Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de bijdrage voor het sociaal fonds (1)

Datum :
19-09-2014
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
2 pagina's
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2014205419
Auteur :
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid En Sociaal Overleg

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de bijdrage voor het sociaal fonds.
Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 september 2014.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK
_______
Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage
Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2013
Bijdrage voor het sociaal fonds (Overeenkomst geregistreerd op 17 maart 2014 onder het nummer 120169/CO/201)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel behoren.
§ 2. Het aantal werknemers wordt bepaald op dezelfde wijze zoals voorzien in artikel 38, § 3, 9° van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
§ 3. Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.
HOOFDSTUK II. - Bijdrage voor het sociaal fonds
Art. 2. § 1. Vanaf 1 januari 2013 wordt de totale bijdrage voor het fonds voor de bestaanszekerheid (hierna genoemd Sociaal Fonds nr. 201), opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1991, afgesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel in, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 april 1992, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 3 juni 1992 (geregistreerd onder het nummer 28518), voor alle ondernemingen op 0,10 pct. gebracht.
§ 2. Voor de ondernemingen uit de niet-voedingssector (Nacecode 47192 en 47191 en deze van 47740 tot en met 47789) en vanaf 20 werknemers, wordt de totale bijdrage voor het Sociaal Fonds voor nr. 201 op 0,50 pct. gebracht.
§ 3. De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid volgens zijn eigen inningsmodaliteiten.
HOOFDSTUK III. - Bijdrage ten voordele van de tewerkstelling van de risicogroepen
Art. 3. Vanaf 1 januari 2013 wordt de bijdrage van de werkgevers ten voordele van de tewerkstelling van risicogroepen vastgesteld op 0,10 pct. van het volledige loon der bedienden bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.
Art. 4. Het Sociaal Fonds nr. 201 opgericht binnen het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel wordt belast met de vaststelling van de uitvoeringsmodaliteiten voor de aanwending van de opbrengst van de bijdrage van 0,10 pct. bestemd voor de tewerkstelling van risicogroepen en dit op volgende wijze :
- één derde van de loonmassa voor de toekenning van de werknemers van de sector voor de opvang van kinderen op jonge leeftijd evenals voor de toekenning van een premie voor werknemers vanaf 55 jaar die hun arbeidsprestaties met 1/5 verminderen;
- één derde van de loonmassa voor de beroepsopleiding;
- één derde van de loonmassa voor de tewerkstellingspremies.
Art. 5. Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 februari 2013 tot uitvoering van artikel 189, 4e lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013), dient 0,05 pct. van de loonmassa aan te rekenen op de voornoemde bijdrage van 0,10 pct., voorbehouden te worden ten gunste van één of meerdere groepen opgesomd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013. Van de 0,05 pct. van de loonmassa waarvan hiervoor bepaald, dient de helft besteed te worden aan de werknemers bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit.
HOOFDSTUK IV. - Bijdrage voor de financiering van de werking van de regionale overlegorganen
Art. 6. Vanaf 1 januari 2013 wordt de bijdrage van de werkgevers behorende tot de niet-voedingssector (Nacecode 47192 en 47191 en deze van 47740 tot en met 47789) en vanaf 20 werknemers, voorzien voor de financiering van de werking van der regionale overlegorganen vastgesteld op 0,40 pct.
HOOFDSTUK V. - Duur
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2012 betreffende de vaststelling van de werkgeversbijdrage aan het sociaal fonds (geregistreerd onder het nummer 113211/CO/201) en heft ze op.
Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking vanaf 1 januari 2013.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur en kan worden opgezegd door één der partijen, mits betekening van de opzegging van drie maanden, door aangetekend schrijven per post gericht aan de voorzitter en aan de organisaties, vertegenwoordigd in de schoot van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel behoren.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 september 2014.
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK