Hof van Cassatie: Arrest van 21 Oktober 2008 (België). RG P.08.0534.N

Datum :
21-10-2008
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20081021-5
Rolnummer :
P.08.0534.N

Samenvatting :

Wanneer een partij, na sluiting van het debat, stukken wenst over te leggen, kan zij daartoe vragen dat het debat wordt heropend; de rechter beoordeelt het nut van de heropening op onaantastbare wijze en, indien hij beslist dat het debat niet hoeft te worden heropend, staat hem niets anders te doen dan de stukken, die hij heeft ontvangen terwijl de zaak in beraad was, uit de rechtspleging te weren (1). (1) Cass., 2 juni 1982, A.C., 1981-1982, nr 584.

Arrest :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Nr. P.08.0534.N

I E,

beklaagde,

eiser,

met als raadsman mr. Jef Vermassen, advocaat bij de balie te Dendermonde,

tegen

A M,

burgerlijke partij,

verweerder,

met als raadsman mr. Luc Schoups, advocaat bij de balie te Antwerpen.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen, correctionele kamer, van 5 maart 2008.

De eiser voert in een memorie die aan dit arrest is gehecht, een middel aan.

Raadsheer Luc Van hoogenbemt heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal Marc Timperman heeft geconcludeerd.

II. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Middel

1. Het middel voert schending aan van artikel 6 EVRM en van de artikelen 190 en 211 Wetboek van Strafvordering: door het verzoek van de verweerder tot heropening van het debat als ongegrond af te wijzen zonder de eiser de gelegenheid te geven zijn standpunt daarover te verduidelijken, hebben de appelrechters het recht van verdediging van de eiser, evenals diens recht op tegenspraak en op een mondeling debat miskend; door het verzoek tot heropening van het debat als ongegrond af te wijzen op grond van de overweging dat dit stuk niet van overwegend belang is zonder het evenwel uit het debat te weren, hebben de appelrechters kennisgenomen van het stuk en er mogelijk hun oordeel op gesteund.

2. Wanneer een partij, na sluiting van het debat, stukken wenst over te leggen, kan zij daartoe vragen dat het debat wordt heropend. De rechter beoordeelt het nut van de heropening op onaantastbare wijze en, indien hij beslist dat het debat niet hoeft te worden heropend, staat hem niets anders te doen dan de stukken, die hij heeft ontvangen terwijl de zaak in beraad was, uit de rechtspleging te weren.

In zoverre het middel opkomt tegen het onaantastbare oordeel van de rechter over de wenselijkheid van de door een van de partijen gevraagde heropening van het debat is het niet ontvankelijk.

3. Het bestreden arrest vermeldt:

- "het hof [van beroep] is van mening dat het feit van de klacht gedaan door de [verweerder] tegen D V N wegens meineed bij haar verhoor als getuige onder ede, op de terechtzitting van het hof [van beroep] van 31 oktober 2007, niet van overwegend belang is om de zaak te beoordelen;

- de getuige heeft in haar verklaring ter terechtzitting van het hof [van beroep] evenwel opnieuw de herkenning van [de eiser] als dader ontkend, stellend dat elke voordien afgelegde andersluidende verklaring gelogen was, (...) dat de herkenningen werden opgedrongen door de [verweerder] en haar moeder, en dat zij nooit werd bedreigd. Het hof [van beroep] steunt niet op deze verklaring, verwijzend naar de boven vermelde redengeving en neemt aan dat de aanvankelijke door deze getuige op de avond van de feiten aan de verbalisant geuite schrik en de schrik geuit na het verhoor van 9 maart 1998, thans in aanwezigheid van de [eiser] nog doorwerkt, nu wordt vastgesteld dat [de eiser] en zijn broers systematisch de getuigen en de [verweerder] en diens familie hebben bedreigd en onder meer (...)".

Met deze redenen slaan de appelrechters geen acht op het stuk waarop de heropening van het debat betrekking heeft, en weren ze het uit de rechtspleging, zoals zij het in dergelijk geval hoorden te doen.

Uit het enkele feit dat de appelrechters, op grond van hun onaantastbare beoordeling in feite, beslist hebben dat het verzoek om heropening van het debat elke wettige grond miste, dat zij geen acht slaan op dat stuk en het aldus uit de rechtspleging weren, kan niet worden afgeleid dat het recht van verdediging van de eiser en zijn recht op tegenspraak en op een mondelinge behandeling van de zaak in de zin van artikel 6 EVRM miskend zijn.

In zoverre kan het middel niet worden aangenomen.

Ambtshalve onderzoek van de beslissing op de strafvordering

4. De substantiële of op straffe van nietigheid voorgeschreven rechtsvormen zijn in acht genomen en de beslissing is overeenkomstig de wet gewezen.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Veroordeelt de eiser in de kosten.

Begroot de kosten op 91,61 euro.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Edward Forrier, als voorzitter, en de raadsheren Luc Huybrechts, Paul Maffei, Luc Van hoogenbemt en Koen Mestdagh en op de openbare rechtszitting van 21 oktober 2008 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Edward Forrier, in aanwezigheid van advocaat-generaal Marc Timperman, met bijstand van afgevaardigd griffier Véronique Kosynsky.