Rechtbank van eerste aanleg: Vonnis van 14 Mei 1984 (Gent)

Datum :
14-05-1984
Taal :
Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Rechtspraak
Bron :
Justel N-19840514-1
Rolnummer :

Samenvatting :

1. Krachtens de artt. 8 en 14 E.V.R.M. heeft ieder kind, wettig, natuurlijk of overspelig, en een ieder die met het kind door een bloedband is verbonden, het recht om de hieraan inherente afstammingsbanden en familiebanden juridisch erkend te zien. 2. Hoewel een principieel verbod tot erkenning van overspelige kinderen, getemperd door de mogelijkheid tot erkenning met machtiging van de rechtbank, als zodanig niet strijdig is met de artt. 8 en 14 E.V.R.M., moet in ieder geval in concreto nagegaan worden of de strikte naleving van de bestaande Belgische wetgeving (artt. 331 en 335 B.W.) werkelijk vereist is opdat de rechten van derden niet miskend worden, en aldus objectief en redelijk kan worden gerechtvaardigd. 3. De openbare orde en de goede zeden worden niet geschaad door de erkenning en wettiging van een overspelig kind, ingeval de overspelige ouder volgens het geldende recht het kind kan wettigen door adoptie. Rechten van derden worden concreet niet geschaad als de fundamentele rechten en vrijheden van het wettig kind van de overspelige ouder niet in het gedrang komen en zijn (wettige) familie geen bezwaar heeft tegen de erkenning en wettiging van het overspelig kind. Het verschil in de voorwaarden die de artt. 331 en 335 B.W. stellen voor de erkenning en wettiging van overspelige kinderen, naargelang de echtscheiding van de overspelige ouder tot stand komt op grond van feitelijke scheiding of anderszins, in arbitrair, en heeft geen objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond.

Vonnis :

De geconsolideerde versie van deze tekst is niet beschikbaar.