Hof van Cassatie: Arrest van 23 Oktober 2012 (België). RG P.12.1202.N

Datum :
23-10-2012
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20121023-2
Rolnummer :
P.12.1202.N

Samenvatting :

De verklaring van cassatieberoep van de geïnterneerde tegen de beslissing van de Hoge commissie tot bescherming van de maatschappij die het verzoek van de geïnterneerde tot invrijheidstelling afwijst, dient door zijn advocaat te worden ingesteld, hetzij op het secretariaat van de Hoge commissie, hetzij met een verklaring ten overstaan van de bestuurder of zijn gemachtigde van de instelling waar de betrokkene is geïnterneerd (1). (1) Zie: Cass. 15 juni 2004, AR P.04.0712.N, AC 2004, nr. 326.

Arrest :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

Nr. P.12.1202.N

J. V.,

geïnterneerde,

eiser,

met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout.

I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Het cassatieberoep is gericht tegen de beslissing van de Hoge commissie tot be-scherming van de maatschappij van 14 juni 2012.

De eiser voert grieven aan.

Raadsheer Luc Van hoogenbemt heeft verslag uitgebracht.

Eerste advocaat-generaal Marc De Swaef heeft geconcludeerd.

II. BESLISSING VAN HET HOF

Beoordeling

Ontvankelijkheid van de memorie

1. De memorie draagt de vermelding: "Voor de verzoeker, Zijn raadsman Mr. Peter Verpoorten loco", met een onleesbare handtekening en zonder opgave van de hoedanigheid van de ondertekenaar.

De memorie is niet ontvankelijk.

Ontvankelijkheid van het cassatieberoep

2. Krachtens artikel 417 Wetboek van Strafvordering wordt de verklaring van het cassatieberoep door de veroordeelde gedaan op de griffie van het rechtscollege dat de bestreden beslissing heeft gewezen en door hem en door de griffier getekend; indien hij die de verklaring doet, niet kan of niet wil tekenen, maakt de griffier daarvan melding. Deze verklaring kan in dezelfde vorm gedaan worden door een advocaat.

Artikel 1 van de wet van 25 juli 1893 betreffende de verklaringen van hoger be-roep of van voorziening in verbreking van de gedetineerde of geïnterneerde per-sonen bepaalt dat de verklaringen van hoger beroep of cassatieberoep in de centra-le gevangenissen, de huizen van verzekering, de huizen van arrest en de inrichtin-gen bedoeld bij de Wet Bescherming Maatschappij, de bedelaarsgestichten, de toevluchtshuizen en de Rijksweldadigheidsgestichten, door de personen die er in opgesloten of geïnterneerd zijn, worden gedaan aan de bestuurders van die inrich-tingen of aan hun gemachtigde. Die verklaringen hebben dezelfde uitwerking als die ter griffie of door de griffier ontvangen.

Artikel 19ter Wet Bescherming Maatschappij bepaalt dat het cassatieberoep tegen een door de Hoge commissie tot bescherming van de maatschappij genomen be-slissing die de beslissing tot afwijzing van het verzoek tot invrijheidstelling van de geïnterneerde bevestigt of die het verzet van de procureur des Konings tegen de beslissing tot invrijheidstelling van de geïnterneerde gegrond verklaart, alleen kan worden ingesteld door de advocaat van de geïnterneerde.

3. Uit al deze artikelen samen blijkt dat de verklaring van cassatieberoep van de geïnterneerde tegen de beslissing van de Hoge commissie tot bescherming van de maatschappij die het verzoek van de geïnterneerde tot invrijheidstelling afwijst, door zijn advocaat dient te worden ingesteld, hetzij op het secretariaat van de Ho-ge commissie, hetzij met een verklaring ten overstaan van de bestuurder of zijn gemachtigde van de instelling waar de betrokkene is geïnterneerd.

4. De verklaring van cassatieberoep van de eiser werd door zijn raadsman af-gelegd voor de secretaris van de Commissie tot bescherming van de maatschappij, ingesteld bij de psychiatrische gevangenis Leuven Hulp. Zij werd bijgevolg niet ingesteld op het secretariaat van de Hoge Commissie tot bescherming van de maatschappij of tegenover de bestuurder of zijn gemachtigde van de instelling waar de betrokkene is geïnterneerd.

Het cassatieberoep is niet ontvankelijk.

Dictum

Het Hof,

Verwerpt het cassatieberoep.

Dit arrest is gewezen te Brussel door het Hof van Cassatie, tweede kamer, samen-gesteld uit afdelingsvoorzitter Paul Maffei, als voorzitter, en de raadsheren Luc Van hoogenbemt, Filip Van Volsem, Alain Bloch en Erwin Francis, en op de openbare rechtszitting van 23 oktober 2012 uitgesproken door afdelingsvoorzitter Paul Maffei, in aanwezigheid van eerste advocaat-generaal Marc De Swaef, met bijstand van griffier Kristel Vanden Bossche.

K. Vanden Bossche

E. Francis A. Bloch

F. Van Volsem

L. Van hoogenbemt P. Maffei