Geen titel
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent
In het vonnis bij verstek (betekend op 18/09/2020, aan het openbaar ministerie overeenkomstig art. 40, 2 e lid van het Gerechtelijk Wetboek) gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te Gent, G31DO kamer, d.d. 6 februari 2020, rechtsprekende in correctionele zaken, werd lastens :
Hephtsiel Eliyahou Yosseph Yitshak Chiomiel FOGEL (RRN 84.02.12-217.37), geboren te Brussel op 12 februari 1984, van Belgische nationaliteit, niet ingeschreven.
UIT HOOFDE VAN :
Als dader of mededader zoals voorzien door art. 66 van het strafwetboek
A. Valsheid in geschrifte en gebruik ervan
Te 9050 Gent, en/of bij samenhang elders in het Rijk op 21/12/2015, en wat het gebruik betreft in de periode vanaf 21/12/2015 tot minstens de datum van faling d.d. 19/12/2017
B. Misbruik van vertrouwen
Te 9050 Gent en bij samenhang elders in het Rijk, meermaals, in de periode van 09/06/2015 tot en met 19/12/2017
C. Ruïneus krediet
Te 9050 Gent, in de periode van 15/06/2017 tot en met 19/12/2017
D. Laattijdige aangifte
Te 9000 Gent op 16/07/2017
E. Bedrieglijk onvermogen
Te 9050 Gent, minstens op/vanaf 01/01/2016 tot en met 19/12/2017
F. Niet voeren van passende boekhouding
Te 9050 Gent, in de periode vanaf 11/06/2015 (datum oprichting) tot en met 19/12/2017 (datum faillissementsvonnis)
GEOORDEELD ALS VOLGT :
Veroordeelt Hephtsiel FOGEL voor de tenlasteleggingen A, B, C, D, zoals verbeterd, E en F samen :
Tot een gevangenisstraf van 2 jaar en tot een geldboete van 8.000,00 EUR, zijnde 1.000 EUR, verhoogd met 70 opdeciemen. Boete vervangbaar bij gebreke van betaling binnen de wettelijke termijn door een gevangenisstraf van 3 maanden.
Verklaart verbeurd de gelden ten bedrage van 2.495.810,19 EUR, bij equivalent, als voorwerp van het misdrijf vermeld onder de tenlastelegging B, overeenkomstig artikel 43bis, 2 e lid Strafwetboek.
Legt de beklaagde, Hephtsiel FOGEL, overeenkomstig de artikelen 1 en 1bis van het K.B. nr. 22 van 24 oktober 1934, betreffende het rechterlijk verbod aan bepaalde veroordeelden en gefailleerden om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit oefenen - verbod op om, persoonlijk of door tussenpersoon, de functie van bestuurder, commissaris of zaakvoerder in een vennootschap op aandelen, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of coöperatieve vennootschap, enige functie waarbij macht wordt verleend om een van die vennootschappen te verbinden, de functie van persoon belast met het bestuur van een vestiging in België, bedoeld in artikel 198, 6,
eerste lid, van de op 30 november 1935, gecoördineerde wetten op de handelsvennootschappen, of het beroep van effectenmakelaar of correspondenteneffectenmakelaar uit te oefenen en om een persoonlijk of door een tussenpersoon een koopmansbedrijf uit te oefenen, voor een periode van 10 jaar.
En waarbij ook :
- de beklaagde veroordeeld werd tot de bijdragen en kosten,
- de publicatie werd bevolen in het Belgisch Staatsblad.
Voor echt verklaard uittreksel, afgeleverd aan de Procureur des Konings te Gent, op zijn verzoek, om te dienen tot PUBLICATIE.
Gent, 30 april 2021.
(Get.) P. Deprez, afdelingsgriffier, griffier-hoofd van dienst.