Hof van Cassatie: Arrest van 26 Mei 2011 (België). RG G.11.0094.N

Datum :
26-05-2011
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-20110526-1
Rolnummer :
G.11.0094.N

Samenvatting :

Een afgifte door de griffie van het Hof van Cassatie van een attest van niet-verhaal tegen een gewezen arrest waarvoor rechtsbijstand wordt gevorderd is niet vereist voor het neerleggen van een klacht wegens familieverlating (1). (1) Zie Cass. (BRB), 17 maart 2011, G.11.0029.N, www.cass.be.

Arrest :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

P.D. Nr. G.11.0094.N

In zake : C S,

Mr. Liliane Versluys, advocaat bij de balie te Leuven.

Het Bureau,

Gelet op het verzoekschrift, ter griffie ontvangen op 26 april 2011;

Gelet op de bepalingen van de artikelen 664 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek;

Gehoord het advies van de heer advocaat-generaal André Henkes;

Het onvermogen van de verzoeker is bewezen.

1. De verzoekster wenst rechtsbijstand te verkrijgen voor de afgifte door de griffie van het Hof van Cassatie van een attest van niet-verhaal tegen het op tegenspraak gewezen arrest van de achtste kamer van het hof van beroep te Antwerpen van 19 november 2008, waarbij J-C F werd veroordeeld tot het betalen van een onderhoudsbijdrage ten behoeve van de beide gemeenschappelijke kinderen, dit met het oog op het neerleggen van een klacht wegens familieverlating.

2. Het verzoek gaat geheel ervan uit dat een klacht wegens familieverlating slechts mogelijk is zo de rechterlijke beslissing die de onderhoudsbijdrage bepaalt niet meer aanvechtbaar is voor het Hof van Cassatie.

Uit het bepaalde in het artikel 391bis Strafwetboek volgt evenwel dat voor het misdrijf van familieverlating slechts vereist is dat tegen bedoelde rechterlijke beslissing geen verzet of hoger beroep meer mogelijk is. De omstandigheid dat nog buitengewone rechtsmiddelen kunnen worden aangewend tegen die rechterlijke beslissing, belet niet dat diegene die meer dan twee maanden vrijwillig in gebreke blijft de termijnen ervan te kwijten schuldig kan worden verklaard aan het misdrijf van familieverlating.

3. Hieruit volgt dat het attest, waarvoor rechtsbijstand wordt gevorderd, niet vereist is voor het neerleggen van een klacht wegens familieverlating en dat het verzoek dan ook kennelijk niet rechtmatig is in de zin van artikel 667 Gerechtelijk Wetboek.

OM DIE REDENEN,

Verwerpt het verzoek tot rechtsbijstand.