Arbeidsrechtbank: Vonnis van 4 Januari 1972 (Brussel). RG 14568

Datum :
04-01-1972
Taal :
Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-19720104-9
Rolnummer :
14568

Samenvatting :

Verwerende partij hield voor dat de vergoeding wegens contractbreuk, toegekend aan de echtgenoot van de pensioenaanvraagster diende aangerekend te worden als een bedrijfsinkomen en dit gedurende de periode van 33 maanden overeenstemmend met de duur van de opzeggingstermijn. De Rechtbank besliste dat dergelijke vergoeding : 1. Niet mag in rekening gebracht worden volgens art. 65 van K.B. van 22121967 omdat deze vergoeding niet het karakter van een bezoldiging vertoont, maar een schadeloosstelling uitmaakt die forfaitair wordt berekend op basis van de lopende wedde overeenstemmend met de duur van de opzeggingstermijn. 2. Moet aangerekend worden als roerend kapitaal overeenkomstig art. 26 K.B. Nr 72 (4% van de waarde van dit kapitaal).

Vonnis :

De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.