Het bij art. 64 Wet Ruimtelijke Ordening en Stedebouw omschreven misdrijf ter zake van inbreuk op de bepalingen van titel II van die wet door het in stand houden van wederrechtelijk uitgevoerde werken vereist niet dat de instandhouder van de werken ook de uitvoerder ervan is; het misdrijf van die instandhouding wordt opgeleverd door het schuldig verzuim aan het bestaan van de wederrechtelijk uitgevoerde werken een einde te maken.
De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.
Al geregistreerd? Nu inloggen