Hof van Cassatie: Arrest van 21 September 2009 (België). RG S.08.0123.N

Datum :
21-09-2009
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20090921-2
Rolnummer :
S.08.0123.N

Samenvatting :

De appelrechters die het hoger beroep van eiser ongegrond verklaren nadat zij de appelconclusie van de eiser nietig verklaren op grond van een schending van de Taalwet Gerechtszaken, zonder het debat op dat punt te heropenen, miskennen het recht van verdediging van de partijen.

Arrest :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Nr. S.08.0123.N

K.A.

eiser,

toegelaten tot het voordeel van de kosteloze rechtspleging bij beslissing van het bureau voor rechtsbijstand van het Hof van 4 september 2008, nr. G.08.0155.N,

vertegenwoordigd door mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel, Central Plaza, Loksumstraat 25, waar de eiser woonplaats kiest,

tegen

OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN TE HASSELT, met kantoor te 3500 Hasselt, Albrecht Rodenbachstraat 20,

verweerder.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 13 juni 2008 gewezen door het arbeidshof te Antwerpen, afdeling Hasselt.

Raadsheer Beatrijs Deconinck heeft verslag uitgebracht.

Advocaat-generaal Ria Mortier heeft geconcludeerd.

II. CASSATIEMIDDEL

De eiser voert in zijn verzoekschrift een middel aan.

Het verzoekschrift is aan dit arrest gehecht en maakt er deel van uit.

III. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Eerste onderdeel

1. De appelrechters oordelen dat de appelconclusie van de eiser nietig dient verklaard op grond van schending van artikel 24 van de Taalwet Gerechtszaken.

2. Het blijkt niet dat partijen hebben aangevoerd dat de appelconclusie van de eiser nietig diende verklaard op grond van de Taalwet Gerechtszaken, noch zich op dit punt hebben verweerd.

De appelrechters die het hoger beroep van de eiser ongegrond verklaren nadat zij de appelconclusie van de eiser nietig verklaren op grond van een nietigheid van de Taalwet Gerechtszaken, zonder het debat op dat punt te heropenen, miskennen het recht van verdediging van de partijen.

Kosten

3. Overeenkomstig artikel 1017, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek dient de verweerder te worden veroordeeld in de kosten.

Dictum

Het Hof,

Vernietigt het bestreden arrest.

Beveelt dat van dit arrest melding zal worden gemaakt op de kant van het vernietigde arrest.

Veroordeelt de verweerder in de kosten.

Verwijst de aldus beperkte zaak naar het arbeidshof te Brussel.

De kosten zijn begroot op de som van 112,95 euro, in debet, jegens de eisende partij.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, derde kamer, samengesteld uit afdelingsvoorzitter Robert Boes, als voorzitter, en de raadsheren Eric Dirix, Beatrijs Deconinck, Alain Smetryns en Koen Mestdagh, en in openbare terechtzitting van 21 september 2009 uitgesproken door afdelings-voorzitter Robert Boes, in aanwezigheid van advocaat-generaal Ria Mortier, met bijstand van griffier Philippe Van Geem.