Hof van Cassatie: Arrest van 13 Februari 2004 (België). RG C020616F
- Sectie :
- Rechtspraak
- Bron :
- Justel N-20040213-9
- Rolnummer :
- C020616F
Samenvatting :
De "mortaliteits- en kapitalisatietabellen" van Levie, net als die van andere auteurs, zijn geen wettelijke en openbare documenten waarop het Hof vermag acht te slaan (1). (1) Zie Cass., 20 feb. 2002, AR P.01.1045.F, nr 122.
Arrest :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Nr. C.02.0616.F.-
1. AGF BELGIUM INSURANCE, naamloze vennootschap,
2. C. A.,
Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie,
tegen
1. FORTIS AG, naamloze vennootschap,
Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie,
2. S. S.,
3. W. F.,
Mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie.
I. Bestreden beslissing
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest, op 24 juni 2002 gewezen door het Hof van Beroep te Luik.
II. Rechtspleging voor het Hof
Raadsheer Albert Fettweis heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Thierry Werquin heeft geconcludeerd.
III. Middelen
IV. Beslissing van het Hof
2. Tweede middel
2.1. Eerste twee onderdelen
Over de derde grond van niet-ontvankelijkheid die door de tweede en derde verweerders wordt aangevoerd : de onderdelen vermengen feiten en recht :
Overwegende dat de "mortaliteits- en kapitalisatietabellen" van L., net als die van overige auteurs, geen wettelijke en openbare documenten zijn waarop het Hof vermag acht te slaan ;
Overwegende dat noch uit het bestreden arrest, noch uit de overige stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat het hof van beroep, zoals de onderdelen aanvoeren, toepassing heeft gemaakt van twee in "vaststaande annuïteitstabellen" vastgestelde coëfficiënten ;
Dat die onderdelen het Hof zouden verplichten tot een onderzoek van feiten waarvoor het Hof niet bevoegd is ;
Dat de grond van niet-ontvankelijkheid moet worden aangenomen ;
OM DIE REDENEN
HET HOF,
Verwerpt het cassatieberoep ;
Veroordeelt de eisers in de kosten.
Aldus geoordeeld door het Hof van Cassatie, eerste kamer, te Brussel, door afdelingsvoorzitter Claude Parmentier, de raadsheren Christian Storck, Didier Batselé, Albert Fettweis en Sylviane Velu, en in openbare terechtzitting van dertien februari tweeduizend en vier uitgesproken door afdelingsvoorzitter Claude Parmentier, in aanwezigheid van advocaat-generaal Thierry Werquin, met bijstand van griffier Marie-Jeanne Massart.
Vertaling opgemaakt onder toezicht van raadsheer Albert Fettweis en overgeschreven met assistentie van griffier Philippe Van Geem.
De griffier, De raadsheer,
1. AGF BELGIUM INSURANCE, naamloze vennootschap,
2. C. A.,
Mr. John Kirkpatrick, advocaat bij het Hof van Cassatie,
tegen
1. FORTIS AG, naamloze vennootschap,
Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie,
2. S. S.,
3. W. F.,
Mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie.
I. Bestreden beslissing
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest, op 24 juni 2002 gewezen door het Hof van Beroep te Luik.
II. Rechtspleging voor het Hof
Raadsheer Albert Fettweis heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Thierry Werquin heeft geconcludeerd.
III. Middelen
IV. Beslissing van het Hof
2. Tweede middel
2.1. Eerste twee onderdelen
Over de derde grond van niet-ontvankelijkheid die door de tweede en derde verweerders wordt aangevoerd : de onderdelen vermengen feiten en recht :
Overwegende dat de "mortaliteits- en kapitalisatietabellen" van L., net als die van overige auteurs, geen wettelijke en openbare documenten zijn waarop het Hof vermag acht te slaan ;
Overwegende dat noch uit het bestreden arrest, noch uit de overige stukken waarop het Hof vermag acht te slaan, blijkt dat het hof van beroep, zoals de onderdelen aanvoeren, toepassing heeft gemaakt van twee in "vaststaande annuïteitstabellen" vastgestelde coëfficiënten ;
Dat die onderdelen het Hof zouden verplichten tot een onderzoek van feiten waarvoor het Hof niet bevoegd is ;
Dat de grond van niet-ontvankelijkheid moet worden aangenomen ;
OM DIE REDENEN
HET HOF,
Verwerpt het cassatieberoep ;
Veroordeelt de eisers in de kosten.
Aldus geoordeeld door het Hof van Cassatie, eerste kamer, te Brussel, door afdelingsvoorzitter Claude Parmentier, de raadsheren Christian Storck, Didier Batselé, Albert Fettweis en Sylviane Velu, en in openbare terechtzitting van dertien februari tweeduizend en vier uitgesproken door afdelingsvoorzitter Claude Parmentier, in aanwezigheid van advocaat-generaal Thierry Werquin, met bijstand van griffier Marie-Jeanne Massart.
Vertaling opgemaakt onder toezicht van raadsheer Albert Fettweis en overgeschreven met assistentie van griffier Philippe Van Geem.
De griffier, De raadsheer,