Hof van Cassatie: Arrest van 16 April 1980 (België)

Samenvatting :

De Belgische ambtenaren en beambten van douane en accijnzen zijn niet alleen bevoegd voor douanecontroles, maar ook voor controles inzake verdovende middelen op het bepaalde traject van een trein tussen de stations Parijs (Noord) en Brussel (Zuid), en desbetreffende overtredingen die onder die omstandigheden worden vastgesteld, zelfs op Frans grondgebied, zowel inzake douane en accijnzen als inzake verdovende middelen, worden geacht op Belgisch grondgebied te zijn gepleegd. ( Artt. 1.2.b, 2.1 en 5.1., Overeenkomst tussen België en Frankrijk betreffende de controles aan de Belgisch-Franse grens, de gemeenschappelijke stations en de uitwisselingsstations, 30 maart 1962; art. 7, wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van verdovende middelen, de giftstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica, gewijzigd bij de wet van 9 juli 1975. )

Arrest :

De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.