Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding (1)

Datum :
17-03-2008
Taal :
Frans Nederlands
Grootte :
1 pagina
Sectie :
Wetgeving
Bron :
Numac 2008012412
Auteur :
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid En Sociaal Overleg

Originele tekst :

Voeg het document toe aan een map () om te beginnen met annoteren.

ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding.
Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 maart 2008.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
J. PIETTE
_______
Nota
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958.
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage
Paritair Comité voor het bouwbedrijf
Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2007
Toekenning door het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding (Overeenkomst geregistreerd op 2 oktober 2007 onder het nummer 85048/CO/124)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die zij tewerkstellen.
In deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder :
- "arbeiders" : de arbeiders en arbeidsters;
- "fonds voor bestaanszekerheid" : het "Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf".
HOOFDSTUK II. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 2. De bijzondere aanvullende vorstvergoeding wordt toegekend aan de arbeiders voor de dagen waarop zij in de periode van 1 oktober 2006 tot en met 30 april 2007 en in de periode van 1 oktober 2007 tot en met 30 april 2008 door hun werkgever tijdelijk werkloos werden gesteld wegens weerverlet en waarvoor zij vorstvergoedingen hebben ontvangen.
HOOFDSTUK III. - Bedrag van de bijzondere aanvullende vorstvergoeding
Art. 3. Het forfaitair dagbedrag van de bijzondere aanvullende vorstvergoeding is gelijk aan 5,35 EUR bruto, in het stelsel van de 6-dagenweek.
HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen
Art. 4. De bijzondere aanvullende vorstvergoeding wordt aan de gerechtigden respectievelijk in de loop van de maanden juni 2008 en juni 2009 uitbetaald door het fonds voor bestaanszekerheid, op basis van de inlichtingen verstrekt door de bij artikel 7 van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid beoogde uitbetalingsinstellingen.
Art. 5. De dienst bedoeld bij artikel 23 van de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 6. De bijzondere gevallen die niet op grond van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.
HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 oktober 2007 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 2009.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2008.
De Minister van Werk,
J. PIETTE