De stukken neergelegd tot rechtvaardiging van de ontvankelijkheid van de voorziening inzake directe belastingen kunnen worden neergelegd na het verstrijken van de termijnen bepaald bij artikel 14 van de wet van 6 september 1895, vervangen door artikel 1 van de wet van 23 juli 1953; zij moeten worden neergelegd ten laatste op de terechtzitting waarop de zaak wordt onderzocht en alvorens het openbaar ministerie zijn advies geeft. (Wet van 6 september 1895, gewijzigd bij die van 23 juli 1953, art. 14; besluit van 15 maart 1815, art. 38.)
Arrest :
De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.