Hof van Cassatie: Arrest van 15 Maart 2018 (België). RG F.16.0141.N

Datum :
15-03-2018
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
2 pagina's
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20180315-6
Rolnummer :
F.16.0141.N

Samenvatting :

Samenvatting 1

Arrest :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Nr. F.16.0141.N

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, in de per-soon van de vice-minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Begroting, Financiën en Energie, met kabinet te 1000 Brussel, Kreupelenstraat 2,

eiser,

vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cas-satie, met kantoor te 9051 Gent, Drie Koningenstraat 9, waar de eiser woonplaats kiest,

tegen

HET PORTAAL vzw, met zetel te 8800 Roeselare, De Munt 8,

verweerster,

vertegenwoordigd door mr. Beatrix Vanlerberghe, advocaat bij het Hof van Cas-satie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei 187/302, waar de verweerster woonplaats kiest.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Gent van 15 september 2015.

Advocaat-generaal met opdracht Johan Van der Fraenen heeft op 9 november 2017 een schriftelijke conclusie neergelegd.

Raadsheer Koenraad Moens heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal met opdracht Johan Van der Fraenen heeft geconcludeerd.

II. CASSATIEMIDDEL

De eiser voert in zijn verzoekschrift dat aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

III. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Eerste onderdeel

1. Krachtens artikel 191 Gemeentedecreet kunnen de gemeente en de autono-me gemeentebedrijven, op voorwaarde van bijzondere en omstandige motivering, zakelijke rechten vestigen op openbare domeingoederen voor zover die rechten niet kennelijk onverenigbaar zijn met de bestemming van die goederen.

Krachtens artikel 245, § 1, eerste en tweede lid, Gemeentedecreet is de gemeente gemachtigd om onder voorwaarden bepaald in Afdeling III, een vennootschap in de zin van het wetboek van vennootschappen, of een vereniging of stichting in de zin van de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoog-merk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, op te richten en te belasten met het verwezenlijken van welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang. Vanuit hun taakstelling inzake beleidsuitvoering kunnen de gemeentelijk extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechte-lijke vorm ook betrokken worden bij de beleidsvoorbereiding. De oprichting gebeurt in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel, de regelgeving inzake mededinging en staatssteun.

Krachtens artikel 245, § 2, Gemeentedecreet beslist de gemeenteraad over de op-richting of deelname, bedoeld in § 1, op grond van een door het college van bur-gemeester en schepenen opgemaakt verslag. In dat verslag worden de voor- en de nadelen van de externe verzelfstandiging in de gekozen vorm afgewogen en wordt aangetoond dat het beheer binnen de rechtspersoonlijkheid van de gemeente of in de vorm van een autonoom gemeentebedrijf niet de vereiste voordelen kan bieden. Tot de oprichting kan slechts worden overgegaan nadat de gemeenteraadsbeslissing hiertoe is goedgekeurd overeenkomstig § 3.

Krachtens artikel 245, § 3, Gemeentedecreet wordt de beslissing tot oprichting of deelname samen met het verslag, bedoeld in § 2, binnen dertig dagen aan de Vlaamse Regering verzonden. Binnen 100 dagen na verzending keurt de Vlaamse Regering de beslissing al dan niet goed. Als die termijn verstrijkt zonder dat de Vlaamse Regering een beslissing heeft genomen en die beslissing verzonden heeft aan de gemeente, dan wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend.

Krachtens artikel 246, § 1, Gemeentedecreet beschikt de gemeente, ongeacht de grootte van de eventuele inbreng van de verschillende partijen, steeds over een meerderheid van de stemmen in de algemene vergadering van de gemeentelijke vennootschap of vereniging en draagt de gemeente steeds een meerderheid voor van de leden van de raad van bestuur van de gemeentelijke vennootschap, vereni-ging of stichting. Die voordracht waarborgt elke fractie een vertegenwoordiging.

Krachtens artikel 246, § 2, Gemeentedecreet worden de vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering van de gemeentelijke vennootschap en vereniging gekozen door de gemeenteraad uit zijn leden. De vertegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering handelen overeenkomstig de instruc-ties van de gemeenteraad.

