De voorzitter van de rechtbank van koophandel is bevoegd om over de derde medeplichtigheid aan een contractuele fout te oordelen, die aldus als een daad strijdig met de eerlijke gebruiken in handelszaken beschouwd moet worden.
De kennis van een bestaand exclusiviteitscontract volstaat niet om de derde medeplichtigheid te bewijzen.
Arrest :
De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.