Hof van Cassatie: Arrest van 19 Mei 2015 (België). RG P.14.0440.N

Datum :
19-05-2015
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20150519-3
Rolnummer :
P.14.0440.N

Samenvatting :

Niet ontvankelijk bij gebrek aan belang is het cassatiemiddel dat enkel de schuldigverklaring aan enkele telastleggingen aanvecht, dan wanneer de beslissing van opschorting van de uitspraak naar recht verantwoord is wegens de schuldigverklaring aan de andere telastleggingen (1). (1) Cass. 22 maart 2005, AR P.04.1414.N, AC 2005, nr. 176.

Arrest :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Nr. P.14.0440.N

P I G B V,

beklaagde,

eiser,

met als raadsman mr. José Devos, advocaat bij de balie te Leuven,

tegen

Gerry VERSCHUREN, met kantoor te 3210 Linden, Eikenstraat 1A, in zijn hoedanigheid van curator van het faillissement PVD2 bvba,

burgerlijke partij,

verweerder.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Brussel, correctionele kamer, van 11 februari 2014.

De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, drie middelen aan.

Afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt heeft verslag uitgebracht.

Plaatsvervangend advocaat-generaal Marc De Swaef heeft geconcludeerd.

II. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep

1. Het arrest spreekt de eiser vrij voor de telastlegging 5.

In zoverre ook tegen die beslissing gericht, is het cassatieberoep bij gebrek aan belang niet ontvankelijk.

Eerste middel

2. Het middel voert schending aan van artikel 149 Grondwet: in conclusie heeft de eiser met verwijzing naar de verklaring van M. en een medebeklaagde aangevoerd dat gezocht werd naar iemand die het zaakvoerderschap met het oog op een patrimoniumvennootschap op zich zou nemen en de bank op de hoogte was van de constructie betreffende deze patrimoniumvennootschap; het arrest, dat meermaals verwijst naar het beroepen vonnis, beantwoordt dat verweer niet.

3. Het arrest gelast ten aanzien van de eiser de opschorting van de uitspraak. Deze beslissing is naar recht verantwoord wegens de schuldigverklaring aan de te-lastleggingen 3 en 4.

Het middel dat enkel de schuldigverklaring aan de telastleggingen 1 en 2 aan-vecht, kan niet leiden tot cassatie en is bijgevolg bij gebrek aan belang niet ont-vankelijk.

Tweede middel

4. Het middel voert schending aan van artikel 6.1 EVRM: het arrest verwijst voor zijn motivering naar het beroepen vonnis; aldus geeft het arrest zijn eigen re-denen niet aan waarop het zijn beslissing steunt.

5. Het recht op een eerlijk proces vervat in artikel 6.1 EVRM belet de rechter in hoger beroep niet de redenen over te nemen van het beroepen vonnis. Wanneer dergelijke overname duidelijk de redenen aangeeft die de beslissing gronden, belet zij de partijen immers niet te begrijpen wat de appelrechter ertoe gebracht heeft die beslissing te nemen.

Het middel dat uitgaat van een andere rechtsopvatting, faalt naar recht.

Derde middel

6. Het middel voert miskenning aan van het recht van verdediging: het arrest verwijst naar ongekende partijen en raadslieden; vermits de eiser geen kennis heeft van die partijen en hun verklaringen, is zijn recht van verdediging miskend.

7. De vermelding in de aanhef van het arrest van mr. V als raadsman van de burgerlijke partij en van beklaagde B met als raadsman mr. G, zijn kennelijk ma-teriële vergissingen die de eiser niet kunnen schaden.

Het middel is niet ontvankelijk.

Ambtshalve onderzoek van de beslissing op de strafvordering

8. De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet genomen.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eiser tot de kosten.

Bepaalt de kosten op 80,91 euro.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt, als voorzitter, de raadsheren Filip Van Volsem, Alain Bloch, Antoine Lievens en Erwin Francis, en op de openbare rechtszitting van 19 mei 2015 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Luc Van hoogenbemt, in aanwezigheid van plaatsvervangend advocaat-generaal Marc De Swaef, met bijstand van griffier Frank Adriaensen.

F. Adriaensen

E. Francis A. Lievens

A. Bloch F. Van Volsem L. Van hoogenbemt