Dronkenmakende dranken opdienen aan een persoon die kennelijk dronken is, is strafbaar krachtens artikel 4, eerste lid, van de besluitwet van 14 november 1939; wettelijk verantwoord is dus het vonnis dat, na te hebben vastgesteld dat kennelijk was de dronkenschap van de verbruiker aan wie de beklaagde dronkenmakende dranken heeft opgediend, de beklaagde veroordeelt door te beslissen dat de door hem aangevoerde onwetendheid het gevolg was van zijn nalatigheid (1).
Arrest :
De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.