Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en de regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische redenen voor de bedienden (1)
- Sectie :
- Wetgeving
- Bron :
- Numac 2012204002
- Auteur :
- Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid En Sociaal Overleg
Originele tekst :
Voeg het document toe aan een map
()
om te beginnen met annoteren.
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en de regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische redenen voor de bedienden.
Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 augustus 2012.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK
_______
Nota
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage
Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011
Regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en regeling van gedeeltelijke arbeid bij gebrek aan werk wegens economische redenen voor de bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2011 onder het nummer 104894/CO/214)
HOOFDSTUK I. - Juridisch kader en toepassingsgebied
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in het kader van hoofdstuk II/1 "Regeling van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst en regeling van gedeeltelijke arbeid" van titel III van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, in deze wet ingevoegd door de wet van 12 april 2011 houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord.
Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en op de bedienden die zij tewerkstellen.
Art. 3. Onverminderd de toepassing van artikel 2 is deze collectieve arbeidsovereenkomst alleen van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden zoals bedoeld in § 4 van artikel 77/1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals ingevoegd in deze wet door artikel 17 van de voornoemde wet van 12 april 2011.
HOOFDSTUK II. - Maatregelen tot maximaal behoud van de tewerkstelling
Art. 4. § 1. De ondertekenende partijen bevestigen met deze collectieve arbeidsovereenkomst hun vaste wil om zoveel mogelijk ontslagen te vermijden. Zij herinneren de ondernemingen dan ook aan de maatregelen die in het kader van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011 werden genomen met het oog op het maximale behoud van de tewerkstelling.
§ 2. De ondernemingen bedoeld in artikel 3 verzekeren een maximaal behoud van de tewerkstelling door middel van de volgende maatregelen :
a) de tewerkstellingsverbintenissen vastgelegd in de artikelen 2 en 3 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011;
b) de mogelijkheid voor de werkgever om de drempel voorzien inzake tijdskrediet te verhogen overeenkomstig artikel 9 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011;
c) de mogelijkheid voor de bedienden van 55 jaar of ouder om beroep te doen op een recht op vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad, binnen de voorwaarden zoals voorzien door artikel 10 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011.
HOOFDSTUK III. - Regeling van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en regeling van gedeeltelijke arbeid
Afdeling 1. - Stelsel
Art. 5. § 1. Bij gebrek aan werk voor de bedienden, wegens economische oorzaken, mag de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de bediende geheel worden geschorst of kan een regeling van gedeeltelijke arbeid voor de bedienden met tenminste twee arbeidsdagen per week worden ingevoerd.
§ 2. De in § 1 voorziene regeling van volledige schorsing van uitvoering van de arbeidsovereenkomst kan worden ingevoerd voor een periode van maximum 16 weken per kalenderjaar.
§ 3. De in § 1 voorziene regeling van gedeeltelijke arbeid kan worden ingevoerd voor een periode van maximum 26 weken per kalenderjaar.
§ 4. Wanneer in eenzelfde jaar de regeling van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en de regeling van gedeeltelijke arbeid met mekaar worden gecombineerd, vormen twee weken van gedeeltelijke arbeid het equivalent van een week volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst.
Afdeling 2. - Modaliteiten van invoering van het stelsel
Art. 6. De werkgever, bedoeld in artikel 3, die wenst gebruik te maken van de regelingen bedoeld in artikel 5, dient de bepalingen van de artikelen 77/3, 77/4 en 77/5 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals ingevoegd in deze wet door de artikelen 20, 21 en 22 van de voornoemde wet van 12 april 2011 na te leven.
Art. 7. § 1. De werkgever, bedoeld in artikel 3, die wenst gebruik te maken van de regelingen bedoeld in artikel 5, maakt een kopie van het formulier bedoeld in artikel 77/3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals ingevoegd in deze wet door artikel 20 van de voornoemde wet van 12 april 2011, overeenkomstig het model vastgelegd door de minister bevoegd voor Werk, over aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en dit uiterlijk op de datum waarop de werkgever de kennisgeving, bedoeld in artikel 77/4 § 1 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals ingevoegd in deze wet door artikel 21 van de voornoemde wet van 12 april 2011 uitvoert.