Krachtens artikel 246, § 3, Gemeentedecreet kunnen de gemeenteraad en de ver-tegenwoordigers van de gemeente in de algemene vergadering te allen tijde beslis-sen om respectievelijk de aanwijzingen en voordrachten te herroepen.

2. Een goed behoort tot het openbaar domein wanneer het door de bevoegde overheid uitdrukkelijk of stilzwijgend bestemd wordt tot het gebruik van allen of voor een openbare dienst. Het gebruik ervan mag geen afbreuk doen aan het recht van de overheid om het te allen tijde volgens de behoeften en het belang van alle burgers te regelen en te vrijwaren.

3. Hieruit volgt dat een gemeente, via een extern verzelfstandigd agentschap onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk in de zin en onder de voorwaarden van het Gemeentedecreet, een openbaar domeingoed dat bestemd is voor het gebruik van allen kan bezwaren met een erfpacht voor zover daarmee geen afbreuk wordt gedaan aan haar recht om te allen tijde dat gebruik te regelen.

Het onderdeel dat aanvoert dat door de toekenning van een erfpacht op een onroerend goed dat in eigendom toebehoort aan de Staat, de provinciën of gemeenten, aan een instelling die niet afhangt van de Natie, onvermijdelijk een desaffectatie van dat onroerend goed ontstaat, dat de wil impliceert om het onroerend goed zijn openbare bestemming te ontnemen en het onroerend goed door de toekenning van een erfpacht haar statuut als domeingoed verliest, faalt naar recht.

Tweede onderdeel

4. Krachtens artikel 253, 3°, WIB92, zoals toepasselijk in het Vlaams Gewest voor het aanslagjaar 2010, wordt het kadastraal inkomen van de onroerende voor-heffing vrijgesteld van onroerende goederen die de aard van nationale domein-goederen hebben, op zichzelf niets opbrengen en voor een openbare dienst of voor een dienst van algemeen nut worden gebruikt. De vrijstelling is van de drie voor-waarden samen afhankelijk.

Het onproductief zijn van het onroerend goed is niets anders dan de ongeschikt-heid van het onroerend goed om het voorwerp te zijn van een privatief genot. De-ze ongeschiktheid vloeit voort uit de bestemming die aan het onroerend goed wordt gegeven.

5. De appelrechters stellen vast en oordelen dat:

- de stukken aantonen dat de activiteiten van de verweerster niet van commerci-ele of winstgevende aard zijn en dat zij geen winstoogmerk nastreeft, noch enig vermogensvoordeel beoogt voor haar leden;

- er verder geen enkele aanwijzing is, noch dat door de eiser enig element wordt aangebracht dat erop wijst dat de verweerster een winstoogmerk heeft.

De appelrechters geven daarmee te kennen dat de verweerster geen privatief genot heeft van de bibliotheek en dat die bibliotheek aldus op zichzelf niets opbrengt.

Het onderdeel dat berust op een onjuiste lezing van het arrest, mist in zoverre fei-telijke grondslag.

6. Met de redenen vermeld onder r.o. 5 verwerpen en beantwoorden de appel-rechters het in het onderdeel bedoelde verweer.

Het onderdeel mist in zoverre eveneens feitelijke grondslag.

7. Met de redenen vermeld onder r.o. 5 leggen de appelrechters de bewijslast dat de voorwaarden van artikel 253, 3°, WIB92, zoals hier toepasselijk, niet bij de eiser.

Het onderdeel kan in zoverre niet worden aangenomen.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eiser tot de kosten.

Bepaalt de kosten voor de eiser op 427,83 euro.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, eerste kamer, samen-gesteld uit sectievoorzitter Beatrijs Deconinck, als voorzitter, sectievoorzitter Alain Smetryns, en de raadsheren Geert Jocqué, Bart Wylleman en Koenraad Moens, en in openbare rechtszitting van 15 maart 2018 uitgesproken door sectie-voorzitter Beatrijs Deconinck, in aanwezigheid van advocaat-generaal met op-dracht Johan Van der Fraenen, met bijstand van griffier Vanessa Van de Sijpe.

V. Van de Sijpe K. Moens B. Wylleman

G. Jocqué A. Smetryns B. Deconinck