe van nietigheid voorgeschreven door art. 43,3° GerW. en art. 702,2° GerW. dat specifiek betrekking heeft op het exploot van dagvaarding;
en terwijl, in het exploot van betekening van de "aanmaning-dagvaarding",
dat op 17 januari 1991 door de gerechtsdeurwaarder werd opgesteld, vermeld wordt dat aanmaning gegeven werd aan de "PVBA AEGTEN, met zetel te Meeuwen-Gruitrode, Peerderbaan 37", met daarna de woorden "alwaar zijnde en er sprekende tot"; gevolgd door een met de hand geschreven vermelding : "Zie 3° blad"; op het derde blad van het exploot in fine vermeld wordt : "Verzending : Er niemand aantreffende, aan wie ik conform art. 33-35 GerW. het afschrift ter hand kon stellen heb ik dit om 16 u 10 achtergelaten conform art. 38 GerW. onder een gesloten omslag met vermelding van de gegevens van art. 44 1ste lid Ger. W. Verzending goedgekeurd, de gerechtsdeurwaarder,"; uit deze vermeldingen van het exploot van dagvaarding blijkt dat de gerechtsdeurwaarder conform artikel 38 alinéa 1 van het Gerechtelijk Wetboek op het adres Peerderbaan 37, te Meeuwen-Gruitrode, onder gesloten omslag een afschrift van het exploot heeft achtergelaten; het bestreden arrest vaststelt "dat de vroegere vennootschap, de PVBA Aegten, met zetel te Meeuwen-Gruitrode, Peerderbaan, 37, omgevormd werd bij akte van notaris Fagard te Genk op 28 september 1990 in de NV Aegten, met maatschappelijke zetel te Meeuwen-Gruitrode, Peerderbaan nr. 59" en "deze omzetting gepubliceerd (werd) in het Belgisch Staatsblad van 25 oktober 1990" (zie arrest p.4); het exploot van dagvaarding bijgevolg betekend werd op de vroegere maatschappelijke zetel, van de rechtsvoorganger van eiseres; in het exploot van dagvaarding bijgevolg geen melding gemaakt wordt van het feit dat het exploot betekend werd "op de plaats die de wet bepaalt", zijnde de maatschappelijke of de administratieve zetel van eiseres; nu uitsluitend de vroegere maatschappelijke zetel vermeld wordt, het exploot van dagvaarding geen melding maakt van de "plaats die de wet bepaalt", minstens de vermeldingen van het exploot van dagvaarding die betrekking hebben op "de plaats die de wet bepaalt" onjuist en onregelmatig zijn; het bestreden arrest derhalve ten onrechte heeft aangenomen dat er geen grond voorhanden was tot nietigverklaring van de inleidende dagvaarding;
zodat, het bestreden arrest, door, onder bevestiging van het vonnis van de Arbeidsrechtbank te Tongeren van 8 juni 1994, de oorspronkelijke vordering ontvankelijk te verklaren, niet wettelijk gerechtvaardigd is (schending van de artikelen 32, 34, 35, 38,alinéa 1, 43, 1 en 3, 860, 861, 862, alinéa 1, 9 en 862, alinéa 2 van het Gerechtelijk Wetboek) :
Overwegende dat, krachtens artikel 862, alinéa 1, 9°, van het Gerechtelijk Wetboek, in de lezing vóór de wijziging bij wet van 3 augustus 1992, de regel van artikel 861 niet geldt voor een verzuim of een onregelmatigheid betreffende de vermelding dat de exploten en akten van tenuitvoerlegging betekend zijn aan de persoon of op de plaats die de wet bepaalt;
Dat die bepaling geen betrekking heeft op de onregelmatigheid die hierin bestaat dat op een onjuist adres is betekend of dat de bestemmeling onjuist is vermeld;
Overwegende dat, krachtens artikel 43, aanhef en sub 1° en 3°, van het Gerechtelijk Wetboek, het exploot van betekening op straffe van nietigheid moet vermelden de plaats van de betekening en de naam, de voornaam, de woonplaats van de persoon voor wie het exploot bestemd is;
Dat die bepaling als dusdanig niet valt onder het bereik van het genoemde artikel 862, alinéa 1, 9°;
Overwegende dat het arrest vaststelt dat de dagvaarding werd betekend op een onjuist adres en dat de PVBA Aegten in werkelijkheid een naamloze vennootschap was geworden;
dat het arrest evenwel oordeelt dat er te dezen geen sprake van belangenschade is en dat de dagvaarding derhalve niet nietig is;
Dat het arrest aldus de in het middel aangewezen wettelijke bepalingen niet schendt;
Dat het middel niet kan worden aangenomen;
OM DIE REDENEN,
Verwerpt de voorziening;
Veroordeelt eiseres in de kosten.