§ 2. De werkgever, bedoeld in artikel 3, die wenst gebruik te maken van de regelingen bedoeld in artikel 5, moet op de dag van de kennisgeving, bedoeld in artikel 77/3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals ingevoegd in deze wet door artikel 20 van de voornoemde wet van 12 april 2011, aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening van de plaats waar de onderneming gevestigd is, een kopie van deze kennisgeving aan de ondernemingsraad of, bij ontstentenis van ondernemingsraad, aan de vakbondsafvaardiging meedelen.
Art. 8. De werkgever, bedoeld in artikel 3, die gebruik maakt van de regelingen bedoeld in artikel 5, probeert de dagen waarop in toepassing van artikel 5 niet wordt gewerkt, evenwichtig te verdelen onder de bedienden van eenzelfde dienst.
Afdeling 3. - Supplement bovenop de werkloosheidsuitkering
Art. 9. Voor elke dag waarop in toepassing van artikel 5 niet werd gewerkt, moet de werkgever aan de bediende een supplement betalen van 9,59 EUR bovenop de werkloosheidsuitkeringen wegens schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Voor een deeltijdse dagprestatie wordt het supplement verhoudingsgewijs verminderd.
Afdeling 4. - Gelijkstellingen
Art. 10. § 1. Voor de berekening van de vakantieduur en het vakantiegeld worden de dagen waarop in toepassing van artikel 5 niet werd gewerkt, gelijkgesteld met effectieve arbeidsdagen, met een maximum van 40 dagen (in de vijfdagenweek) per kalenderjaar.
§ 2. Voor de toekenning van de eindejaarspremie zoals bedoeld in punt 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1985 tot coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bezoldigingsvoorwaarden gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, worden de dagen waarop in toepassing van artikel 5 niet werd gewerkt, gelijkgesteld met effectieve arbeidsdagen, met een maximum van 30 dagen (in de vijfdagenweek) per kalenderjaar.
§ 3. De gelijkstelling bedoeld in § 2 doet geen afbreuk aan de gelijkstelling bedoeld in littera e) van punt 6 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1985.
Art. 11. § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 4, hebben de bedienden die betrokken zijn in een van de regelingen bedoeld in artikel 5 en door de werkgever worden ontslagen om economische redenen, tijdens de periode waarin deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, recht op een vakantieduur en vakantiegeld berekend volgens de geldende bepalingen van de vakantiewetgeving, maar waarbij de dagen waarop in toepassing van artikel 5 niet werd gewerkt, gelijkgesteld worden met effectieve arbeidsdagen.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 4, hebben de bedienden die betrokken zijn in een van de regelingen bedoeld in artikel 5 en door de werkgever worden ontslagen om economische redenen tijdens de periode waarin deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, recht op de eindejaarspremie bedoeld in punt 6 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 oktober 1985, maar waarbij de dagen waarop in toepassing van artikel 5 niet werd gewerkt, gelijkgesteld worden met effectieve arbeidsdagen.
Afdeling 5. - Betaling van de wettelijke feestdagen
Art. 12. De werkgever is ertoe gehouden het loon te betalen voor de feestdag die samenvalt met een dag waarop in toepassing van artikel 5 niet werd gewerkt.
Afdeling 6. - Beëindiging van de arbeidsovereenkomst
Art. 13. Gedurende de periodes van volledige schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of van gedeeltelijke arbeid heeft de bediende het recht de arbeidsovereenkomst zonder opzegging te beëindigen.
HOOFDSTUK IV. - Niet-toepassing van artikel 23 van de wet van 5 december 1968
Art. 14. Artikel 23 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités is niet van toepassing, zodat de stilzwijgende wijziging van de individuele arbeidsovereenkomsten automatisch zal eindigen wanneer deze collectieve arbeidsovereenkomst eindigt.
HOOFDSTUK V. - Algemeen verbindend verklaring per koninklijk besluit
Art. 15. De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst per koninklijk besluit algemeen verbindend zou worden verklaard.
HOOFDSTUK VI. - Duur van de overeenkomst
Art. 16. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze is van toepassing gedurende de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2013.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 augustus 2012.
De Minister van Werk,
Mevr. M. DE CONINCK